Een nieuw pensioen
reglement in aanbouw
WANDELEN
DOOR
PENSIOENLANI
W. BEEKMAN
H.M.J. JANSSEN
Grote lijn nieuw reglement
8
Hahoband
Kort samengevat gaat het
hier om de volgende ontwik
kelingen:
Europese richtlijnen en de
Nederlandse wetgeving schrij
ven een gelijke behandeling
van mannen en vrouwen voor.
Daarom dient er ook een we
duwnaarspensioen te worden
ingevoerd, iets wat we zelf, los
hiervan, ook willen.
De hoogte van onze ouder
domspensioenen, inclusief de
AOW, komt na 40 dienstjaren
belangrijk boven de 70% van
het laatstgenoten salaris uit.
Daarom moet de franchise
meer in overeenstemming wor
den gebracht met de AOW, die
de gepensioneerde van de
overheid ontvangt.
Het levensjarenbeginsel,
dat nu in ons reglement wordt
gehanteerd ter oplossing van
de pensioenbreuk, kan beter
worden losgelaten, omdat er
andere methoden zijn geko
men om deze breuk op te los
sen. Werknemers die naar een
nieuwe werkgever gaan, kun
nen immers thans hun opge
bouwde reserve meenemen.
Onder invloed van de CAO
voor het bankbedrijf is het ka
rakter van onze pensioenvoor
ziening gewijzigd. In 1978 kon
een werknemer alleen maar
deelnemer worden, als hij ten
minste 20 uur per week werk
te. Thans is het zo dat iedere
werknemer, ook al werkt hij
maar één uur per week, direct
of op termijn aanspraak op
pensioen krijgt. Hierdoor dient
onze pensioenvoorziening niet
uitsluitend meer ter verzorging
van de werknemer, die tevens
kostwinner is.
Door de opkomst van deel
tijdarbeid en de behoefte aan
flexibele arbeidspatronen, zo
wel bij werknemers als werkge
vers, ontstaan er nu en in de
toekomst arbeidspatronen, die
Vorig jaar hebben wij in zes artikelen de voornaamste
geheimen van het verschijnsel pensioenen onthuld. We
vertelden wat over de geschiedenis, behandelden de
verschillende pensioenssystemen en lieten u zien hoe
onze huidige reglementen in elkaar zitten. We sloten de
artikelenreeks af met de behandeling van de wettelijke
en maatschappelijke ontwikkelingen, die een nieuw pen
sioenreglement wenselijk maken.
steeds in tijd en duur verande
ren. Daarom ligt het niet meer
voor de hand om het laatst
verdiende salaris basis te la
ten zijn voor de hoogte van het
pensioen. Een andere ontwik
keling is dat het in het nieuwe
reglement mogelijk moet zijn
om op een andere dan de
standaard leeftijd met pen
sioen te gaan. Hiermee hangt
de al lang bij velen levende
wens samen, om extra pen
sioen te kunnen inkopen.
Een laatste wens, hoewel die
niet direct met de wettelijke en
maatschappelijke ontwikkelin
gen heeft te maken, is het
streven ons nieuwe reglement
minder afhankelijk te maken
van rechtstreekse overheids
maatregelen. Er moeten dus
geen normen meer in worden
genoemd, die de overheid
rechtstreeks kan veranderen.
Nieuwe pensioenfilosofie
Als u het bovenstaande door
leest, krijgt u waarschijnlijk het
gevoel dat wij bezig zijn een
aantal heilige huisjes te slo
pen. Dat is ook zo. Wie in pen-
sioenland het eindloonstelsel
ter discussie durft te stellen,
zal niet overal op een warm
applaus hoeven te rekenen.
