- het aanbrengen van zon
wering of rolluiken;
- de aanleg of renovatie
van een tuin;
- de aanleg van een oprit;
- vervanging CV-ketel (met
uitzondering van de ver
vanging van een 'gewo
ne' ketel door een HR-
ketel).
Premies of
koopsommen
levensverzekeringen
Voorts kunnen de premies
of koopsommen, die inge
volge een door de deelne
mer of diens echtgenoot
gesloten levensverzekering
zijn verschuldigd, via de pre
miespaarrekening worden
voldaan.
De overeenkomst van le
vensverzekering moet aan
een aantal voorwaarden vol
doen, te weten:
- het in artikel 1 van de
Wet op het Levensverze
keringsbedrijf bepaalde*;
- zijn aangegaan met een
maatschappij die in Ne
derland het levensverze
keringsbedrijf uitoefent of
met de Sociale Verzeke
ringsbank;
- zijn gesloten op het leven
van de deelnemer en/of
op dat van zijn echtge
noot, danwel op dat van
de kinderen waarvoor de
deelnemer kinderbijslag
genoot op 1 januari van
het jaar waarin de premie
is voldaan;
- voorzien in een looptijd
van tenminste vijf jaar,
voorzover het tijdstip van
uitkering niet wordt be
paald door het overlijden
van de verzekerde.
De zogenaamde risicoverze
keringen (zoals de collectie
ve overlijdensrisicoverzeke-
ring) zijn uitgesloten voor
betaling vanuit de premie
spaarregeling.
Uitgaven in verband met
het huwelijk van de
deelnemer
De spaarbedragen (zonder
spaarpremies) mogen wor
den opgenomen in een tijd
vak dat aanvangt één jaar
voor en eindigt drie maan
den na het sluiten van het
wettelijk huwelijk.
De corresponderende spaar
premies mogen echter pas
binnen drie maanden na het
sluiten van het huwelijk
worden opgenomen. De
deelnemer is geheel vrij in
de besteding van het opge
nomen geld en behoeft dan
ook geen bewijsstukken te
tonen (met uitzondering van
het trouwboekje of een uit
treksel uit de huwelijksak
te).
Overigens is het niet toe
gestaan dat een deelnemer
die gaat samenwonen van
deze erkende bestedings
doeleinden gebruik maakt.
Opname spaarbedragen
zonder spaarpremies
Na deze vijf bestedingsdoe
leinden zijn er nog twee mo
gelijkheden om over de
spaarbedragen te beschik
ken zonder de corresponde
rende premies.
De eerste mogelijkheid is
dat de spaarbedragen (na
schriftelijke goedkeuring)
worden besteed aan andere
dan de genoemde erkende
bestedingsdoeleinden. De
met deze bedragen cor
responderende premies ko
men dan echter te vervallen
en moeten worden terugge
boekt ten gunste van de
bank.
De tweede mogelijkheid is
belegging in effecten. In dit
geval komen de correspon
derende spaarpremies niet
te vervallen, maar mogen zij
pas na afloop van vier volle
kalenderjaren worden opge
nomen. Voorwaarde is dan
wel dat de effecten onbe
zwaard deel uitmaken van
het vermogen van de deel
nemer. Voorts gelden onder
andere tevens de volgende
voorwaarden:
- de aankoop en verkoop
vindt plaats door bemid
deling van de bank waar
de premiespaarrekening
wordt aangehouden;
- de effecten worden bij de
bank, waar de premie
spaarrekening wordt aan
gehouden, in bewaring
gegeven;
- bij verkoop van de effec
ten binnen de termijn van
vier volle kalenderjaren,
moet de opbrengst (tot
een maximum van het bij
aankoop ten behoeve van
de premiespaarrekening
opgenomen bedrag) on
verwijld op de premie
spaarrekening worden te
ruggestort.
Onder effecten kan hierbij
worden verstaan aandelen
en obligaties, spaareffecten
Webefo, waardepapieren zo
als termijnplanbrieven en
deelname in beleggings
fondsen (bijvoorbeeld Robe-
co, Rolinco, Huisfondsen
Rabobank). Opties worden
niet als effecten aange
merkt; aankoop van opties
ten laste van de premie
spaarrekening is dan ook
niet toegestaan.
Tot slot
In dit artikel is weergegeven
wanneer een deelnemer aan
de Premiespaarregeling kan
beschikken over de spaar
bedragen, al dan niet met
behoud van de spaarpre
mies. Wordt van deze mo
gelijkheden geen gebruik
gemaakt, dan kan de deel
nemer uiteraard (zoals bij de
aanvang van het artikel al
werd vermeld) beschikken
over de spaarbedragen en
-premies op het moment
de bedragen vier volle ka
lenderjaren op de premie
spaarrekening hebben uit
gestaan.
Angélique van Poppeten,
A rbeids voor waarden/
Rechtspositie
Art. 1. Deze wet verstaat
onder:
a. overeenkomsten van le
vensverzekeringen:
de overeenkomsten tot
het doen van geldelijke
uitkeringen, tegen genot
van premie en in verband
met het leven of den
dood van den mensch,
met dien verstande, dat
overeenkomsten van on
gevallenverzekering niet
als overeenkomsten van
levensverzekering wor
den beschouwd;
b. premie:
iedere, onder den naam
van premie, bijdrage, in
leg, contributie of koop
som of onder welken an
deren naam ook, in eens
of periodiek verschuldig
de geldsom.
13