Rabo
Vaak springplank naar
nieuwe functie
Nummer 14/14 oktober 1988 band
in de organisatie vindt, waar grote behoef
te is aan z'n kwaliteiten. Hij kan dan voor
lopig bij ons op de pay-roll blijven staan.
Wordt hij tijdelijk ergens geplaatst, dan wil
len we natuurlijk wel een vergoeding heb
ben. Er zit een zeker risico aan. Lukt het
niet, dan komt hij terug naar de bank,
waar zijn eigen stoel alweer bezet is... Eén
ding moet wel duidelijk zijn, het moet geen
lozing worden van werknemers die echt
niet voldoen. Alleen mensen die op zich
geschikt zijn, maar niet op de juiste plek
zitten moeten in de poule terecht komen.
Ook hele jonge mensen horen er niet in.
Die kunnen best zelf rondkijken en sollici
teren. Kansen genoeg binnen de Rabo
bank. Helaas zit er echt een stel mensen
binnen deze organisatie op hun zwakke
punten te functioneren. Als je ze test zie je
duidelijk dat ze ook sterke punten hebben.
Het is de kunst die te vinden.' De heer Van
der Linden is het er volledig mee eens. Hij
is van mening dat de bemiddeling ook ver
der zou moeten gaan dan alleen mana
gers. 'Die draaischijf, zoals die bij Manage
ment Ondersteuning bestaat, heb je eigen
lijk nodig voor mensen van allerlei niveaus.
Dat is in het belang van de hele organisa
tie.' Broekhoven vult aan: 'Nu heb je men
sen, die na drie keer solliciteren denken,
dat lukt me dus niet. Ze blijven de rest van
hun werkzame leven langzaam zitten
frustreren of vloeien af. Dat is gewoon zon
de.'
Hoge eisen Terug naar interim-mana-
gement. Van der Linden: 'Kwaliteit, daar
gaat het om. Krijgt een bank eenmaal een
slechte interim-manager, dan komen ze
niet gauw nog een keer en wordt het al
snel een 'kneusjespot' genoemd. Zo'n
man wordt natuurlijk niet meer ingezet,
maar toch...' Overigens is Van der Linden
daar niet zo bang voor. Oorspronkelijk was
hij organisatie-adviseur in de Regio Rotter
dam. Hij wilde graag naar een aangesloten
lemmermeer. Per 1 oktober ben ik hier z'n
opvolger. Dat is wat ik wilde gaan doen
toen ik interim-manager werd. Het is al
met al een goede kans om een stuk erva
ring op te doen en je nek uit te steken.
Maar mensen moeten niet denken dat ze
automatisch op korte termijn directeur
worden. Zo is het dus niet.'
Interim-management in de toekomst
Beide heren hopen dat interim-manage
ment in de toekomst een vanzelfsprekend-
Cees van der Linden en Cees van Broekhoven van de Rabobank Halfweg-Zwanenburg: interim-
management verder uitbouwen.
De afdeling Management
Ondersteuning AB
Naast interim-management houdt de
afdeling Management Ondersteuning AB
van het directoraat Bedrijfsvoering zich
bezig met projectmanagement, draai
schijfstudie en functiewisselingsprojec
ten. Bij project-management verleent
Rabobank Nederland aan een aangeslo
ten bank ondersteuning door de uitvoe
ring van projecten gericht op de verbete
ring van de interne organisatie en een
marktgerichte en efficiënte werkwijze
van de bank.
Bij de draaischijffunctie draait het om
managers en specialisten die om de
een of andere oorzaak zijn vastgelopen
en aan wie nieuwe kansen wordt gebo
den op de interne arbeidsmarkt, dus
binnen de Rabobankorganisatie. Dat ge
beurt via stages, detacheringen en on
dersteuning in projecten waarvoor deze
medewerkers worden ingezet. Een daar
op aansluitend functiewisselingspro
ject heeft tot doel (potentiële) mana
gers daarbij te ondersteunen door mid
del van een zelf-marketing-programma
en carrière-advisering.