Het eindloonstelsel verlaten
betekent echter niet dat het
pensioen alleen hierdoor in
kwaliteit achteruit gaat. Het
wordt alleen anders opge
bouwd, waarbij we wel meer
rekening gaan houden met de
AOW, die van de overheid
wordt ontvangen. Wanneer
we onze pensioenvoorziening
meer willen afstemmen op de
verschillende manieren waar
op er nu en in de toekomst
binnen onze organisatie ge
werkt gaat worden, zullen we
anders tegen de arbeids
voorwaarde 'pensioen' moe
ten aankijken. Pensioen moet
meer afgeleid worden van het
loon, dat de werknemer gedu
rende zijn loopbaan heeft ge
noten. Deze gedachte noemt
men - heel logisch - ook wel
eens de uitgesteld loon-filoso-
fie. Deze filosofie zou alleen
moeten gelden voor het ouder
domspensioen. Bij de bepaling
van de hoogte van de nabe
staandenpensioenen komt er
nog een ander, bekend ele
ment bij en dat is het verzor
gingsbeginsel. Het nabestaan
denpensioen moet namelijk zo
hoog zijn, dat dit leidt tot een
redelijke verzorging van de na
bestaanden van een overleden
deelnemer.
We nemen alle in het kader
genoemde pensioenvormen in
de komende afleveringen op
een duidelijke en overzichtelij
ke manier met u door.
Uiteraard behandelen we al
leen de hoofdlijnen, omdat u
anders door de bomen het bos
niet meer ziet. We beginnen
de volgende keer gewoon bij
het begin, bij het ouderdoms
pensioen dus. leder nummer
zullen we vervolgens een afge
rond onderdeel bij de kop ne
men, waarschijnlijk zijn we hier
de komende vijf nummers mee
bezig, zodat u voor de zomer
vakantie een aardig beeld
heeft hoe het allemaal wordt.
Rond die tijd is ook de besluit
vorming intern afgerond en
heeft de CAAR een advies aan
de Raad van Beheer uitge
bracht.
Na de vakantie zal de SPR aan
u als deelnemer officieel vra
gen of u het met al deze voor
stellen eens bent. U krijgt hier
voor nog speciaal voorlich
tingsmateriaal.
Het is de bedoeling, uiteraard
als de hele organisatie het
hier over eens is, dat het nieu
we reglement 1 januari 1989
ingaat.
De pensioenfilosofie, die we
hierboven kort hebben behan
deld, is uiteraard afgeleid uit
alle wettelijke en maatschap
pelijke ontwikkelingen, die
thans op ons afkomen. Dat
zelfde geldt uiteraard ook voor
de hoofdlijnen van het nieuwe
reglement: steeds hebben we
die keuzes gemaakt, die het
best passen bij al deze ont
wikkelingen.
We sommen ze hieronder al
lereerst maar eens even op,
om u een goed overzicht te
geven.
Deelnemers
Allereerst de vraag wie er alle
maal deelnemers aan het
nieuwe reglement kunnen zijn.
Dit zijn alle werknemers die
voor onbepaalde tijd in dienst
zijn, en bovendien degenen
voor bepaalde tijd in dienst,
en langer dan een jaar. Dat
wil echter nog niet zeggen dat
iedereen dan ook maar direct
pensioen gaat opbouwen. Dat
gebeurt pas vanaf de leeftijd
van 25 jaar.
ledereen is echter direct ver
zekerd tegen het risico van ar
beidsongeschikt worden.
Bij gehuwden is bovendien het
overlijdensrisico beneden de
leeftijd van 25 jaar meeverze
kerd.
Pensioenvormen
Welke pensioenvormen gaat
het nieuwe reglement nu han
teren? We geven nu alleen
een opsomming:
- een ouderdomspensioen
- een ongehuwdenpensioen
- een levenslang weduwen-,
dan wel weduwnaarspen
sioen
- een wezenpensioen voor
wezen tot 21 jaar
- een bijzonder wezenpen
sioen, voor wezen tussen
de 21 en 27 jaar
- voor nabestaanden van deel
nemers, die gedurende hun
dienstverband bij de Rabo-
bankorganisatie komen te
overlijden, is er bovendien
een extra weduwen- of we
duwnaarspensioen, en bo
vendien een extra wezenpen
sioen.
- een arbeidsongeschiktheids
pensioen