Verslag van de vergadering
van de CAAR van
16 december 1986
1Bedrijfsgezondheidsdienst
Rabobankorganisatie
Behandeld werd het Jaar
verslag 1985 van de Bedrijfsge
zondheidsdienst.
Door dr. J. M. J. Hageraats,
hoofd van de BGD, werd toege
licht dat binnen de overeenge
komen standaardisatie van
jaarverslagen van Bedrijfsge
zondheidsdiensten en binnen
de wettelijke kaders is getracht
een duidelijk en plezierig lees
baar jaarverslag tot stand te
brengen. In het verslag wordt
stilgestaan bij de dienstverle-
ningsprodukten van de BGD.
Daarnaast wordt aandacht
besteed aan de Wet Arbeid Ge
handicapte Werknemers, waar
mee de herplaatsingsmogelijk
heden van gehandicapte werk
nemers worden geregeld. Met
betrekking tot de ontwikkeling
van de bedrijfsgezondheidszorg
voor de plaatselijke banken
werd medegedeeld dat op
grond van geconstateerde
knelpunten bij het decentraal
beleggen van de bedrijfsge
zondheidszorg bij bestaande
externe instituten, een begin
selbesluit is genomen om de
verantwoordelijkheid hiervoor
geheel te gaan leggen bij de
BGD van de Rabobankorgani
satie. In de volgende vergade
ring zal aan de CAAR een des
betreffende beleidsnotitie ter
advisering worden voorgelegd.
Van werkgeverszijde werd op
gemerkt dat deze beleidswijzi
ging verrassend kan worden
genoemd omdat nog kortgele
den bij de aangesloten banken
werd gepleit voor aansluiting
bij een regionale BGD.
Geantwoord werd dat allengs
duidelijk is geworden dat de
kwaliteit van de verschillende
BGD's nogal uitlopend is, in de
komende WAGW een uniforme
aanpak nog wenselijker maakt
en dat bovendien door een wei
nig flexibele dienstverlening
het werken met regionale
BGD's een relatief dure aange
legenheid is. Daarom is het
wenselijk het beleid op dit punt
om te buigen.
Vervolgens werden enige vra
gen en opmerkingen vanuit de
CAAR beantwoord.
Toegelicht werd dat de beveili
ging van de medische gege
vens ruime aandacht krijgt,
waarbij ook zoveel mogelijk
wordt gestreefd naar automati
sering hiervan. Onder meer ten
gevolge van de veiligheidspro
blemen in Hoog Catharijne,
waar de Utrechtse BGD is ge
huisvest, wordt bezien of ver
huizing naar het Hoofdkantoor
aan de Croeselaan mogelijk is.
Mede naar aanleiding van een
aantal kritische kanttekeningen
die in de loop der jaren werden
geplaatst bij het werken met
beeldschermen is hiernaar een
onderzoek ingesteld, waarbij
32 beeldschermwerkplekken
werden onderzocht. Het desbe
treffende rapport zal begin
1987 worden gepresenteerd.
In verschillende perspublikaties
is al aandacht besteed aan
aspecten van onderzoeken
naar het omgaan met beeld
schermen. In een aantal geval
len wordt daarin beweerd dat
niet de omgeving, maar de een
tonigheid van het werk leidt tot
klachten. Hierop werd geant
woord dat weliswaar onderde
len van de rapportage hier en
daar zijn gepubliceerd, doch
dat deze onderdelen in de con
text van het volledige rapport
dienen te worden beoordeeld.
Ook besteedt de BGD aan
dacht aan de omstandigheden
op de werkplek. Opgemerkt
werd dat de BGD doorgaans
pas wordt ingeschakeld wan
neer hierover klachten bestaan.
Beter zou het zijn wanneer de
BGD bij nieuwbouw of verbou
wingen van de bank bijvoor
beeld via de bouwadviseurs
wordt betrokken bij de optima
le inrichting van de werkplek.
Naar het oordeel van de BGD
komt een groot aantal werk
plekken voor verbetering in
aanmerking.
Van werknemerszijde werd de
aandacht van de BGD ook ge
vraagd voor de zorg voor oude
re medewerkers, met name ter
voorkoming van stressvorming.
Naar aanleiding van een vraag
over de inzet van de Activiteit
Bijzondere Personeelsbegelei-
ding werd toegelicht dat deze
dienst functioneert voor de me
dewerkers en voor de banken.
