4 november 1988 Overzicht van de kosten per jaar bij in koop van f l.OOO- OP gecombineerd met f 750- WP/WNP. Er is van uitgegaan dat het WP/WNP na het overlijden van de deelnemer op zijn vroegst ingaat op de leeftijd van 65 jaar van de nabestaande. We komen hier in dit artikel op terug. Staatje 2 Leeftijd op het moment van sluiten van de aanvullende pensioenovereenkomst verschuldigde jaarpremie mannen vrouwen 30 f 179 f 173 40 f 321 f 311 50 f 682 f 653 55 f 1.222 f 1.172 60 f 2.913 f 2.822 64 f16.477 f 16.256 Zie opmerking bij staatje 1 aanvullende pensioenovereenkomst overwegen. Haalt u wel 40 dienstjaren, maar komt u door een zeer steile ontwikke ling van uw carrière niet aan deze 70%, dan geldt hetzelfde: ook dan kunt u inkopen tot het niveau van de Voorbeeld Bruto arbeidsinkomen (jaarsalaris inclusief 13e maand en vakantie-toeslag) f 50.000,- Af: Franchise-I (situatie 01-01-1988) f 25.449,- Pensioen Reglement Pensioengrondslag-I f 24.551,- Maximaal kan bijverzekerd worden tot: 70% van Pensioengrondslag-I 70% van f 24.551,-f 17.186,- We gaan ervan uit dat op het mo ment van de aanvraag, het regle mentair te bereiken OP op 65-jarige leeftijd f 15.000,- bedraagt en dat er sprake is van een OP op grond van een vroegere pensioenverzeke ring van f 1.186,-. Maximaal kan worden bijverzekerd f 17.186,- minus f 15.000,- minus f 1.186,- f 1.000,- Het WP/WNP dat dan kan worden bijverzekerd bedraagt 75% van f 1.000,-= f750,-. 70% is bereikt. Werknemers op wie de overgangsbepalingen van toepas sing zijn, halen bij 40 dienstjaren op grond van PR 1978 nagenoeg alle maal deze norm van 70%. Staatje 1 geeft een beeld van de kosten. Het verhogen van het Weduwen (WP)/- Weduwnaarspensioen (WNP) Uitgangs punt in het PR 1989 is dat een verho ging van het WP/WNP alleen maar mo gelijk is in combinatie met een verho ging van het OP. Het omgekeerde hoeft echter niet: u kunt dus uw OP verhogen zonder een verhoging van het hiervan afgeleide WP/WNP. Wanneer u besluit uw OP tesamen met het WP/WNP te verhogen, dan moet u uiteraard meer betalen dan bij het uit sluitend verhogen van het OP. In het hiernaast behandelde voorbeeld ziet u de verschillende mogelijkheden te rugkomen. Zie ook staatje 2. We gaan er in deze voorbeelden van uit, dat een bijverzekerd WP/WNP na overlijden van de deelnemer pas in gaat, als de weduwe of de weduwnaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Waarom is hier van uitgegaan? De weduwe of de weduwnaar van een overleden deelnemer heeft namelijk tot 65 jaar reeds aanspraak op een aanvullend WP/WNP, waarvan de hoogte mede afhankelijk is van het ni veau van het levenslange WP/WNP (zie hiervoor PR 1989). Iedere extra in koop van het levenslange WP/WNP, dat ingaat voordat de weduwe of de weduwnaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, leidt derhalve tot een overeenkomstige korting op het aan vullend WP/WNP. Uiteraard gaat deze redenering niet op in de gevallen waarin er wei nig of geen aanspraak bestaat op een aanvullend WP/WNP. Dit zal zich voordoen wanneer men ge durende een aantal jaren op basis van een volledig dienstverband pensioen heeft opgebouwd en men vervolgens korter gaat werken. Indien men dan komt te overlijden, is de opgebouwde aanspraak op WP/WNP hoog ten op zichte van het bruto arbeidsinkomen op het moment van overlijden. Daardoor is het aanvullend WP/WNP laag of nihil. In dat geval kan ook gekozen worden voor een WP/WNP, dat direct na het overlij den van de deelnemer ingaat. Hiervoor is de verschuldigde premie uiteraard wat hoger. Aangezien dit slechts inci denteel zal voorkomen, hebben we hier voor de premies niet vermeld. In voor komende gevallen zal de SPR u hier na der over kunnen informeren. Het verhogen van het WP/WNP zon der een verhoging van het OP In het hiervoor genoemde nummer van Rabo- band hebben we uiteengezet dat dit slechts in 3 gevallen mogelijk is: a. bij hertrouwen na echtscheiding; b. bij een leeftijdskorting op het na bestaandenpensioen omdat uw echt genoot meer dan 10 jaar jonger is; c. om vrouwelijke deelnemers die

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1988 | | pagina 8