Fraude met cheques neemt hand over hand toe Half juli stonden de kranten er mee vol. 'Viertal roofde voor drie miljoen aan cheques'. De vier stalen de che~ ques vooral in kantoren en andere bedrijfspanden. Ze haalden ze uit jaszakken, tassen, kasten en bureaus. Een andere 'methode' om aan cheques te komen is een inbraak of een overval bij een bank. Vroeger was er op de banken veel geld in voorraad, maar de laatste jaren betalen de meeste mensen grotere bedragen vooral met cheques. Ze halen veel minder geld van hun rekening om er cash mee te betalen. De banken hebben daarom nog maar een kleine, goed uitgekien de, hoeveelheid geld in kas. Wordt een kantoor over vallen, dan nemen de overvallers steeds vaker grote hoeveelheden cheques mee in plaats van geld. De fraude met cheques neemt toe. Vorig jaar was de schade voor de gezamenlijke banken - inclusief de Postbank - zo'n 65 miljoen gulden. Er is momenteel op verschillende ni veaus overleg over de aanpak van dit nog steeds groeiende probleem. Er is daarbij sprake van een gezamenlijke aanpak van de banken en de Postbank. Binnenkort wordt bekend gemaakt welk pakket maatregelen door de gezamenlijke fi nanciële instellingen wordt genomen ter bestrijding van de fraude. Drie maanden nodig In onze eigen organisatie kunnen we intussen zelf overigens al heel wat doen om fraude te voorkomen. We spraken daarover met de heren J. F. van Zon (Hoofd Interne Contro le) en J. Wijnholds (Rayonmanager) van de Rabobank Amsterdam. 6 Zij stellen dat er drie groepen zijn die goed op moeten letten waar het cheques betreft: de banken, de cliënten en de win keliers. Zij kunnen alle drie de dupe worden bij misbruik van deze gegarandeerde betaalmiddelen. In de eerste plaats dus de banken. Zij hebben het meest te lijden onder fraude en betalen tot nu toe in vrijwel alle ge vallen de schade. Wat kan een bank zelf doen om de schade zo klein mogelijk te houden? Zij kan onder andere selectief te werk gaan bij het verstrek ken van cheques. Het aanvragen van cheques voor een nieuwe cliënt op een pas geopende rekening is misschien cliëntvriendelijk, maar is uit het oogpunt van fraudebestrij ding niet altijd wenselijk. Van een nieuwe cliënt zal, voordat tot verstrekking van cheques wordt overgegaan, eerst moe ten worden vastgesteld of de bij opening opgegeven per soonsgegevens juist zijn. Dit onder meer om achteraf niet te worden geconfronteerd met een rekening waarop een de betstand achterblijft door gebruik van 'eigen' cheques. Ook zal moeten worden gekeken hoe het gebruik van de nieuwe rekening zich ontwikkelt. Is er bijvoorbeeld sprake van regel matige voeding; is er vaak sprake van een debetstand; toont een BKR-toetsing voldoende kredietwaardigheid aan etc. Kortom, men moet voldoende inzicht hebben in de relatie, zijn moraliteit en financiële handel en wandel. Meestal duurt het drie maanden om een duidelijk beeld van het financiële doen en laten van een nieuwe cliënt te krijgen. Verstrekking van het volle pond aan cheques binnen die periode is dan ook op z'n zachtst gezegd 'onvoorzichtig' te noemen. De maximale hoeveelheid cheques die een cliënt per keer krijgt is twintig. Dit getal is in de praktijk echter vaak ook de minimale hoeveelheid die verstrekt wordt. Is het wel no dig dat elke cliënt over zoveel cheques kan beschikken? Ie mand die in de praktijk maar tien keer per jaar een cheque uitschrijft kan best toe met een kleinere hoeveelheid dan de gebruikelijke twintig. In overleg met de klant kan worden besloten dat een setje van 10 of 15 voldoende is. Een derge lijk beleid heeft tevens tot gevolg dat de voorraad bij de bank kleiner wordt. Heeft een bank 1000 cliënten die euro cheques gebruiken, dan zijn er 1000 pakjes van 20 cheques op voorraad bij de bank. Dat wil dus zeggen 1000 x 20 x f 300,- f 6.000.000,-! Als de helft van de cliënten pakjes van 10 cheques gaat gebruiken scheelt dit in de voorraad maar liefst 500 x 10 x f 300,- f 1.500.000,-. Het komt voor dat er nog cheques op voorraad zijn van cliënten die zijn verhuisd of overleden. Een regelmatige op schoning van de voorraad kan het bedrag dat in huis is ook beperken. Volgens de heren Van Zon en Wijnholds is het verstandig om per bank één persoon verantwoordelijk te maken voor het voorraadbeheer. De grote voorraad cheques behoort volgens de voorschrif ten 'beveiligd' te zijn opgeborgen. In de praktijk liggen de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 6