Van de zijde van Rabobank Nederland werd toegelicht dat de eerste verkennende gedachtenwisselingen in de Pensioencommissie - be staande uit functionarissen van Rabobank Nederland en het Pensioenfonds - over een nieuw Pensioenregle ment, op een aantal uit gangspunten waren geba seerd. Deze betroffen de wenselijkheid tot het aan passen van wettelijke en maatschappelijke ontwikke lingen, het structureel be heersen van de pensioen lasten, het opstellen van een reglement dat concurre rend is met pensioenvoor zieningen van andere verge lijkbare bedrijven en het uit snijden van een aantal ex cessieve elementen in het huidige reglement. Hierbij stond voor ogen een nieuw reglement dat het Pensioen reglement 1978 geheel zou kunnen vervangen. Hiertoe zou een pakket over gangsmaatregelen dienen te worden opgesteld. De voorbedoelde wettelijke en maatschappelijke ont wikkelingen betroffen het vervangen van het levensja- renbeginsel en het eind loonstelsel door een op bouwsysteem met indexa tie, het invoeren van een weduwnaarspensioen en een partnerpensioen, het overwegen van een flexibele pensioenleeftijd, het aan passen van de franchise, alsmede enige kleinere aan vullingen. Ook de CAAR heeft in eer dere vergaderingen enige malen van gedachten ge wisseld over een aantal uitgangspunten, die ten grondslag zouden kunnen liggen aan een aangepast Pensioenreglement. De Pensioencommissie heeft zich, mede op basis van een door de externe ac tuaris van de SPR opgestel de schatting van de kosten van een herzien pensioen reglement, er steeds op ge baseerd dat door het verla ten van het levensjarenbe- ginsel en het eindloonstelsel financiële ruimte zou ont staan om nieuwe pensioen voorzieningen in het regle ment in te bouwen. Inmid dels is komen vast te staan dat, ten gevolge van het feit dat slechts een relatief be perkte groep deelnemers van het levensjarenbeginsel profiteert (omdat het me rendeel van de medewer kers op jonge leeftijd in dienst treedt) en voorts om dat het gemiddelde ouder domspensioen niet dras tisch kan worden verlaagd, een pensioenreglement op basis van de oorspronkelijke uitgangspunten tot onaan vaardbaar hogere lasten zou leiden. Bovendien zouden de pensioenvoorzieningen voor een belangrijke groep deelnemers op een lager ni veau komen te liggen. Der halve lijkt het niet wenselijk om op de ingeslagen weg voort te gaan, maar zouden de volgende alternatieven nader dienen te worden af gewogen: 1. het onverkort handhaven van het Pensioenregle ment 1978; 2. het partieel bijstellen van het Pensioenreglement 1978; 3. het ontwikkelen van een nieuw pensioenregle ment conform de oor spronkelijke uitgangspun ten, dat uitsluitend van toepassing zou zijn voor nieuwe werknemers. Bij deze alternatieven zou den de volgende randvoor waarden in acht dienen te worden genomen: a. er dient naar te worden gestreefd de pensioen kosten te beheersen en zo mogelijk te verminde ren; b. de pensioenaanspraken in een aangepast regle ment dienen van gelijke kwaliteit te zijn als over eenkomstige regelingen in de commerciële dienst verlenende sector. c. in dit nieuwe reglement dienen die wettelijke en maatschappelijke ontwik kelingen te worden ver werkt, die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, danwel als normaal zijn geaccepteerd. Van de zijde van de Werkne mersdelegatie werd mede gedeeld dat met verrassing is kennisgenomen van de recente ontwikkelingen ten aanzien van de voorgeno men totstandbrenging van een gewijzigd Pensioenreg lement. Gegeven de huidige stand van zaken zou de de legatie er de voorkeur aan geven om nader concrete uitwerkingen van de gege ven alternatieven af te wachten en de gedachten- wisseling thans te beperken tot bespreking van de hier voor genoemde randvoor waarden. Als kanttekening werd ge plaatst dat in deze rand voorwaarden de noodzake lijke kostenbeheersing voor op is gesteld, terwijl in eer dere discussies de aanpas sing aan de wettelijke en maatschappelijke ontwikke lingen primair leek te staan. Als deze kostenbeheersing inderdaad primair staat, zou dit belangrijke gevolgen kunnen hebben voor het huidige voorzieningenni veau van de pensioenen. Ten slotte werd erop aange drongen om ook bij uitvoe ring van het derde alterna tief in het reglement 1978 nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de pensioen voorzieningen in te bouwen, met name het weduw naarspensioen. Door de Werkgeversdelega tie werd het standpunt inge nomen dat de tot nu toe ge voerde procedure met be trekking tot de bespreking van een nieuw Pensioenreg lement juist dient te worden geacht. Allereerst hebben enige oriënterende gedach tenwisselingen hierover plaatsgevonden en is Rabo bank Nederland verzocht om tot een nadere concreti sering en cijfermatige uit werking over te gaan. Nu de conclusie dient te worden getrokken dat op grond hier van een nieuw Pensioenreg lement op basis van de ge kozen uitgangspunten niet haalbaar is, lijkt de mogelijk heid van het ontwikkelen van een nieuw Pensioenreg lement voor nieuwe deelne mers met een keuze-optie voor zittende deelnemers en het aanpassen van het Pen sioenreglement 1978 op termijn, de meest aangewe zen weg. Van Werknemerszijde werd voorts opgemerkt dat deze opzet met name vrouwelijke gehuwde personeelsleden en alleenstaanden zal dwin gen te kiezen voor het nieu we Pensioenreglement. Dit zou kunnen leiden tot een vorm van rechtsongelijk heid Hierbij werd voorts op gemerkt dat de bedrijfsre sultaten van de Rabobank- organisatie ook aanleiding zouden kunnen geven tot de afweging om het uit gangspunt van kostenneu- traliteit en op termijn kostenbesparing niet strikt te handhaven, doch een ze kere kostenstijging van de pensioenlasten op organisa tieniveau te accepteren. In antwoord hierop werd toegelicht dat op organisa tieniveau de kostenontwik keling aanleiding geeft tot ernstige zorgen. De laatste jaren zijn de kosten aanmer kelijk sterker gestegen dan de baten. Dit heeft de Hoofddirectie en de Raad van Beheer er toe gebracht om zowel de aangesloten banken als Rabobank Ne derland te wijzen op de noodzaak om in de komen de jaren de kostenontwikke ling aanmerkelijk terug te dringen en minimaal in over- 8

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 8