Twee voorbeelden Een vrouw van 31 jaar (personeelslid*) stortte op 8 april 1987 de maximaal aftrekbare koopsom van f 16.998,-. Ze koos voor een gemengde vorm. Op haar 60e jaar ontvangt zij dan minstens (het garantiekapitaal) f 67.511,-. Dit be drag kan ook nog hoger uitvallen, het zogenaamde progno sekapitaal is f 77.388,-. Een man van 40 jaar (personeelslid*) stortte op 8 april 1987 de maximaal aftrekbare koopsom van f 16.998,-. Ook hij koos voor een gemengde vorm. Op zijn 65e jaar ontvangt hij dan minstens (het garantiekapitaal) f 53.914,-. In dit ge val is het prognosekapitaal f 58.164,-. Het uiteindelijk te ontvangen bedrag hangt in deze gevallen af van de ontwikkelingen van de rente. Op 8 april 1987 was de rente voor personeelsleden 5.59%, dit was 0,30% hoger dan de rente die op die dag voor cliënten gold. naamde 'primaire' verzeke raars: Interpolis/BTL, De Twaalf Gewesten en Avéro- Leven. In een goede onder linge verstandhouding zijn lastige klippen omzeild en kon in oktober 1986 de in troductie van de Rabo Lijf rente Koopsompolis plaats vinden. Cliëntenwensen Als primair vertrekpunt bij de ontwikkeling van spaar- produkten gelden altijd de wensen en behoeften van de cliënt. Als belangrijkste motief komt dan direct naar voren het zorgen voor (een aanvulling op) de oudedags voorziening. Een andere belangrijke con sumentenwens betreft het rendement. Dat moet goed zijn, in die zin dat de cliënt bij zijn keuze naast de hoog te van de einduitkering ook aspecten als afkoopwaarde, betrouwbaarheid van de aanbieder en goede advise ring laat meetellen. Voorts blijkt uit eerdere er varingen die we als bank hebben (bij de introductie van bijvoorbeeld 'Een nieu we kijk op sparen' in april 1984), dat de consument in toenemende mate behoefte heeft aan duidelijke en door zichtige produkten. Met be trekking tot verzekerings- produkten wordt die wens door cliënten nog eens extra onderstreept. Marktonderzoek bij cliënten in de doelgroep gaf aan dat de gekozen uitgangspunten juist waren. Bovendien bleek dat cliënten geen be zwaren van welke aard dan ook zagen in aanbieding van dit verzekeringsprodukt via de bank. Uitgangspunten vanuit de Rabobank Eén van de belangrijkste kenmerken van de coöpera tieve Rabobankorganisatie is, dat de aangesloten bank in de plaatselijke gemeen schap haar middelen aan trekt en deze middelen ook plaatselijk werkzaam laat zijn. Aan te trekken gelden dienen derhalve direct bij de lokale bank terecht te ko men. Deze wens leefde uiteraard ook voor de Rabo Lijfrente Koopsompolis. Als gevolg van de concur rentie aan de uitzettingenzij de (woninghypotheken) be staat er verder voor de Rabobankorganisatie grote behoefte aan middelen met lange vaste rente. Cijfers 1986 Rabo Lijfrente Koopsompolis Produktie f 116 miljoen Deelnemingsgraad aangesloten banken: 71% Gemiddelde koopsomstorting f 12.260,- Gemiddelde looptijd ruim 13 jaar Afgesloten polissen 9.500 Totaal bedrag eindwaarden f 260 miljoen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 4