I
Prof. dr. N. H. Douben was
een van de inleiders, die
vanaf het projectiescherm
zijn gehoor toesprak. Helaas
moest hij het gehoor een
aantal minder positieve ont
wikkelingen voorhouden,
die voor de samenleving èn
de bank consequenties heb
ben. De economische groei
stagneert, de arbeidspro
ductiviteit ontwikkelt zich
traag, de wisselkoersver
houdingen zijn van slag, en
de hoge waarde van de Ne
derlandse gulden vertraagt
de groei van de buitenland
se handel. Ziedaar een
greep uit de vraagstukken
waarmee de economie wor
stelt. Toch zijn er nog volop
kansen. Bijvoorbeeld voor
het midden- en kleinbedrijf
in zijn rol van toeleverancier
aan grotere industriële be
drijven.
Wij moeten rekening hou
den met verschuivingen bin
nen het bedrijfsleven. Som
mige takken zullen kansen
krijgen (vooral in de kennis-
en hightech-sector) sommi
ge andere geledingen kun
nen blijken overleefd te zijn.
Dat vraagt van de bank veel
aandacht, kennis èn vaar
digheid om die nieuwe soort
bedrijven - en nieuwe
soort risico's - op haar
kwaliteiten te beoordelen.
Vergrijzen en
ontgroenen
In zijn inleiding over sociaal-
culturele ontwikkelingen
ging de heer H. van den
Broek in op twee onderwer
pen: demografische veran
deringen en individualise
ring. De bevolking vergrijst
en ontgroent. Dat betekent
een oudere bevolking, ge
middeld kleinere gezinnen
en meer éénpersoonshuis
houdens. Dat heeft bijvoor
beeld gevolgen voor de wo
ningbouw. Ook wijst deze
trend erop dat minder men
sen de zwaarder wordende
sociale lasten moeten op
brengen. Het is een harde
realiteit dat dat steeds
moeilijker zal worden. Men
sen zullen daarom in toene
mende mate zelf voor hun
oudedagsvoorziening moe
ten zorgen. Een meer indivi
dueel pensioenstelsel ligt
daarom in het verschiet.
Ook de verhouding tussen
de cliënt en de bank zal ver
andering ondergaan. De af
nemer van bankdiensten zal
zich kritischer opstellen,
beslissingen van de bank
niet zonder gedegen moti
vering accepteren.
Door een meer flexibel
systeem van arbeidstijden
zal de cliënt van de toe
komst een grotere toegan
kelijkheid van de bank ver
langen: andere openingstij
den, meer GEA'S en electro-
nisch bankieren via de PC.
Het laat zich raden dat deze
ontwikkelingen hoge eisen
zullen stellen aan de leiding
van dé banken en aan de
medewerkers.
Ir. D. Luteijn belichtte in zijn
videopresentatie de ontwik
kelingen op de wereldmarkt
van landbouwprodukten.
Nederland heeft op dit ter
rein een unieke positie be
reikt door voortdurende ver
betering en vernieuwing van
produkten en produktieme-
thoden. Nu zich echter op
wereldschaal een overpro-
duktie aandient, zullen er
zeilen moeten worden bijge
zet. Het stelsel van garan
tieprijzen is inmiddels bijna
onbetaalbaar geworden.
Een ontwikkeling naar meer
'marktconforme' landbouw
prijzen betekent in de prak
tijk een inperking van de
produktie. Omdat het in de
lijn van de verwachtingen
ligt dat de productiviteit van
de landbouw zal toenemen,
gaan er de laatste tijd stem
men op om gronden braak
te laten liggen. Met de in
ventiviteit die de Nederland
se landbouw eigen is, zal
het moeten lukken hiervoor
een oplossing te vinden, bij
voorbeeld door voor de
'non-food'sector te produ
ceren, zoals de chemische
en farmaceutische indus
trie. Schaalvergroting, auto
matisering, robotisering en
hoogwaardiger technologi
sche processen zullen het
landbouwbedrijf van de toe
komst kenmerken. Het
vraagt van de Rabobankme-
dewerkers grote deskundig
heid om de cliënt adequaat
te adviseren en kredietaan
vragen van innoverende be
drijven op hun merites te
beoordelen.
Produktontwikkeling is
systeemontwikkeling
Technologische veranderin
gen vragen een ander soort
denken en handelen. Wie
kansen laat liggen, kan de
boot missen. Dat was een
van de kernpunten uit het
betoog van ir. W. L. van Din-
ten. Opleiden is de remedie,
niet alleen als voorbereiding
op een beroep maar (vooral)
ook tijdens de 'beroepsac-
tieve' jaren. Kennis zal ih
toenemende mate ook han
delswaar worden. De op
komst van de vele gespecia
liseerde adviespraktijken,
waarvan sommige geves
tigd op een 'sciencepark' in
de buurt van technische
universiteiten, is een aanwij
zing in die richting. Automa
tisering - of liever informa
tisering - neemt belangrij
ke vormen aan. Niemand
ontkomt eraan met syste
men te leren leven. De
maatschappij, de bank, de
dienstverlening aan de
cliënt zal meer en meer
systeemgeörienteerd raken.
De vraag is alleen: zien we
kans die systemen beheers
baar te houden? De enige
oplossing is kleine syste
men te ontwikkelen, die in
een groter verband kunnen
opereren. In het bankwezen
is systeembouw al jaren ge
meengoed, produktontwik
keling is immers bijna syno
niem geworden met sy
steemontwikkeling. Het
wordt van toenemend be
lang dat bij het ontwikkelen
van nieuwe systemen de
aangesloten bank wordt be
trokken. 'We zullen het sa
men moeten doen', zei Van
Dinten. Zijn coöperatieve
gehoor knikte instemmend.
Na vier inleidingen op deze
eerste ochtend hadden de
conferentiegangers stof te
over om 's middags in de
subgroepen door te spreken
en te overdenken. Wat bete
kenen de ontwikkelingen
voor onze coöperatieve or
ganisatie, voor het manage
ment, de relatie tussen cen
trale bank en aangesloten
bank en zeker niet in de
laatste plaats: de cliënt. Met
enthousiasme zijn de deel
nemers met hulp van dis
cussieleiders, gerecruteerd
uit het werkgebied Aan
gesloten Banken, aan de
slag gegaan. Flipover-vellen
worden de een na de ander
gevuld en hangen aan het
eind van de middag als re
sultaat van intensieve dis
cussie en hard werken aan
de wand. Dan blijkt ook het
voordeel van de gemengde
groepen met vertegenwoor
digers van grote en kleine
banken, stedelijke en platte-
landsbanken: alle gezichts
punten worden in de be
schouwing betrokken. Al
thans voorzover de tijd het
toelaat, want één middag is
te kort om de toekomst te
verkennen. Het zal tenslotte
4