Acht u doorstroming van belang voor de organisatie ook gelet op de doorstroming tussen aangesloten banken en Rabobank Nederland en omgekeerd? Van Eldik: Doorstroming is inderdaad een heel belangrijke zaak bij de verbetering van de kwaliteit. Maar niet tegen iedere prijs en dat geldt ook voor de doorstroming tussen Rabobank Ne derland en de plaatselijke banken en omgekeerd. Weliswaar is deze doorstroming heel erg belangrijk. Zeker ook voor medewerkers van Rabobank Nederland zodat ze niet vanuit een isolement met de plaatselijke banken om gaan. Het zou heel goed zijn als meer mensen bij Rabobank Nederland gerecruteerd zouden kunnen worden uit de plaatselijke banken. Daarmee is het organisatiebelang ge diend omdat dan met kennis van zaken over plaatselijke banken wordt geoordeeld. Maar dus niet tegen iedere prijs. Ik bedoel daarmee dat de kracht van deze organisatie gele gen is in onze sterk gedecentraliseerde structuur met eigen zelfstandige lokale banken. Die lokale banken zullen be mand moeten zijn met mensen die zich kunnen associëren met de plaatselijke gemeenschap, daar kennis van hebben, mensen kennen. Dit betekent dat er grenzen zijn aan het doorstromen van mensen vanuit die plaatsen naar andere plaatsen. Als het daar goed functioneert - het belang van de organisatie is immers gelegen in het kennen van je eigen markt en de mensen in die markt en het is dus van belang dat je ingeburgerd bent in die gemeenschap - stelt dat grenzen aan het verplaatsen van mensen die daar werk zaam zijn. Dat is de grens van de doorstroming. Maar toch blijft overeind dat als het noodzakelijk is om mensen te ver plaatsen omdat de kwaliteit er niet is of omdat de ambities en de kwaliteiten niet overeenstemmen met de functie- eisen, er voorwaarden moeten worden geschapen om de doorstroming wel te bevorderen. De regionale vacaturebanken zijn eertijds vooral ingericht als instrument van het werkgelegenheidsbeleid. Dit is in de praktijk meegevallen. Hoe schat u dit echter in voor de toekomst? Van Eldik: Het is zeker niet uitgesloten dat de rol van de vacatureban ken ook in het kader van het opheffen van fricties in de werkgelegenheidssituatie zal toenemen. Ik zie geen grote groei van het personeelsbestand in de ko mende jaren. De groei van de activiteiten zal minder specta culair zijn dan in de 70'er jaren. En daar waar wel groei is zal onder invloed van de technologie heel wat routinewerk onder druk komen staan. De verwachting is dat het personeelsbestand of zal stabili seren of zelfs iets zal teruglopen, maar in ieder geval niet spectaculair stijgen. Tegen die achtergrond heeft de vacaturebank met name een rol bij het opvangen en verplaatsen van mensen naar activi teiten waar nog vacatures zijn. Men moet daarbij niet verge ten dat we nog altijd 6 tot 8% natuurlijk verloop hebben en dat zijn op ruim 30.000 medewerkers zo'n 2000 vacatures per jaar. Als de noodzaak zich voordoet is er een verant woordelijkheid om in het kader van het werkgelegenheids beleid medewerkers te brengen naar vacatures die ontstaan door het natuurlijk verloop. Maar primair moeten de vacaturebanken een rol spelen in het verbeteren van het kwaliteitsniveau door mensen te brengen op plaatsen waar ze - gegeven hun kwaliteiten, ambities, kennis en vaardigheden beter kunnen functione ren en daardoor ook meer kunnen bijdragen aan de onder neming. Dat is wat we willen en wat in de lijn ligt van datge ne wat ook de medewerkers zelf willen. Er zijn nu twee media om doorstroming te bevorderen, de vacaturebank en het blad 'Vacatures Rabobankorganisa- tie'. Waarom kan men niet volstaan met een medium i.c. het vacatureblad? Van Eldik: Het zijn elkaar aanvullende instrumenten. Het vacatureblad is een eenmalige zaak, een momentopname dus. Daarnaast kun je vacaturegegevens ook in de vacaturebank - op te vatten als een gegevensbank - opnemen zodat het mana gement kwaliteiten die beschikbaar zijn met de functie- eisen voor vacatures met elkaar kan vergelijken. Personeelsontwikkeling Vacatureblad en vacaturebank zijn stappen om vraag en aanbod op gesystematiseerde wijze met elkaar in aanra king te brengen. In sommige andere bedrijven gaat men veel verder en vanuit zo'n organisatie wordt ook meer stu ring gegeven aan het plaatsingsbeleid. Een loopbaanbege leiding met een heel instrumentarium daarachter. Dat ken nen wij eigenlijk niet zo. Waarom niet? Van Eldik: Onze organisatie wordt gekenmerkt door het begrip 'mana gement by conviction' (overtuiging door kracht van argu mentatie). Het is niet een centrale leiding met zijn directieven maar veel meer door overtuigen en de kracht van redelijke argu menten waardoor zaken in ons bedrijf in beweging worden gebracht. Per slot van rekening adviseren wij de plaatselijke banken en hopen we dat door de kracht van het argument en de kwaliteit van het advies men daaraan gevolg geeft. Dat wil overigens niet zeggen dat we niet nog meer zouden kunnen doen aan het bevorderen van de kwaliteit van de mensen en van de organistie door de juiste mensen op de juiste plaatsen te zetten. Dat kun je doen door opleiding, door doorstroming en door loopbaanbegeleiding. In de komende jaren zullen die drie zaken heel belangrijk zijn in de discussie die momenteel gaande is over het sociaal beleid. Personeelsontwikkeling zal in het sociaal beleid een grotere rol gaan spelen en we zullen daar nog het nodige aan moe ten doen. Dat betekent o.a. dat je de kwaliteitseisen en de kwaliteitstekorten die er zijn in de organisatie en bij mede werkers, de kwaliteiten in het aanbod van medewerkers zo gesystematiseerd mogelijk in kaart moet brengen. Dat ge beurt voor de managementniveaus door de afdeling Mana gementontwikkeling en met behulp van de personeelsadvi- seurs zullen we dat ook meer en meer voor de overige me dewerkers moeten doen. Daar horen instrumenten bij als belangstellingsregistratie, potentieelbeoordeling, prestatie beoordeling, waarmee je een compleet beeld krijgt van op elkaar aansluitende gegevens, en meer sturend kunt optre den in die zin, dat bij vacatures vrij snel duidelijk wordt wie daarvoor in aanmerking kan komen. Op basis van al deze in formatie zullen we zo geobjectiveerd mogelijk een keus moeten maken en het enige wat dan telt is, welke mede werker het beste past bij een gegeven functie. Daarbij blijft echter overeind dat bij de vervulling van vaca tures de plaatselijke banken vrij zijn. Echter, ondersteund

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 4