ft er k. 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 H 1982 1983 1984 1985 1986 4 ONTWIKKELINGEN Ontwikkeling Baten en Lasten Rabobankorganisatie 1982 - 1986, waaronder Personeelskosten (bedragen x f 1 miljoen) IIBaten BB Totaal lasten BB Personeelskosten de economische gang van zaken stimuleerden in 1986 de investeringsbereidheid van het bedrijfsleven in het algemeen. De kredietverle ning aan het bedrijfsleven door de Rabobankorganisa tie gaf dan ook een behoor lijke stijging te zien. Een toenemend aantal on dernemers dat, vooral in het midden- en kleinbedrijf, be tere resultaten boekte dan in de afgelopen jaren deed een groeiend beroep op le ningen en kredieten. Door een koopkrachtstijging van de particuliere cliënten te kende zich voor het midden- en kleinbedrijf dan ook een duidelijk herstel af dankzij de reële stijging van de par ticuliere consumptie. In de agrarische sector steeg het 'aantal nieuwe le ningen met niet minder dan 33%. Echter een belangrijk deel van deze nieuwe lenin gen werd gebruikt voor on derlinge transacties, zoals de aankopen van grond, waardoor er gelijktijdig een deel van de bestaande le ningen werd afgelost. De uitstaande leningen kwa men per saldo 6,5% hoger uit dan in 1985. Door de toegenomen vraag steeg de totale uitstaande kredietverlening aan de pri vate sector met 7% tot een bedrag van f 91 miljard. De ze groei werd voor een be langrijk deel gerealiseerd bij de plaatselijke banken. Door de gunstige ontwikkelingen, met name op de woning markt, werden er in het af gelopen jaar 19% meer nieuwe hypothecaire lenin gen aan particulieren ver strekt. De voorkeur van het publiek voor leningen met een vaste rente over langere termijn maakte het mogelijk dat nieuwe marktpartijen op deze vraag inspeelden en de concurrentie vergrootten. Onder andere hierdoor stond ons marktaandeel licht onder druk. Het toenemende belang van provisiebaten De provisiediensten maken een steeds belangrijker deel uit van de activiteiten. In 1986 werd op dit terrein een aanzienlijke verdere uitbrei ding gerealiseerd. Met name in het effectenbedrijf, maar ook op het terrein van het buitenlands betalingsver keer en bij verzekeringen en reizen kwam een behoorlijke provisiestijging tot stand. De provisieopbrengsten ste gen met 10%. Hoewel deze toename van de provisieba ten enerzijds voortvloeit uit de verhoogde vraag naar deze diensten, kan gesteld worden dat ook de gedane investeringen ter verhoging van de kwaliteit van de pro- dukten en dienstverlening èn de investeringen in men sen hieraan mede debet zijn geweest. Het verbeterde beursklimaat had in het ef fectenbedrijf een omzetver- hoging tot gevolg die ook van invloed was op de om zet bij de Rabobankorgani satie. Daarnaast is ook de dienstverlening aan cliënten van plaatselijke banken met behulp van de zogenaamde 'real-time' koersinformatie aanmerkelijk verbeterd. Ook met nieuwe produkten als de Huisfondsen Obligatie fonds Rabobank en Aan delenfonds Rabobank werd in een duidelijke behoefte voorzien. Bij de buitenlandse activitei ten werd duidelijk dat, naast ontwikkeling van nieuwe produkten en uitbreiding van het buitenlands kanto rennet, de investeringen ge daan in automatisering èn in de kennis en kunde van me dewerkers hun vruchten be ginnen af te werpen. Kwaliteit en kosten Voor de continuïteit van het bedrijf is het noodzakelijk dat kosten en baten zich tenminste evenwichtig ont wikkelen. Dit was in 1986 nog steeds niet voldoende het geval en blijft daarom een onderwerp dat binnen de bank met aandacht en zorg werd gevolgd. Door te investeren in appa ratuur en mensen moet het mogelijk worden de efficien cy te verhogen. Daardoor worden, op termijn, de kosten beheerst. Tevens zal deze efficiencyverbetering de kwaliteit van de dienst verlening verhogen. De cliënt kan sneller en beter bediend worden en er zal dan ook een grotere op brengst moeten volgen. De bedrijfskosten zijn in 1986 ten opzichte van 1985 weliswaar minder maar des alniettemin verder gestegen namelijk met 5,7%. De be langrijkste oorzaken hiervan vormden de voortgaande personeelsgroei en stijgen de automatiseringskosten. Tegenover de kostenstijging stond een toename van de baten met 3,1%. Als gevolg van deze uiteenlopende ont wikkeling van kosten en ba ten daalde de brutowinst met zo'n 2,2%. Omdat de baten bij de Rabobankorganisatie nog steeds voor het overgrote deel bepaald worden door de rentebaten kan de beïn vloeding van het resultaat op dat gebied slechts door verbetering van de rente marge of omzetstijging tot stand komen. De rente marge is echter maar zeer beperkt door de Rabobank organisatie te sturen, omdat deze onder andere tot stand komt onder invloed van con currentie. Bovendien geeft een lage rentestand door de balansstructuur van de or ganisatie een grotere druk op het resultaat. Het is dus noodzakelijk een voldoende omzetstijging na te streven en dan vanzelfsprekend niet alleen in het rentebedrijf, maar ook en gelijktijdig in het provisiebedrijf. Zoals ge bleken is dat in 1986 deels gelukt. De beoogde omzet- verhoging bleek weliswaar haalbaar maar ging gepaard met een forse personele uit breiding. Verdergaande kwaliteitsver betering vond plaats in de vorm van ontwikkeling van nieuwe produkten, het ex ploreren van nieuwe mark ten, maar ook in het vinden van effectieve, efficiënte en daardoor kostenbesparende werkwijzen. In de bedrijvensfeer werd door ontwikkeling van nieu we produkten en aanpassin gen in bestaande gekomen tot produktverbetering. De mogelijkheden met betrek king tot tariefdifferentiatie stelden de banken in staat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 4