Briefje van vijf maakt
plaats voor munt
Geen sterretje op munten na
vertrek muntmeester
In mei 1988 komt er een muntstuk van vijf gulden. Het
groene briefje van vijf gulden bestaat sinds 1973. De
levensduur van zo n biljet is kort, slechts drie maanden.
Een munt gaat veel langer mee. Kijk maar naar de jaartallen
op de munten in uw portemonnee. Menig kwartje of stuiver
stamt nog uit de zestiger jaren.
4
Het ontwerp voor het vijf
gulden-stuk was al in 1982
klaar. In dat jaar werd de
naoorlogse serie met de beel
tenis van Koningin Juliana ver
vangen door een nieuwe serie
munten met de beeltenis van
Koningin Beatrix. De nieuwe
munt is kleiner dan de rijks
daalder en ook kleiner dan de
gulden, maar wel dikker dan
de twee andere munten. De
goudkleurige munt heeft een
nikkelen kern, waaromheen
een laag brons is aangebracht.
De diameter is 23,5 millimeter
en de dikte 2,75 millimeter (de
gulden heeft een diameter van
25 mm en de rijksdaalder van
29 mm). De munt heeft een
kartelrand, iets dat de gulden
en de rijksdaalder niet hebben.
Het aanmaken van één munt
zal dertig tot veertig cent per
stuk gaan kosten. Het drukken
van een bankbiljet is veel
goedkoper, maar door de lan
gere levensduur, is de munt
veel economischer. Bij 's Rijks
Munt in Utrecht heeft men eind
oktober reeds een klein aantal
munten geslagen. Er zijn na
tuurlijk allerlei apparaten, die
ruim van te voren moeten wor
den aangepast aan de nieuwe
munt, denk aan sigarettenau
tomaten. In plaats van vier
guldens en een kwartje kan
men daar voortaan volstaan
met het inwerpen van één
munt van f 5,-. Wie een ap
paraat produceert, waarin de
nieuwe munt gebruikt zal wor
den, kan een munt 'op zicht'
krijgen. In zo'n geval moet een
uitgebreid contract worden
ondertekend. Want het is na
tuurlijk niet de bedoeling dat de
munten al voor mei 1988 in cir
culatie komen. Voor één munt,
die niet terugkomt moet een
boete van f 2500,- worden
betaald.
Hoe ontstaat een munt? 'Een
munt is een combinatie van
diameter en gewicht', zegt de
heer E.J.H. Bennema, hoofd
commerciële zaken bij 's Rijks
Munt. 'En natuurlijk een me
taallegering.' Hoe komt een
munt tot stand? Bennema: 'Het
uitgeven van een nieuwe munt
lijkt simpel, maar er gaat een
heel proces aan vooraf Een
munt mag bijvoorbeeld niet lij
ken op een al bestaande munt
van een ander land. In London
staat een computer waarin de
specificaties van munten uit
bijna alle landen zijn opge
nomen. Heb je een ontwerp
voor een nieuwe munt, bijvoor
beeld onze nieuwe munt van
De munt van vijf gulden, de dikste in de rij.
f 5,-, dan voer je alle gege
vens in de computer in en die
vertelt dan of een soortgelijke
munt al voorkomt. Het zou na
tuurlijk lastig zijn als een land
in onze omgeving een munt
van de zelfde afmetingen heeft
met een heel andere waarde.
Zegt de computer dat het in
orde is, dan gaan we met ons
voorstel naar de staatssecre
taris van Financiën en komt de
zaak in het Parlement. Wordt
het plan goedgekeurd, dan
gaan we over tot het maken
van stempels en gereedschap
pen. Dat kost ongeveer twee
maanden.
Ondertussen bestellen we het
metaal. Maanden voor de munt
E.J.H. Bennema: 'Sterretje op de
munt zou circulatie verstoren'.
in circulatie komt beginnen we
al met het slaan.'
Hoeveel vijf gulden-stukken
worden er geslagen? 'Om te
beginnen vijftig miljoen. Zoveel
biljetten van f 5,- zijn er nu in
omloop. De biljetten worden
langzaam maar zeker ingeno
men door de Nederlandsche
Bank. Maar mocht 50 miljoen
te weinig zijn, dan slaan we
bij.'
Wat doet 's Rijks Munt alle
maal? Bennema: 'Eigenlijk
maar één ding: munten slaan.
Maar wel heel veel soorten en
maten munten. Naast de Ne
derlandse munten slaat men
ook voor onder andere Aruba,
de Nederlandse Antillen, Suri
name, Israël en landen in Zuid
en Midden-Amerika en het
Midden Oosten. Een andere
belangrijke tak van het bedrijf
is het aanmaken van konink
lijke onderscheidingen, orden,
penningen voor automaten en
munten voor speciale gelegen
heden. Menige Rabobank
heeft ons bij bijzondere gele
genheden penningen laten
maken. Een nieuw initiatief is
het ontwerpen en slaan van
Art Medals. Dit zijn medailles
met een doorsnede van 6,5
cm, speciaal voor verzame
laars. Er verschijnt er één per
kwartaal in een oplage van
circa 1500 stuks.' Wie werken
er bij de Munt? 'De Munt is
helemaal self-supporting. Er
werken totaal 110 mensen,
waaronder graveurs, zilver
smeden, technische mensen,
marketing-medewerkers etc.
Het verloop is bijzonder klein.
Men vormt een heel hecht
team.
Eén persoon 'kent' iedereen.
Op elke munt staat zijn
'handtekening'. De muntmees
ter. Hij is verantwoordelijk voor
de kwaliteit van de afgeleverde
munten. Tot 1 december was
Ir. J. de Jong muntmeester. Hij
'tekende' zijn munten met een
hamer en een aambeeld. Zijn
voorgangers Van Hengel en
Van de Brandhof kozen res
pectievelijk voor een visje en
een haantje.
Het is traditie dat in een peri
ode dat er geen muntmeester
is - zoals vanaf 1 december
het geval is - zijn teken nog
wel gebruikt wordt, maar dan
voorzien van een sterretje.
Veel verzamelaars zullen het
jammer vinden dat besloten is
van deze traditie af te stappen.
Er komen dus geen munten
van 1987 met een sterretje en
ook in 1988 zal dit niet ge
beuren. We zien daarvan af
om te voorkomen dat er te
veel munten door verzame
laars worden achtergehouden.
Dat zou de circulatie ernstig
kunnen verstoren.' TMF
Museum
Wie met eigen ogen de geschie
denis van de produktie van de
munt wil bekijken kan terecht in
het museum van 's Rijks Munt.
Dit is dagelijks geopend van
14.00 tot 16.00 uur.
Wilt u met een groep op bezoek
gaan, dan kunt u een afspraak
maken met de conservator, de
heer A. A. J. Scheffers, bereik
baar onder telefoonnummer
(030) 910342.