Geldherkenning op de tast denederlandscl Zoals bekend, staat er op het Nederlandse papieren geld, met uitzondering van het briefje van f 1000,-, een herkenningsteken voor blinden. Omdat ik daarvan als blinde ook gebruik moet maken, kan ik bevestigen, dat dit erg belangrijk is. Het werkt het het zelfstandig omgaan met geld in de hand. Zover ik weet, is dit in ande re landen nog niet het geval. Dit leidt tot ongemak voor de blinden en daarom zou het een welkome zaak zijn, als dit systeem ook in ande re landen gebruikt zou wor den. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de landen in EG-verband. Ter verduidelijking zal ik wat nader ingaan op de kenteke nen van het Nederlandse geld. Ik begin bij de laagste eenheid van het Nederland se papieren geld, namelijk het briefje van f 5,-. In de linker benedenhoek staan vier rondjes dicht tegen el kaar aan, zodat een streepje wordt gevormd. (Ik schrijf rondjes, maar men noemt ze ook wel stippels). Vervol gens is er het briefje van f 10,-, hierop kan men in de linker benedenhoek van links naar rechts drie rond jes naast elkaar waarne men, maar deze rondjes staan verder uit elkaar, dan die op het briefje van f5,-. Daarna volgt het briefje van f 25,-, hierop treft men in de linkerbenedenhoek twee rondjes naast elkaar aan, even ver uit elkaar als op het briefje van f 10,-. Dan komt het briefje van f 50, Hier op voelen we in de linkerbe nedenhoek een open drie hoek. Op het briefje van honderd voelen we één rondje, ook weer in de lin kerbenedenhoek. Tenslotte is er dan nog het briefje van f 250,-. Hierop treffen we in de linkerbenedenhoek een kenteken in de vorm van de letter L aan. Het Nederlandse munten- stelsel is voor blinden als volgt te herkennen. Het dubbeltje is het kleinste muntje, nauwelijks zo groot als een vingertop. Het is ook het dunste van alle munten en heeft een kartelrand. Het kwartje is groter en dikker dan het dubbeltje en heeft ook een kartelrand. Dan komt de stuiver, dit munt stuk is weer iets groter dan het kwartje en ongeveer even dik, maar heeft geen kartelrand. Daarna komt de gulden, deze is iets groter dan de stuiver, maar de dik te is ongeveer hetzelfde als bij de stuiver. Verder is hier ook geen sprake van een kartelrand. Tenslotte is er nog de rijksdaalder, deze is groter dan de gulden en bo vendien dikker. De rijksdaal der heeft geen kartelrand. Ik ben verscheidene malen in het buitenland geweest, vooral in Duitsland en Oostenrijk. In deze landen en in andere landen was en is nog steeds geen sprake van een kenteken-systeem voor blinden. Ik zal mijn er varing in het buitenland voor u schetsen. Als ik ergens een of ander winkeltje binnen liep om een souvenirtje of iets an ders te kopen, was de ver koopster meestal wel bereid het benodigde geld uit mijn beurs te halen, en als dit niet het geval was, kreeg ik wel de hulp van derden. Dan moet je toch over een rots vast vertrouwen beschik ken. Het valt niet mee om dit op te bouwen en als je het eenmaal opgebouwd hebt, kan het in een mum van tijd weer zijn geschon den. Tegelijkertijd geeft het je een gevoel van onmacht. Je wilt niet afhankelijk zijn, je wilt in financieel opzicht je eigen boontjes doppen, maar je moet dan toch noodgedwongen afhankelijk zijn van iemand. Dit pro bleem gaat niet alleen op in winkels, maar ook in andere gelegenheden, zoals: ca fés, stations, dierenparken, musea, zwembaden enzo voorts. Nederland is een land, dat op het gebied van de kente kenen voor blinden op pa pieren geld uniek is. Op het terrein van betaalmiddelen hebben blinden een grote onafhankelijkheid kunnen verwerven. Het is mijn grote wens dat door deskundigen op dit ge bied een onderzoek in het buitenland wordt ingesteld, teneinde andere landen - al zijn het maar vast de landen in EG-verband - tot een bepaald kentekensysteem voor blinden over te laten gaan. Het hoeft natuurlijk niet precies hetzelfde sy steem te zijn als in Neder land. Invoering van een ken tekensysteem zal in andere landen leiden tot een zeer wenselijke onafhankelijk heid van blinden in het beta lingsverkeer. Jan Lormans Rabobank Nederland Eindhoven 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 6