len van de organisatie, de plaatselijke banken enerzijds en Rabobank Nederland anderzijds. Voor vele medewerkers van Rabobank Nederland is een aangesloten bank onvoldoende bekend. Een historisch verklaarbare wat paternalistische houding ten opzichte van de plaatselijke banken zou vervangen moe ten worden door een houding van 'bevorderaar van het wel zijn van de aangesloten banken', een cliëntgerichte instel ling dus, die niet alleen moet worden voorgehouden aan de aangesloten banken ten opzichte van hun cliënten. Zij geldt evenzeer voor Rabobank Nederland tegenover haar eigen cliënten, de aangesloten banken. Kennis van de aangesloten banken kan dit bevorderen. De vacaturebank is een middel om door te stromen en tot uit wisseling te komen tussen Rabobank Nederland en de plaatselijke banken en kan hiertoe een positieve bijdrage le veren, vandaar dat wij er voor zijn. Maar de OR heeft daar een aantal kanttekeningen bijge plaatst? V. d. Kwast: Ja, we hebben daar duidelijk een aantal kanttekeningen bij geplaatst omdat wij ook in de evaluatie van de werking van de 9 regionale vacaturebanken in 1985 enkele aspecten aantroffen die ons minder aanstonden en we vonden dit een fraaie gelegenheid daar eens wat aan te doen. Allereerst, dat bij belangrijke reorganisaties bij Rabobank Nederland eerst voor de medewerkers van wie de functie dreigt te vervallen, naar werkgelegenheid gezocht moet worden, eerst binnen het eigen directoraat en anders bij an dere delen van Rabobank Nederland, alvorens collega's van plaatselijke banken gelegenheid krijgen om te solliciteren naar vacatures bij Rabobank Nederland. Dat hebben we ge daan omdat het personeelsaantal van Rabobank Nederland veel groter is dan dat van de individuele plaatselijke banken en daarom een reorganisatie ook veel dieper ingrijpt en een groter aantal mensen kan aangaan dan bij een aangesloten bank. Een andere overweging is geweest dat in principe een ieder 'bemiddelbaar' geacht moet kunnen worden. Men moet kijken naar wat iemand wèl kan in plaats van te kijken naar wat hij niet kan of heeft. In die zin is een ieder bemiddelbaar te achten, omdat mensen haast altijd wel be paalde sterke punten hebben. Het is dan zaak de juiste plek voor iemand te zoeken, gelet op zijn sterke punten. Het is daarom aan de manager die de vacature heeft, die hem of haar t.z.t. moet ontvangen, om uit te maken of ie mand bemiddelbaar is. Voorts hebben we als conditie gesteld dat alle vacatures, in principe dus ook die van functieklasse 9 en hoger, moeten worden gepubliceerd. Want alleen dan bereik je dat iedereen de gelegenheid krijgt om te solliciteren naar functies die open zijn. Bestaat niet de vrees dat de doorstroming van medewer kers van Rabobank Nederland zal worden beperkt omdat medewerkers van plaatselijke banken als gelijkwaardig aan kandidaten van Rabobank Nederland zich kunnen melden voor vacatures bij Rabobank Nederland? V. d. Kwast: Het grappige is dat bij de CAAR de indruk bestond dat me dewerkers van Rabobank Nederland meer kansen hebben om door testromen naar de aangesloten banken dan omge keerd. De CAAR acht mede daarom ook de komst van de vacaturebank van Rabobank Nederland een positieve zaak. Echter, ik denk dat het zo zal werken dat uitsluitend de kwa liteiten van medewerkers zullen tellen, en niet zozeer of ze nu afkomstig zijn van Rabobank Nederland of van de plaat selijke banken. En dat is waar je naar toe moet. Meer doorstroming en uit wisselbaarheid. Wij beschouwen de organisatie als één ge heel en niet als bestaand uit twee delen. Het welslagen van de vacaturebank zal mede afhangen van de bereidheid van het management om kandidaten uit die vacaturebank serieus in ogenschouw te nemen. De plaatsing van medewerkers vanuit de ABO-opleiding verliep soms stroef. Hoe schat u dit nu in? V. d. Kwast: Managers gaven er de voorkeur aan medewerkers aan te stellen die al ervaring hadden, in plaats van de zeer uitge breide theoretische opleiding die de ABO'ers hebben gehad. Weinig mensen in onze organisatie hebben zo'n uitgebreide theoretische ondergrond gekregen. De personeelsstop maakte dit wel begrijpelijk. Het manage ment wil in die situatie meteen direkt inzetbare mensen hebben, in plaats van de theoretische kennis van deze men sen geleidelijk aan te vullen met praktische ervaring, waar door zij m.i. uiteindelijk betere mensen hadden gekregen dan de medewerkers die vaak een beperktere (vak)opleiding hadden maar op grond van hun ervaring wel direkt inzetbaar waren. We zullen echter in onze organisatie naar veel breder inzet bare mensen toe moeten. Het management zal in die zin zijn houding moeten wijzi gen, anders kan dit ook een knelpunt worden ten aanzien van de vacaturebank. Wat zijn uw verwachtingen van de vacaturebank? V. d. Kwast: De OR heeft gevraagd om een evaluatie na 1 jaar. Dat heeft ze niet zomaar gedaan maar omdat we wel zien dat er knelpunten zijn die kunnen verhinderen dat de vaca turebanken optimaal functioneren. We hopen dat deze knel punten zich niet zullen voordoen. Persoonlijk wil ik overigens nog wel kwijt dat we eens af moeten van al die leeftijdsgrenzen voor allerlei functies. Niet ouder dan 35 of 23 jaar zie je vaak staan in advertenties. Dat is volkomen belachelijk. Oudere mensen hebben tenslotte meer ervaring en aan werkkracht en inzet behoeft men bij deze categorie ook niet te twijfelen. Dat ouderen soms wel minder functioneren komt omdat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van hun kwaliteiten en men (heel gemakzuchtig!) ze maar laat zitten. Bewust doorgroeien Aan de heer H. van Lubek, directeur van de bank te Dalfsen vroegen we of hij dacht dat er een behoefte bestaat bij me dewerkers om door te stromen binnen de organisatie. Van Lubek: Deze behoefte is erg persoonlijk. Ik zou in dit verband on- Vervolg op pagina 10

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 6