IÉ De krach van 1987 Weer een crisis De krach van 1929 De beursvloer op Beursplein 5: ogenschijnlijk rustig. ding van de Mississippi uitge strekte gebieden, waarvan ie dereen verwachtte dat ze ze ker zo vruchtbaar zouden zijn als de mondingen van de Eu- fraat en de Nijl. Law verkreeg het alleenrecht om handel te drijven en op de bodemschat ten van Louisiana. Hij richtte in 1717 een maatschappij op en gaf 200.000 aandelen uit. Hij overspoelde de beleggers in Frankrijk met veelbelovende brochures. Ondertussen kocht Law allerlei slechtlopende on dernemingen op en wist in het willige beursklimaat ook daar van de koersen flink op te bla zen. Het Franse publiek zag hem als de man met de gou den handen, alles wat Law aanpakte bloeide op. Inmid dels stortte 'tout Paris' zich op de beurs. In december 1719 stijgen de aandelen in het Mis- sissippi-project van 400% tot 2050%. Speculanten die tijdig verkopen, worden schatrijk, maar de krach moest nog komen. De ondernemingsgeest nieuwe stijl greep om zich heen. Kers verse ondernemingen plaats ten succesvol aandelen voor het monopolie van de handel op onbekende eilanden, fan tastische scheepvaartprojecten etc. Men vroeg bijvoorbeeld twee miljoen pond voor een project, waarvan het doel pas na inschrijving bekendgemaakt zou worden. De speculatiedrift maakte zich ook van de Londenaren en de Amsterdammers meester. De Westindische Compagnie bij voorbeeld gaf nieuwe aande len uit tegen 250%, de koers ervan steeg al snel tot 1200%. Als de winter van 1720 invalt, zijn alle dromen vervlogen. Overal storten de koersen in. Velen, die hun hele hebben en houden in effecten gestoken hebben, worden straatarm. Law moet Frankrijk ontvluch ten. In Amsterdam noteren de aan delen van de Westindische Compagnie 80%. Na de krach van 1720 volgde een tijd, waarin er minder behoefte was aan risicodragend kapitaal. In 1763 deed zich weer een grote crisis voor, hoewel die niet te vergelijken was met de ineenstorting van 1720. De aanleiding waren moeilijkhe den bij een girobank in Ham burg. Wissels bleken niet vol doende gedekt te zijn door goud en zilver. De crisis sloeg over naar ons land. De volgende koersval deed zich voor in 1772. Voor aande len hadden de beleggers sinds de debacles van die eeuw wei nig belangstelling meer, ze kochten voortaan obligaties. In 1772 was er een koersval in obligaties. Het begon in Lon den, waar de Bank van Enge land een kredietbeperking voor het lenen tegen effecten door voerde, omdat in haar ogen onverantwoord veel gespecu leerd werd. Veel beleggers werden gedwongen overhaast hun effectenposities af te bou wen. Er ontstond een crisis sfeer, die ook oversloeg naar Amsterdam. In 1825 verschoof de speculatiezucht weer van obligaties naar aandelen. Oor zaak was een schandaal waar bij iemand belangen in een niet bestaand land had verkocht. Geleidelijk verplaatste het to neel zich naar het land van de onbegrensde mogelijkheden. De beurs van New York kreeg in 1886 een telegraafverbin ding met Londen. Vanaf dat moment ontving het westelijk halfrond de noteringen van de overkant en moest Europa de schokken van Wall Street ver werken. Een voor Nederland belangrijke crisis deed zich daar in 1873 voor. Wall Street sloot haar deuren voor 10 da gen en 97 effectenfirma's gin gen failliet. De Nederlandsche Bank trok de kredietfaciliteiten voor het beleggen in Ameri kaanse fondsen in, wat bij ons de crisis verergerde. Er volgde weer een periode van herstel, maar in 1907 had in ons land de Amsterdamse beurs slechte tijden tijdens de zwarte week van 5-12 oktober. Daarna was er weer een peri ode van herstel, tot in 1914 de eerste wereldoorlog uitbrak. De vrees voor instorting deed het bestuur besluiten de Effec tenbeurs op 29 juli 1914 te sluiten. Pas op 9 februari 1915 ging deze weer open. Na de oorlog volgden de jaren van opbouw. In de jaren twintig leken de ergste gevolgen van de oorlog over. Amerika was uitgegroeid tot het belangrijkste industrie land van de wereld en speelde de hoofdrol in de wereldeco nomie. Eind jaren twintig waren er drie zeer goede graanoogsten, waardoor de prijzen op de wereldgraanmarkt erg onder druk kwamen te staan. Dit, samen met het langzamerhand verzadigd raken van de Effec- tenmarkt zorgde voor een ver andering in de vooruitzichten voor speculanten. De beurs koersen kwamen in een spiraal omlaag. De vraag naar luxe goederen werd geringer, door dat ook de kleine spaarders de weg naar de Effectenbeurs hadden gevonden en nu met de consequenties daarvan werden geconfronteerd. Het werd een sneeuwbaleffect, dat leidde tot de grote krach op de Amerikaanse beurs op 22 oktober 1929. Het was het begin van de grote crisis van de dertiger jaren. Andere lan den werden meegesleept. De instorting van de beurs aan de New Yorkse Wall Street had verstrekkende gevolgen voor de economische situatie over de hele wereld. Of de huidige beurscrisis de geschiedenis in zal gaan als de krach van oktober 1987 zal de tijd ons moeten leren. Wat echter wel opvallend is, is dat de crisis van 1907 en de krach van 1929 ook in oktober plaatsvonden... SP/TMF Voor dit verhaal maakten wij gebruik van het boekje 'De soms schokkende, maar altijd boeiende historie van het effect' uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Theodoor Gilissen en 'Lessons from the past' van Jan Tinbergen. 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 6