Arbeidsverhoudingen en
medezeggenschap
ONTWIKKELINGEN
269 jongeren met een ge
mengde leer-arbeidsover-
eenkomst.
Minder succesvol was het
verloop van een proef ten
behoeve van de plaatsing
van langdurig werklozen.
Het bleek niet goed mogelijk
om uit de bij de gewestelijke
arbeidsbureau's ingeschre
ven langdurig werklozen
voldoende geschikte kandi
daten voor stages en werk
ervaringsplaatsen binnen
het bankbedrijf te recrute-
ren.
Naast afspraken welke
voornamelijk ten doel had
den een bijdrage te leveren
in de oplossing van het
werkgelegenheidsvraagstuk
vloeiden er ook materiële af
spraken voort uit het over
leg. Overeengekomen werd
een eenmalige uitkering van
1% per 1 april 1986 en een
structurele salarisverhoging
van 1,5% per 1 oktober
1986.
Invoering gewijzigd
salarissysteem
Partijen bij de CAO hadden
reeds in 1985 overeenstem
ming bereikt over de zoge
naamde salarisparagraaf.
Na de totstandkoming van
de CAO 1986 is binnen
de Rabobankorganisatie ge
start met de invoering van
een gewijzigd salarissys
teem. Belangrijkste ken
merk van het nieuwe sys
teem is dat een deel van het
salaris wordt vastgesteld
aan de hand van prestatie
beoordeling.
Na een positief advies van
de CAAR is in het najaar van
1986 de invoering ter hand
genomen. Doordat de on
dernemingsraad van Rabo
bank Nederland nog geen
instemming heeft gegeven
aan het prestatiebeoorde
lingssysteem kon de invoe
ring bij Rabobank Nederland
vooralsnog geen doorgang
vinden. Bij de plaatselijke
banken verliep de invoering
voorspoedig, per 1 januari
1987 werd het gewijzigde
salarissysteem reeds bij
594 (64%) van de plaatse
lijke banken toegepast.
Hypothecaire geldlening op
personeelsvoorwaarden
Per 1 juli 1986 is een nieu
we regeling hypothecaire
geldlening op personeels
voorwaarden in werking ge
treden. Belangrijkste achter
grond van deze wijziging
was om medewerkers de
mogelijkheid te bieden te
kunnen kiezen uit de ver
schillende hypotheekvor-
men welke de bank voor
cliënten hanteert.
Daarbij bestond de moge
lijkheid om het totaal aan lo
pende leningen op perso
neelsvoorwaarden eenmalig
om te zetten op de voor
waarden van de nieuwe re
geling. Van deze mogelijk
heid hebben bij Rabobank
Nederland, waarvan de ge
gevens centraal bekend zijn,
ruim 1200 medewerkers ge
bruik gemaakt. Ruim 75%
van deze medewerkers heb
ben daarbij gekozen voor
een hypotheek met variabe
le rente. In de nieuwe rege
ling wordt door de bank aan
de medewerkers een korting
op het rentepercentage ge
geven.
Verhuiskostenvergoeding
In 1986 is de regeling voor
de tegemoetkoming in de
kosten in verband met ver
huizing herzien. Deze nieu
we regeling biedt de bank
de mogelijkheid afhankelijk
van de mate waarin de bank
belang heeft bij de verhui
zing van de betrokken me-
In het afgelopen jaar werd
de eerste zittingsperiode
van drie jaar van de CAAR
(Centrale Adviesraad Ar-
beidsaangelegenheden Ra
bobankorganisatie) afge
sloten. De CAAR is drie jaar
geleden als adviesorgaan
van de Raad van Beheer in
gesteld, als alternatief voor
een Centrale Onderne
mingsraad. De CAAR be
staat uit een werkgeversver
tegenwoordiging van 5 le
den en een werknemersver
tegenwoordiging van 23 le
den, die onder leiding van
de voorzitter van de Raad
van Beheer als onafhankelijk
voorzitter tenminste zes
maal per jaar vergaderen.
De CAAR heeft volgens arti
kel 2 van het reglement tot
taak te adviseren over 'het
sociale beleid in ruime zin
de Rabobankorganisatie be
treffende, waaronder ook
begrepen de sociale aspec
ten van het algemene be
drijfsbeleid, tenzij de betrok
ken aangelegenheid reeds
dewerker een daarop af
gestemde tegemoetkoming
in de kosten toe te kennen.
Herziene regeling
studiefaciliteiten
In de loop van 1986 is de re
geling studiefaciliteiten her
zien en vervolgens aan de
CAAR voorgelegd. Essentie
van de verandering is dat de
regeling is aangepast aan de
huidige opvattingen over
het belang van werkgever
en werknemer bij het volgen
van een bepaalde opleiding.
Zoals ook in de CAO 1986 is
bepaald gaat het hier om een
gemeenschappelijke ver
antwoordelijkheid. Om die
reden is ook de in de rege
ling opgenomen faciliteit
voor studieverlof aange
past. Verder is het niveau
van de geldelijke vergoeding
voor alle studies verhoogd
tot 100%.
inhoudelijk is geregeld in
een collectieve arbeidsover
eenkomst'.
Daarom is het gebied waar
over de CAAR adviseert
veel ruimer dan de onder
werpen, die op grond van de
artikelen 25 en 27 van de
Wet op de Ondernemingsra
den aan een Ondernemings
raad voorgelegd dienen te
worden.
Het probleem, maar tevens
de uitdaging voor de twee
de zittingsperiode van de
CAAR, zal zijn de adviezen
zo zorgvuldig, evenwichtig
en rekening houdend met
wat er bij de banken en bij
de medewerkers leeft voor
te bereiden en samen te
stellen, dat de advies- en in
stemmingsprocedures op
grond van artikel 25 en 27
van de Wet op de Onderne
mingsraden voor de banken
en hun ondernemingsraden
logischerwijze aan kunnen
sluiten op de adviezen van
de CAAR.
13