Binnen het team van de afdeling Mana
gement Ondersteuning houden Harry Ar-
kesteijn, Wilbert Gooskens, Marjoleine
Groenestein-Hols en Pierre van Hedel
zich bezig met interim-management.
bank. Een tijdje als interim-manager wer
ken leek hem de beste weg. Zijn ervarin
gen. 'Ik had mazzel', zegt Van der Linden.
'Ik heb eerst in Pijnacker gezeten als waar
nemend directeur, daar woonde ik vlakbij.
Na 15 maanden kwam de directeur terug
in Pijnacker, toen heb ik me vier maanden
met projecten beziggehouden. Is er tijdelijk
geen functie op een plaatselijke bank, dan
is er bij Management Ondersteuning AB
een soort vangnetconstructie. Je gaat daar
dan tijdelijk een bepaalde klus doen. Toen
heb ik nog een paar maanden in Brielle ge
zeten als directeur. Ongeveer een halfjaar
geleden kwam ik bij Halfweg-Zwanenburg
als hoofd Bedrijven. Dat was een uur heen
en een uur terug. Ik zat dus elke avond in
m'n eentje aan een gedekt hoekje van de
tafel te eten. Dat hoort erbij ais je interim
manager wordt, je weet nooit waar je te
rechtkomt. Je moet ook niet schromen om
iets beet te pakken. Niet te gauw denken:
dat kan ik niet. Toen ik waarnemend direc
teur in Pijnacker was, heb best eens op
m'n kop gekrabt', bekent Van der Linden.
'Belangrijk is, datje moet weten aan welke
mensen je welke vragen kunt stellen. Je
kunt ook altijd Rabobank Nederland bellen.
Financieringen is de poot waar de bank op
draait, je moet dus als interim-manager
wel weten wat een financiering is. Daar
moetje een ruime kennis van hebben. Ook
de omgang met het personeel, de sociale
kant is belangrijk. Weet je iets niet, vraag
het dan. Broekhoven werd benoemd tot di
recteur in Hoofddorp bij de Rabobank Haar-
heid wordt. Wel beseffen ze, dat het voor
sommige banken best moeilijk zal zijn als
een staffunctionaris zegt: ik wil interim-ma
nager worden. Broekhoven: 'Een goede
medewerker wil je natuurlijk graag houden.
Maar, als er veel mensen interim-manager
worden is het aanbod groot genoeg om
een goede opvolger - tijdelijk of definitief -
te vinden. We moeten een beroep doen op
de solidariteitsgedachte, human resource
management. Je hebt binnen de Rabobank
geen baan maar een loopbaan.' Van der
Linden: 'Als dat soort ideeën echt gaat le
ven, moet het lukken. Als een goed ie
mand vertrekt, krijg je er weer een goede
voor terug. Het is positief voor de hele or
ganisatie. Je krijgt zo de juiste persoon op
de juiste plaats. Het is een cirkel.' Broek
hoven vult aan: 'Als je een goed team
hebt, is de sfeer goed, dat heeft weer z'n
weerslag op de cliënten.' Over de kosten
heeft Broekhoven ook een mening: 'Denk
vooral niet, dat het tijdelijk niet opvullen
van een managementfunctie je geld ople
vert. Het kost namelijk veel meer dan je
soms denkt.' Op de vraag of er dan hele
maal geen negatieve kanten aan interim-
management zitten, weten de heren
slechts te bedenken, datje als interim-ma
nager wél intekent voor een stuk onzeker
heid. Je weet niet waar je uiteindelijk te
recht komt. Mislukt het helemaal, dan
moetje weer terug naar je oorspronkelijke-
plek. 'Ach', zegt Van der Linden filosofisch,
'misschien des te meer reden om extra je
best te doen.' TMF