Stelselherziening
sociale zekerheid per
1 januari 1987
Per 1 januari 1987 heeft er een ingrijpende wijziging
plaatsgevonden in ons stelsel van sociale zekerheid.
Veel wetten werden gewijzigd, terwijl er ook een aan
tal nieuwe wetten bijkwam. De wijzigingen hebben
vooral betrekking op de wetten terzake van werkloos
heid, maar ook op de arbeidsongschiktheidswetten.
Wij geven hier een overzicht van de werking van de
Nieuwe Werkloosheidswet (NWW), de Toeslagenwet
(TW) en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en ge
deeltelijk Arbeidsongeschikte Werklozen (IOAW). Ook
zullen we ingaan op de Wet Arbeid Gehandicapte
Werknemers (WAGW) die op 1 juli 1986 in werking is
getreden. U zult begrijpen dat we alleen de hoofdza
ken kunnen behandelen, voor verdere of meer gede
tailleerde informatie kunt u zich wenden tot de CSPA.
6
De huidige Werkloos
heidswet (WW) en de Wet
Werkloosheidvoorziening
(WWV) worden vervangen
door de Nieuwe Werkloos
heidswet (NWW).
De Toeslagenwet (TW)
wordt ingevoerd. Deze wet
geeft een toeslag aan uitke
ringsgerechtigden die een
inkomen hebben dat bene
den het sociaal minimum
ligt.
De Wet Inkomensvoorzie
ning Oudere en gedeeltelijk
Arbeidsongeschikte Werklo
zen (IOAW) wordt inge
voerd. Deze wet regelt een
inkomen tot het sociaal mi
nimum voor gedeeltelijk ar
beidsongeschikte werklo
zen en voor werklozen die
na het bereiken van de
50-jarige leeftijd werkloos
zijn geworden, zonder dat
hun vermogen behoeft te
worden aangesproken (ope
ten eigen huis of spaargeld).
De arbeidsongeschikt
heidswetten (AAW/WAO)
worden zodanig gewijzigd,
dat het mogelijk in de ar
beidsongeschiktheid aan
wezige stuk werkloosheid
wordt afgeschaft voor nieu
we arbeidsongeschikten en
personen beneden de leef
tijd van 35 jaar, die reeds
voor 1 januari 1987 een ar
beidsongeschiktheidsuitke
ring hadden.
In alle sociale zekerheids
wetten worden ongehuwd
samenwonenden gelijkge
steld met gehuwden.
Verzekerden
De verzekerden in de NWW
zijn dezelfde als die in de ou
de WW met een uitbreiding
van dienstplichtige militai
ren en ambtenaren. Voor de
ambtenaren zal de wet ech
ter pas gaan gelden op een
latere datum (na overleg
met de centrales van over
heidspersoneel).
Recht op uitkering
Een werknemer heeft recht
op uitkering als hij werkloos
is, een bepaalde periode
heeft gewerkt en geen recht
heeft op doorbetaling van
zijn loon (bijv. non-activi
teitsperiode).
Van werkloosheid is sprake
wanneer een werknemer
tenminste 5 of minstens de
helft van zijn aantal arbeids
uren verliest. Onder arbeids
uren dient hier te worden
verstaan het totaal aan ar
beidsuren van zowel dienst
betrekking als van zelfstan
dige arbeid.
Voorbeelden:
iemand die 15 van zijn
40 arbeidsuren verliest, is
werkloos voor die 15 uur;
iemand die 4 van zijn 8 ar
beidsuren verliest, is werk
loos voor die 4 uur;
iemand die 4 van zijn 10
arbeidsuren verliest, is niet
werkloos.
Het begrip 'onvrijwillig
werkloos' is uit de wet ver
dwenen. Het is nu voldoen
de dat de werknemer 'werk
loos' is. Wanneer de werk
loosheid echter aan de
werknemer te wijten is (ver
wijtbare werkloosheid), kan
de bedrijfsvereniging de uit
kering geheel of gedeeltelijk
weigeren. In de praktijk zal
dat nauwelijks tot enig ver
schil met de oude situatie
leiden.
Hoogte en duur van de
uitkering
De NWW kent drie soorten
uitkering die elkaar (kunnen)
opvolgen:
de basisuitkering;
de verlengde uitkering;
de vervolguitkering.
Basisuitkering
De basisuitkering is een uit
kering van 70% van het
laatstverdiende loon, gedu
rende een half jaar. Om voor
deze uitkering in aanmer
king te komen moet de
werknemer in het jaar direct
voorafgaand aan zijn werk
loosheid 26 weken in
dienstbetrekking hebben
gewerkt (referte-eis). In te
genstelling tot de oude WW
is in de NWW sprake van
werken in dienstbetrekking
in 26 weken (onafhankelijk
van het aantal dagen of
uren per week) in plaats van
gedurende 26 weken (op al
le dagen). Hierdoor wordt
de kans op uitkering voor
parttimers duidelijk ver
groot.
Verlengde uitkering
De verlengde uitkering is
een uitkering van 70% van
het laatstverdiende loon,
gedurende een periode die
voor elke werknemer ver
schillend kan zijn.
Om voor een verlengde uit
kering in aanmerking te ko
men moet een werknemer
voldoen aan de referte-eis
(in het jaar voorafgaand aan
de werkloosheid in 26
weken in dienstbetrekking
gewerkt hebben) en de ar
beidsverleden-eis. De ar
beidsverleden-eis (ook wel
de 3 uit 5-eis genoemd)
houdt in:
a. dat men in de vijf jaar
voor de eerste werkloos
heidsdag, gedurende 3 jaar
een dienstbetrekking moet
hebben gehad van 8 of
meer uur per week; of
b. dat men onmiddellijk
voorafgaande aan of op de
eerste dag van werkloos
heid, recht heeft op een uit
kering ingevolge een van
de arbeidsongeschiktheids
wetten, berekend naar een