Sociale ontwikkelingen
1987
8
Bababand
Dit jaar geven wij voor het eerst een voorpublikatie van
een aantal tabellen met personeelsgegevens van de
Rabobankorganisatie. Hierdoor wordt vroegtijdig inzicht
verschaft in een aantal ontwikkelingen die zich in 1987
hebben voorgedaan en wordt tegemoet gekomen aan de
vraag van een aantal plaatselijke banken die deze cijfers
willen gebruiken voor hun eigen sociale verslaglegging.
Voorafgaand aan de tabellen geven wij een korte toelich
ting op de belangrijkste ontwikkelingen. Een uitgebrei
dere analyse van deze cijfers komt in 'Sociale Ontwikke
lingen en Trends Rabobankorganisatie 1987'. Dit blad
verschijnt eind april/begin mei als een extra editie van
Raboband.
Werkgelegenheid minder
toegenomen
In 1987 is de werkgelegenheid
bij de Rabobankorganisatie
toegenomen met 679 perso
nen, een stijging van 2%. Dit is
inclusief de personeelsleden
van Translease BV, een 100%
dochter van De Lage Landen.
Hiermee zijn wij terug op het
groeiniveau van 1983 en
1984, toen de stijging respec
tievelijk 1,8% en 2,4% be
droeg. Ten opzichte van 1985
en 1986 is er sprake van een
halvering van de groei. Vooral
bij de plaatselijke banken is
de personeelstoename sterk
afgenomen. Regionaal zijn er
opvallende verschillen in stij
ging te zien; zo bedraagt in de
regio Groningen de toename
0,5% tegen 2,5% in de regio
Haarlem. In tegenstelling tot
de plaatselijke banken was bij
deze verloopcijfers staan hoge
re instroomcijfers: 16,1% vrou
wen en 9,0% mannen. De toe
name van ruim 600 personen
bestond voor driekwart uit
vrouwen. Bij de plaatselijke
banken (tabel 4) kwam de
groei zelfs voor 90% voor reke
ning van de vrouwen. Bij Rabo
bank Nederland en de gelieer
de instellingen was er sprake
van meer evenwicht.
Deeltijdarbeid
gestabiliseerd
Na een enorme toename bij
de plaatselijke banken van het
aantal parttimers (van 9% in
1982 tot 20,9% in 1986) blijkt
uit tabel 5a dat het aantal in
deeltijd werkende personen in
1987 nog slechts een lichte
stijging vertoonde. Ook bij
Rabobank Nederland en de ge
lieerde instellingen de stijging
groter dan in 1986. De groei
heeft zich hoofdzakelijk voor
gedaan in de werkgebieden
Bankzaken en Informatica. Bij
de gelieerde instellingen haal
de De Lage Landen een hoog
groeicijfer (50%). In het aantal
personeelsleden bij De Lage
Landen is voor het eerst inbe
grepen de personeelsleden
van Translease BV; vandaar
het hoge groeicijfer.
In- en uitdiensttredingen
Het verloop - inclusief de door
stroming binnen de organisa
tie - daalde licht: van 11,1% in
1986 naar 10,8% in 1987.
Maken we een uitsplitsing
naar vrouwen en mannen, dan
blijkt het verloop voor de vrou
wen 13,4% en voor de mannen
7,9% te bedragen. Tegenover
Rabobank Nederland en de ge
lieerde instellingen steeg het
percentage deeltijders slechts
in lichte mate, nl. van 10,6%
naar 10,8%. Verder is het op
vallend dat het aantal manne
lijke parttimers ten opzichte
van 1986 licht daalde: van
3,4% naar 2,8%.
Gemiddelde duur dienst
verband nu 9 jaar
Bij de plaatselijke banken is
de gemiddelde duur van het
dienstverband bij mannen
12,5 jaar. Dit relatief hoge ge
middelde zal in de toekomst
nog verder toenemen, gezien
het naar verhouding lage ver
loop onder mannen in combi
natie met een naar verwach
ting lagere personeelsgroei
dan in de achter ons liggende
jaren. De gemiddelde dienst
tijd van de vrouwen is bij de
plaatselijke banken (6 jaar) on
geveer de helft van die van de
mannen. Het verschil in gemid
delde duur van het dienstver
band tussen mannen en vrou
wen is bij Rabobank Nederland
en de gelieerde instellingen
aanzienlijk kleiner: 2,3 jaar.
Gemiddelde leeftijd
blijft toenemen
De vergrijzing van de 'gemid
delde' Rabobankmedewerker
blijkt niet alleen uit de toene
ming van het aantal grijze ha
ren maar wordt ook in tabel 9
zichtbaar.
Gegeven het feit dat er met
name onder ouderen sprake is
van een zeer gering verloop,
zal over 10 jaar 20% van het
personeel een leeftijd van 50
jaar of ouder hebben bereikt.
Dit zijn dan voornamelijk de
mannelijke personeelsleden.
Maar ook bij de vrouwen is
een duidelijke toename van de
gemiddelde leeftijd te zien. In
de klasse 30-34 jaar is het
aantal vrouwen in 5 jaar tijd
verdubbeld.
De gegevens van een aantal ta
bellen zijn nog niet compleet.
Deze komen wel te staan in
'Sociale Ontwikkelingen en
Trends Rabobankorganisatie
1987'.
Deze tabellen zijn:
Tabel 6: Uitzendkrachten
Rabobank Neder
land naar reden
van plaatsing.
Tabel 7: Vakantiewerk in
1987.
Tabel 11: Reden van beëindi
ging van het dienst
verband in 1987.
Tabel 12: Verzuim wegens
ziekte.
Tabel 12a: Verzuimgegevens,
gesplitst naar man
nen en vrouwen.
Tabel 12b: Verzuimpercenta
ges, gesplitst naar
categorieën plaat
selijke banken.
In de hierna in het verslag opgenomen statistische overzichten
3 tot en met 11 zijn niet inbegrepen de gegevens van de mede
werkers in dienst van de buitenlandse vestigingen, Nederlandse
Scheepshypotheekbank NV en de Stichting Pensioenfonds
Rabobankorganisatie. Tevens zijn in deze tabellen niet
opgenomen de personeelsleden van Translease BV. Wel zijn
deze personeelsleden geteld in tabel 1 onder de kop De Lage
Landen BV.
Eén van de 17061 vrouwen die in de organisatie werken