De medewerker vormt daarbij
echter de primaire ingang. In
gevallen van arbeidsonge
schiktheid is het de taak van
deze dienst om de belangen
van beide partijen vorm te ge
ven door een zo goed mogelijke
arbeidsongeschiktheidsschat
ting.
2. Hypothecaire geldlening op
personeelsvoorwaarden
In vorige vergaderingen werd
van gedachten gewisseld over
het wel of niet onder perso
neelsvoorwaarden verstrekken
van een drietal nieuwe produkt-
vormen, namelijk de aflossings-
vrije lening, de aflossingsvrije
lening met gedeeltelijke of ge
hele rentebijschrijving en het
Rabobank Hypotheek Krediet.
De CAAR besloot de Raad van
Beheer aan te bevelen de aan
gesloten banken te adviseren
om de aflossingsvrije lening on
der personeelscondities aan de
medewerkers te verstrekken.
Dit geldt overigens ook voor de
10 jaar vaste lening, mits de
bank dit produkt voert.
3. Regeling studiefaciliteiten
In de vergadering van de CAAR
van 26 augustus werd een her
ziening van de regeling studie
faciliteiten behandeld. Enige
aspecten zouden nader worden
bezien alsvorens een advies
zou worden uitgebracht.
Ten aanzien van het vergoe
dingsniveau werd van werkge
verszijde opgemerkt dat zou
kunnen worden ingestemd met
het volledig vergoeden van de
studiekosten, onder de voor
waarde dat terugbetaling
plaatsvindt wanneer een studie
niet succesvol wordt afgerond.
Van werknemerszijde werd het
vorengaande onderschreven
mits zou worden vastgelegd
dat deze terugbetaling kan
plaatsvinden wanneer sprake is
van verwijtbaar falen. Gepleit
werd voor een beperking van
het inzetten van roostervrije
dagen omdat de medewerker
voor deze vrije tijd al prijscom
pensatie heeft ingeleverd.
Voorts zou de omvang van het
studieverlof dienen te worden
gekoppeld aan de zwaarte van
de studie. Met werknemers, die
reeds een opleiding volgen
waarvoor buiten werktijd cur
sussen worden bezocht of
wordt gestudeerd, zou in over
leg gezamenlijk dienen te wor
den bepaald of inleveren van
ADV van toepassing moet zijn.
Voorts zou de werknemersde
legatie de terugvorderingsbe
paling bij uitdiensttreding als
volgt willen redigeren: 'Indien
een personeelslid het dienst
verband beëindigt ten einde
zijn of haar kennis produktief te
maken bij een bedrijf buiten de
Rabobankorganisatie, zal terug
vordering van de ontvangen
studiekostenvergoeding ach
terwege blijven, tenzij bij aan
vang van de studie met het per
soneelslid anders is overeenge
komen.' Met name zouden
vrouwen zich in het volgen van
opleidingen belemmerd kunnen
voelen omdat zij na geboorte
van kinderen zich in veel geval
len aan het huisgezin zullen
wijden en dan met een terug
betalingsverplichting kunnen
worden geconfronteerd.
Van de zijde van Rabobank Ne
derland werd toegezegd dat de
intenties van de opmerkingen
van werknemerszijde zullen
worden verwerkt in de regeling
studiefaciliteiten. Onder die
voorwaarde gaf de CAAR een
positief advies.
4. Flexibele arbeidsovereen
komsten en toepassing van
arbeidsvoorwaarden bij
arbeidsovereenkomsten voor
bepaalde tijd
De CAAR behandelde een
tweetal notities waarin een uit
eenzetting werd gegeven over
de toepassing van flexibele ar
beidsovereenkomsten en over
de toepassing van arbeidsvoor
waarden bij arbeidsovereen
komsten voor bepaalde tijd en
arbeidsovereenkomsten met
een parttime c.q. wisselende
arbeidsduur.
Reeds eerder was door de
CAAR zorg uitgesproken over
het feit dat binnen de organisa
tie arbeidsovereenkomsten
voor een bepaalde duur worden
gebruikt als een vorm van ver
lengde proeftijd. In enkele ge
vallen zou dit zelfs zover gaan
dat zo medewerkers worden
aangesteld die niet onder de
12