Part-timers,
wat vinden
full-timers
ervan?
Rabo
band
Goede produkt-
informatie nodig
Mist, regen en kou. Kortom het is Hollands herfstweer als de re
dactie door Noord-Holland richting Enkhuizen rijdt. Vlak voor Enk
huizen ligt Bovenkarspel. Ook daar is het nat en koud. Des te ver
rassender is het gebouw van de Rabobank Stede Broec: modern,
vriendelijk en vooral licht en uitnodigend. Gewapend met een paar
gespreksonderwerpen betreden we het pand. Vijf mensen zitten
klaar rond de tafel. Net als bij de vorige gesprekken hebben ze ook
zelf een onderwerp waar ze graag over willen praten: part-timers.
Nummer 16/25 november 1988
Aad Ligthart, beheerder bijkantoor van de Rabobank Stede Broec, Yvonne Obdam, balie-adviseur bij
de Rabobank Hoorn en Anja Koning, balie-adviseur bij de Rabobank Opmeer.
In Bovenkarspel kwam meteen al het
aantal medewerkers, dat bij de banken
werkt, ter sprake. Het tellen van de col
lega's viel niet mee: de een werkt vier da
gen, de ander twee.... Kortom, er zijn nogal
wat part-timers. Een mooi onderwerp om
het gesprek mee te beginnen.
Allemaal vrouwen Allereerst valt het
de mensen rond te tafel op, dat part-timers
vrijwel altijd vrouwen zijn. Alleen bij de Rabo
bank Opmeer werkt sinds kort een man
voor 30 uur. Maar hij is dan ook voor 30 uur
aangenomen. Het aantal uren dat de vrou
welijke part-timers werken, varieert van vier-
en-een-halve dag in de week tot één dag per
week. Het betreft zowel vrouwen die minder
zijn gaan werken, als vrouwen die als part
timer in dienst zijn gekomen. Aad Ligthart,
kantoorbeheerder bij de bank Stede Broec,
kent op zijn bijkantoor het probleem niet. Hij
werkt met drie full-time krachten. Wel vindt
hij het een hele goede zaak dat de mogelijk
heid er is, al ziet hij ook wel problemen:
'Het gaat goed als je bijvoorbeeld vijf mede
werksters hebt, die allemaal een dag min
der werken en ze doen dat allemaal op een
verschillende dag. Willen ze allemaal de vrij
dag vrij, dan wordt het knap ingewikkeld.'
Marga de Blank uit Enkhuizen: 'In bepaalde
functies is het het beste als twee mensen
echt een baan delen. Is de een er niet, dan
moet de ander er zijn. Het werk gaat dan al
tijd door, dat werkt heel prettig, ook voor de
collega's. Als een van de twee bijvoorbeeld
voor langere tijd ziek wordt, gaat het werk
toch door, de helft van de tijd is er iemand.
Werkt iemand een dag minder, bijvoorbeeld
een reismedewerker, dan moet dat
specialistische werk die ene dag door min
der ervaren mensen worden opgevangen.
Dat is best wel eens lastig.'
Yvonne Obdam van de bank in Hoorn
vindt het het gemakkelijkst als iemand die
minder werkt een vaste vervanger heeft.
Iemand die ook op de hoogte is van de
werkzaamheden. 'Als je minder gaat wer
ken, dan zul je moeten accepteren, dat je
misschien niet je oude functie kunt hou
den,' voegt Anja de Koning uit Opmeer toe.
'Een afdelingshoofd, die 40 uur werkte en
nu halve dagen, dat kan heel moeilijk. Je
kunt niet de hele verantwoordelijkheid over
een afdeling dragen als je er de helft van de
tijd niet bent. Je kunt niet tegen de mensen
zeggen: kom morgenochtend maar terug.'
Aad: 'Het ligt er inderdaad aan hoeveel uur
je werkt. Een manager of directeur is ook re
gelmatig niet aanwezig, dat is algemeen ge-
acepteerd. Pas als iemand er vaker niet dan
wel is, wordt het echt lastig.' Suzanne
Valent uit Wervershoof vindt de situatie ver
gelijkbaar met vakantieperiodes: 'Dan moet
je ook eikaars werk opvangen. Als de wil er
is, dan kan dat heel goed.'
Afbouwen of pauze 'Het is ook heel
belangrijk hoe de directie van een bank het
ziet', meent Marga. 'Als een vrouw minder
wil werken, bijvoorbeeld omdat ze een kind
heeft gekregen, dan wordt al gauw gezegd:
o, die is aan het afbouwen. Dat zal soms
best zo zijn, maar er zijn er ook genoeg die
na een paar jaar weer meer willen gaan wer
ken.' Aad: 'Onze reismedewerker werkt vier
dagen per week, we zien dat niet als afbou
wen. Hoe groter een bank, hoe makkelijker
zoiets is op te vangen denk ik. Op de bank
in Stede Broec werkt 60% van de balieme-
Vervolg van pagina 3
Dan zit je op het vlak van het telebankieren
met een directe koppeling van de computer
van het bedrijf met de computer van de
bank. Op dat gebied zijn wij niet een van de
eersten. Op dit moment doen wij daar enke
le proeven mee. In het voorjaar van 1989
zullen wij met ons produkt telebankieren de
markt opgaan. Daarbij zal gebruik worden
gemaakt van een chipcard om toegang te
krijgen tot het systeem, waarmee wij voor
een moderne, veilige vorm van electronic
banking hebben gekozen. Ook inhoudelijk is
dat het geval. In samenwerking met Rabo
bank Computerdiensten zijn wij erin ge
slaagd verschillende financiële pakketten te
voorzien van een integratiemodule, waar
mee rechtstreeks uit crediteuren- en debi
teurenadministratie informatie kan komen
c.q. naartoe kan gaan. Van Tiggelen wijst er
op, dat het in eerste instantie om een rela
tief kleine markt zal gaan. De meeste zake
lijke cliënten willen momenteel echter geau
tomatiseerd informatie aanleveren op dis
kette en deze op dezelfde wijze terugontvan
gen. Daarmee bereiken we een voor de
klant én voor de bank efficiënte werkwijze.
Een directe koppeling tussen de computers
wordt daarbij nog niet altijd vereist.
Betaalautomaten Een andere ontwikke
ling, waarbij het Centrum voor het Betalings
verkeer nauw is betrokken, is de verdere in-
troduktie van betaalautomaten. Volgens Van
Tiggelen zal eind volgend jaar de 'nationale
gleuf gereed zijn. Dan zal er één infrastruc
tuur zijn gerealiseerd voor het betalen met
pasjes van alle banken bij winkels, benzine
stations, etc. Vanaf 1990 zal er dan een for
se uitbreiding van het aantal betaalautoma
ten kunnen plaatsvinden, mits de deelne
mende partijen het eens worden over een
verantwoorde toewijzing van kosten en op
brengsten. 'Wat voor de Rabobankorganisa-
tie van groot belang is, dat is de stormachti
ge groei van het aantal geldautomaten', al
dus van Tiggelen aan het eind van het ge
sprek. 'Momenteel zijn er al verschillende
banken met meer dan 10.000 transacties
per maand via de geldautomaat'. Ik zou alle
ander banken willen oproepen ernaar te stre
ven aan de top van de lijst te komen'. SP