merking inzake de prijsstel
ling werd medegedeeld dat
gestreefd wordt naar een
keuzemogelijkheid uit zes
configuraties, die tegen zo
aantrekkelijk mogelijke prij
zen aan de medewerkers
zullen worden aangeboden.
Thans wordt nog met de le
verancier gesproken om tot
een optimaal onderhande
lingsresultaat te komen.
Toegezegd werd om in het
najaar van 1987 aan de
CAAR een overzicht te ge
ven van geplaatste bestel
lingen, zodat aan de hand
daarvan kan worden bezien
of kleinere bijstellingen in de
configuraties wenselijk en
mogelijk zijn. Ook werd op
gemerkt dat de Computer-
Hobby-Club de nodige voor
lichting en ondersteuning
aan gebruikers kan geven.
Ten slotte werd toegezegd
dat bij de definitieve aanbie
ding een nauwkeurige spe
cificatie van iedere configu
ratie zal worden opgeno
men, onder vermelding van
de uitbreidingsopties.
De CAAR besloot positief
advies uit te brengen over
het voorstel tot aanschaf
van personal computers
voor personeelsleden.
5. Ziektekostenverzekering.
In herinnering werd ge
bracht dat in het voorjaar
van 1987 een werkgroep
van de Stichting Hulp Perso
neel Rabobankorganisatie
de inhoud van het collectie
ve ziektekostencontract
heeft bezien. Daarbij is de
mogelijkheid van het invoe
ren van een eigen risico
overwogen. Ook zou de bij
drageregeling nader dienen
te worden aangepast.
Parallel hieraan heeft het Di
rectoraat Arbeidszaken van
Rabobank Nederland een
studie ingesteld naar de
wenselijkheid van wijziging
van de bijdrageregeling.
Het verschijnen van het rap
port van de Commissie Dek
ker inzake de gezondheids
zorg heeft echter tot de
conclusie geleid dat defini
tieve besluitvorming over
wijziging van het collectieve
ziektekostencontract met
inbegrip van de bijdragere
geling zou dienen te worden
aangehouden tot het tijdstip
dat de politieke besluitvor
ming zal zijn afgerond.
De CAAR nam kennis van
deze mededeling maar
drong erop aan op zo kort
mogelijke termijn verande
ringen in het ziektekosten
contract te overwegen.
6. Toelichting jaarcijfers.
Van de zijde van de Hoofddi
rectie werd een toelichting
gegeven op de jaarresulta
ten 1986 en de onlangs ge
publiceerde halfjaarcijfers
1987, alsmede op enige
achtergronden en relevante
aspecten. Voor nauwkeuri
ge cijfermatige overzichten
zij verwezen naar het jaar
verslag 1986 en het half
jaarbericht 1987.
Toegelicht werd dat uit
gangspunt voor de beoorde
ling van een en ander is dat
een coöperatie een econo
mische doelorganisatie is
die economisch voordeel
dient te realiseren voor de
leden. Zij doet dit door het
voeren van gunstige debet
tarieven voor met name de
bedrijfscliënten en door het
bieden van continuïteit in de
dienstverlening. Wanneer
een bedrijfsrelatie in finan
ciële problemen dreigt te ra
ken, zal de bank zo lang als
enigzins mogelijk is achter
de relatie blijven staan. Een
dergelijke houding betekent
dat bijzondere zorgvuldig
heidseisen moeten worden
gesteld aan de verstrekking
van financieringen. In deze
gedachtenlijn past het bij de
belangenbehartiging van de
leden dat zonodig voorrang
zal worden gegeven aan de
financiering van leden bo
ven de financiering van niet-
leden. Dit kan bijvoorbeeld
aan de orde zijn in situaties
van door De Nederlandsche
Bank opgelegde kredietbe
perking.
