TRENDS TRENDS Er zijn een aantal trends te onderkennen die de ontwik kelingen in de komende ja ren bepalen. In feite gaat het om bewegingen die reeds enkele jaren of langer geleden ingezet zijn en die zich nu langzamerhand dui delijker aftekenen. De ex tern gerichte heroriëntatie op de opdracht van de on derneming en de marktge richte opstelling manifes teren zich intern in herbezin ning op de managementfilo sofie en de inzet van men sen. De opdracht van de onder neming Met name grote bedrijven houden zich in Nederland bezig met de vraag: 'Wat zijn we eigenlijk voor een onderneming?' De heroriëntatie gaat terug naar de wortels, de oor sprong van de onderne ming. De vraag vanuit welke filosofie men naar de markt kijkt is steeds belangrijker geworden. Waarom doet een cliënt juist zaken met dit of dat bedrijf? Wat bindt werknemers aan een be paald bedrijf en wat is het imago van die onderne ming? De toenemende con currentie vraagt van organi saties zich steeds duidelij ker te profileren. Vanuit die vragen zijn veel ondernemingen zich vervol gens gaan herbezinnen op de oorsprong van de onder neming. Waartoe is de on derneming ooit opgericht? Deze vraag kan worden sa mengevat in de vraag: 'Waar staan we voor?' Veel ondernemingen bezin nen zich op de vraag welke activiteiten horen wel bij on ze onderneming en welke niet. Wat zijn onderne- mingsvreemde activiteiten? De sterke groei in de vijfti ger en zestiger jaren is on der andere gepaard gegaan met fusies en overnames. Zo ontstond er binnen grote organisaties soms een veel heid van bedrijven, die elk andere produkten maakten en veelal een eigen stijl van werken hadden. Zolang er sprake was van een sterke groei, werden deze verschil len binnen de ondernemin gen niet als een probleem ervaren. Aan het eind van de zeventiger jaren, toen de economie snel verslechter de en bedrijven moesten sa neren, werd de grote diver siteit pas goed zichtbaar. De toen noodzakelijke sanering heeft geleid tot een hero riëntatie. De grote verscheidenheid van operationele eenheden binnen de bedrijven heeft ook geleid tot verschillende culturen onder één dak. Topmanagers van grote on dernemingen zochten naar middelen om zowel binnen de onderneming als naar buiten een duidelijk gezicht te tonen. Ook binnen de Rabobank- organisatie wordt al sinds enkele jaren de discussie over de ondernemingsiden titeit, de coöperatieve iden titeit, gevoerd. Richtte deze discussie zich aanvankelijk op het onder werp solvabiliteit, allengs werd deze verbreed. Zij ver spreidde zich over alle gele dingen van de organisatie. Men duidt deze discussie ook wel als 'back to basics', met andere woorden terug naar de oorsprong en de grondslagen van de coö peratie. Kort samengevat komen de grondslagen van de organi satie neer op het volgende: de coöperatie is er op ge richt via samenwerking eco nomisch voordeel te beha len voor de leden. Dat geldt voor elke coöperatie, dus ook voor de onze. Een coöperatie denkt voor haar leden een voorsprong te realiseren, zowel in materië le als immateriële zin. Hier onder verstaan we het be houd van de hecht in de ge meenschap gewortelde po sitie van de bank, de ge groeide vertrouwensrelatie met de leden en de met zorg en toewijding opgebouwde vermogenspositie van de coöperatie. Het realiseren van die voor sprong is het basisdoel van de Rabobankorganisatie. Dit betekent, dat elke actie en elke activiteit die in de coö peratie wordt ondernomen, getoetst moet worden aan het belang van de leden. I 'Back to basics' betekent in houdelijk dat de belangrijk ste grondslag van de activi teiten van plaatselijke ban ken is het voorzien in de fi nancieringsbehoefte voor de bedrijven van de leden. Hier ligt zonder twijfel de kernactiviteit van plaatselij ke banken. Het totaal van andere activiteiten kan dan ook gezien worden als mid del om de primaire doelstel ling te realiseren. Om de coöperatieve doel stelling te realiseren zijn de medewerkers van het aller grootste belang. Het gaat er dan ook om dat medewer kers aansluiting vinden bij de coöperatieve doelstel ling. Het realiseren van die doelstelling betekent het zorgen voor en bouwen aan kwaliteit, kostenbeheer en vertrouwen en het afleggen van verantwoording daar over aan de leden. De marktgerichte opstelling In veel Nederlandse bedrij ven heeft de marktgerichte opstelling geleid tot grote aandacht voor markten en cliëntengroepen. Men zou kunnen zeggen dat, ge dwongen door de economi sche gang van zaken, het kijken naar de markt en het door de markt laten beïn vloeden en leiden, centraal is komen te staan. Men richt zich daarbij op vergroting van inzicht in wensen van de markt of de cliënt. Deze trend is aan het eind van de zeventiger jaren op gang ge komen in de produktiege- richte ondernemingen en heeft zich verder doorgezet in de dienstverlening. De laatste jaren werd deze trend ook binnen de over heidssector herkenbaar. Het is duidelijk dat deze trend niet slechts een (in tern) aanpassingsproces van organisatiestructuren betekent. Dus niet louter een verschuiving van een produktgerichte organisatie naar een marktgerichte or ganisatie. De marktgerichte opstelling betreft alle facet ten van de onderneming. Naast de cliënt- c.q. markt- 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 15