Beleggingsadviesteams, eigen Beleggingsafdeling op afroep Rabo band Veel banken hebben behoefte aan ondersteuning op het gebied van beleggingsadvisering. Als oplossing is gedacht aan samen werkingsverbanden, zoals die ook op gebied van verzekeringen bestaan. Maar creditgeld is toch een kwetsbaar punt. Als je een adviseur aantrekt voor een aantal banken, dan kunnen er in de praktijk best eens problemen ontstaan. Daarom is gekozen voor een oplossing, waarin regiokantoren een rol spelen. Als proef werd een beleggingsadviesteam gevormd, dat vanuit een regio kantoor opereerde. De resultaten stemden tot tevredenheid. Het eerste regionale team ging aan de slag. Wij spraken met Edward Groeneveld, hoofd van het Regionaal Beleggingsadviesteam in Bergen op Zoom, dat op 1 maart van start ging. Grootste deel totale vermogen wordt aan gehouden als liquiditeit Nummer 17/16 december 1988 Wil je de beleggersmarkt goed kun nen bedienen, dan moet je vol gens Groeneveld over minimaal twee adviseurs, een administratieve kracht en systemen voor koersinformatie beschik ken. 'Je bent dan als bank al zo'n twee, drie ton kwijt, voordat je gaat beginnen. Je moet dus heel wat winst maken, voor je dat goedmaakt.' Op het regiokantoor Bergen op Zoom hebben ze de mensen en de appara tuur in huis om professioneel ondersteu ning te kunnen geven. De adviseur is eigenlijk in dienst van een aangesloten bank, zodra hij een klant van de bank advi seert. Hij is dan beleggingsadviseur van die bank. De bank heeft dan de beschikking over een deskundig adviseur, apparatuur, continuïteit en een actieve benadering ach teraf. Dat laatste vindt Groeneveld van groot belang: 'Het gaat vooral om het actief omgaan met de klant. Je kunt wel kamerge leerde zijn, maar als je niet kunt begeleiden en verkopen, dan kun je het wel vergeten.' Tegenstrijdig Bedrijfs-economisch ge zien is het voor een plaatselijke bank vaak voordeliger om een grote cliënt via een be leggingsadviesteam te adviseren. 'De direc teur wil wel, maar de adviseur van de bank ziet zich bedreigd', weet Groeneveld uit er varing. 'Hij ziet toch twee, drie van zijn leuk ste klanten, waar hij dagelijks contact mee heeft, weggaan naar het regionaal advies team. Daardoor krijgt hij misschien minder werk. Men vergeet soms dat er nog een groot aantal klanten is, dat benaderd kan worden. Vaak laat men die groep links lig gen. Dat merken we bij het beoordelen van de portefeuille van banken. Je ziet dan veel kleine depots, die ook in aanmerking ko men voor advisering. Ook komen we porte feuilles tegen met onverantwoorde risico's. Werk genoeg voor de adviseur van de plaat selijke bank.' Binding met adviseur De klant heeft vaak een enorme binding met de adviseur van de bank. Hoe reageert een klant als men het adviesteam presenteert? Groene veld: 'We hebben nog geen cliënt gehad, die daar negatief op reageerde. De aange- zijn van bij elkaar dertig, veertig miljoen, waar niets mee gebeurt. Er ligt daar, voor de bank die er een beetje weg mee weet, zomaar drie ton voor het oprapen. Dat is een jaarlijks terugkerende opbrengst. Soms schiet de provisierekening van een paar dui zend gulden omhoog naar dertig, veertigdui zend gulden. En dat alleen omdat we een paar cliënten wat actiever zijn gaan benade ren.' De provisie is voor de bank. De ver goeding voor de diensten van het advies team bedragen momenteel f 1.200,- per cliënt per jaar, ongeacht de tijd die met het contact is gemoeid. Nieuwe cliënten Het beleggingsadvies team gaat zelf niet op acquisitie. Dat ge beurt altijd door de betreffende bank. Als cliënten van concurrerende banken contact met het regiokantoor opnemen, dan wordt altijd de bank in het betreffende werkgebied ingeschakeld. In overleg wordt dan ook be paald wie het eerste gesprek met de cliënt voert en wie later de begeleiding van de nieuwe cliënt voor z'n rekening neemt. Het adviesteam geeft er de voorkeur aan ge sprekken bij de klant thuis te voeren. Daar voelt de klant zich het meest op z'n gemak en daar worden de beste zaken gedaan. Bij sloten bank zelf kan natuurlijk goed inschat ten of die klant via het adviesteam geadvi seerd wil worden of dat hij het toch op prijs stelt, met de adviseur van de bank contact te houden. We hebben wel grensgevallen, waarin wij denken dat de klant wel zou wil len, maar dat hij de huidige contacten met de bank bijzonder waardeert. Er zou dan naar een tussenoplossing kunnen worden gezocht.' Klanten innemen Het team heeft inmid dels bij 50 van de 95 banken in de regio één of meer cliënten. De groei verloopt vol gens planning. Nu begeleiden drie van de zeven mensen uit het team cliënten, of zo als Groeneveld het in jargon zegt: ze nemen klanten in. Ze zijn vaak en route. Eén advi seur met dezelfde kwaliteiten, is voor cliën ten en banken, samen met een van z'n col lega's uit de buitendienst, altijd bereikbaar op het regiokantoor. Naast het hoofd van de afdeling zijn er dan nog twee mensen die, met name administratieve, ondersteuning bieden. Méér provisie Er ligt nog een grote markt te wachten op ontginning. 'Als we de eigen portefeuille eens actief zouden gaan bewerken, dan denk ik dat menig bank de provisie wel eens zou zien verdubbelen of verdrievoudigen, en dan praatje alleen nog maar over eigen cliënten', signaleert Groe neveld, 'als je soms ziet dat er portefeuilles een eerste gesprek is altijd de directeur of de adviseur van de betreffende bank aan wezig. De meeste contacten daarna verlo pen meestal telefonisch, maar de adviseurs proberen de cliënten minimaal één keer per jaar te bezoeken. Toevertrouwde middelen Als je kijkt naar beleggen, dan noem je in één adem sparen. De mensen van het beleggingsteam zien creditgelden en effecten als onderdeel van beleggen. 'Het frappante is', aldus Groeneveld, 'dat bij onze cliënten het groot ste deel van het totale vermogen als liquidi teit in de vorm van een beleggersrekening, een deposito of andere spaarvorm, wordt aangehouden. Het resterende gedeelte wordt daadwerkelijk belegd in effecten. We zien dat ook nieuwe cliënten die we binnen halen, dezelfde verhoudingen kennen. Een nieuwe cliënt die van de ABN of Amro komt, neemt een enorme hoeveelheid liquiditeit mee. Een actieve benadering vormt op die manier dus zeker geen bedreiging voor de toevertrouwde middelen.' SP

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1988 | | pagina 5