Uit onderzoek is gebleken
dat de Rabobank als een
vertrouwde en betrouwbare
bankinstelling wordt erva
ren, die bovendien korte
besluitvormingskanalen
kent, zodat sprake is van
een snelle dienstverlening.
Een andere wijze van beoor
deling van de gang van za
ken kan worden gevonden
door toetsing aan aspecten
als vernieuwing, kwaliteits
verbetering en kostenbe
heersing. Vernieuwing is
noodzakelijk mede omdat
cliënten kritischer worden
bij de afname van bank
diensten. De noodzaak tot
vernieuwing heeft geleid tot
het verwezenlijken van een
aantal nieuwe produkten in
1986, zoals de Rabo Lijfren
te Koopsompolis, de instel
ling van de Rabo-huis-
fondsen en de tarieven
structuur voor de bedrijven-
markt. De vernieuwing
dient overigens mede te
worden gericht op de be
heersing van kosten van de
dienstverlening. Kwaliteits
verbetering dient in belang
rijke mate te worden gereali
seerd door verhoging van de
kennis en kunde van de me
dewerkers via opleidings
inspanningen. Ook kan
kwaliteitsverbetering wor
den bevorderd door een op
timale hantering van het in
gevoerde prestatie-beoorde
lingssysteem, waarmede
een passende honorering
kan worden bereikt.
Ten slotte zou kwaliteitsver
betering dienen te worden
bereikt door de aanpassing
van het distributieconcept
onder meer via de introduc
tie van electronische hulp
middelen (geld- en betaalau
tomaten, cashmanagement
en homebanking).
Wanneer de resultaten in
concreto worden bezien
dient een sterke groei van
de kredietverlening in 1986
te worden vastgesteld. De
middelengroei bleef in 1986
en het eerste halfjaar van
1987 echter achter bij de
groei van het kredietbedrijf.
Ook de kostenstijging is met
name in 1986 sterker ge
groeid dan bij andere bank
instellingen. De halfjaarre
sultaten 1987 geven ten
aanzien van de kostenont
wikkeling een enigszins po
sitiever beeld. De kostenbe
heersing zal in de komende
tijd echter een centraal the
ma blijven. Ook zal de nood
zakelijke middelenaanwas
veel aandacht verdienen.
Door de verkrappende ren
temarge en de toenemende
noodzaak om middelen aan
te trekken op de openbare
kapitaalmarkt zullen de mid
delen echter duurder wor
den.
Het balanstotaal is per 30
juni 1987 gestegen tot ruim
f 144 miljard. De toevoeging
aan de VAR is per 30 juni
1987 op een gelijk niveau
gehouden. In 1986 was in
de Rabobankorganisatie
sprake van een aanmerkelij
ke verlaging van de toevoe
ging aan de VAR, terwijl de
ze bij de andere banken
sterk steeg. Het beeld per
30 juni geeft aan dat tegen
over de consolidatie bij de
Rabobankorganisatie een
daling bij de andere banken
plaatsvindt.
De resultaten over 1986 en
het eerste halfjaar van 1987
leiden er toe dat voor de na
bije toekomst twee beleids
thema's centraal dienen te
worden gesteld, namelijk
verbetering van de kwaliteit
van de dienstverlening en
beheersing van de kosten.
7. Scholingsverlof.
Naar aanleiding van een
desbetreffende vraag werd
toegelicht dat in het kader
van de stimulering van de
werkgelegenheid in Noord-
Nederland in een aantal be
drijven in overleg met plaat
selijke overheden een scho
lingsproject is gestart. In dit
project wordt aan een aan
tal personen een dagvullen-
de opleiding geboden, ter
wijl de hierdoor opengeval
len arbeidsplaaten tijdelijk
worden ingevuld door wer
klozen. Een aantal Raboban-
ken werkt aan dit project
mee.
Toegezegd wordt dat na de
eerste evaluatie van de re
sultaten van het project in
formatie hierover aan de
CAAR zal worden verstrekt.
13