grondslag tot het maximum jaarloon, aangevuld met een percentage van het meerde re, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Een laatste complicatie is de grens voor de volledige ar beidsongeschiktheid. In de WAO is hiervan sprake wan neer iemand voor meer dan laten wij u zien wat de bruto en netto effecten zijn ten opzichte van het oorspron kelijke arbeidsinkomen. We beperken ons hierbij tot de volledige arbeidsonge schiktheid. Eerst komen de bruto vergelijkingen in de al eerder genoemde inko menscategorieën en daarna de netto-vergelijkingen. Bruto pensioeninkomen in procenten van het bruto arbeidsinkomen Bruto arbeidsinkomen 100%) Bruto pensioeninkomen: Arbeidsongeschiktheids pensioen voor een gehuwde inclusief WAO Arbeidsongeschiktheids pensioen voor een onge huwde inclusief WAO I II III f 35.000, f 48.500,- f 72.500,- 82% 79% 79% 79% 75% 75% Het verschil tussen het pensioeninkomen van een gehuwde en van een ongehuwde wordt veroorzaakt door een lagere AAW uitkering, die in de WAO-uitkering is ingebouwd Netto pensioeninkomen in procenten van het netto arbeidsinkomen I III Netto arbeidsinkomen 100%) Netto pensioeninkomen Arbeidsongeschiktheids pensioen inclusief WAO* Arbeidsongeschiktheids pensioen inclusief WAO1 f 24.150, f 30.650, f 44.800, 86% 83% 83% 82% 79% 80% Uitgegaan is van een gehuwde alleenverdiener (tariefgroep III). Uitgegaan is van een alleenstaande (tariefgroep 80% arbeidsongeschikt is. In het AOP-reglement is dit al bij een percentage boven de 65 het geval. Dit is destijds zo geregeld omdat men er vanuit ging dat ie mand die voor 65% of meer arbeidsongeschikt is, bin nen korte tijd wel voor 80% of meer arbeidsongeschikt zou worden. Als deze situa tie zich voordoet bedraagt de AOP uitkering 25% van de pensioengrondslag tot het maximum jaarloon ver hoogd met 90% van het meerdere. Ook bij deze pensioenvorm Tot zover het AOP-regle ment. We hebben de over gangsregeling, die tot 1 ja nuari 1993 geldt hierbij bui ten beschouwing gelaten en ons overigens beperkt tot hoofdzaken. Het volgende nummer be ginnen we met het Pen sioenoverzicht. Daarna ko men de wettelijke en maat schappelijke ontwikkelingen aan de orde. Wout Beekman, Pensioenfonds Harry Janssen, Arbeidszaken De datum 1 januari is een uitstekend tijdstip om wijzigingen in belasting- en sociale wetten door te voeren. Zowel het fiscale jaar als de periode waarover de Bedrijfsvereniging premie afrekent, loopt van 1 januari tot 31 december. Ook dit jaar is er per 1 januari weer flink wat veranderd. De meest in het oog springende wijzi ging is wel de 'stelselherziening' van de sociale wetten. Het mi nisterie van Sociale Zaken heeft huis aan huis een brochure laten bezorgen waarin het vanaf 1 januari 1987 geldende sociale stelsel is samengevat. In dit artikel zullen wij de aandacht richten op de wijzigingen die op 1 januari 1987 zijn ingegaan en die gevolgen kunnen hebben voor uw salarisafrekening. Gaarne hadden wij u deze informatie gegeven voor dat u uw salarisafrekening van de maand januari had ontvangen. De gegevens omtrent nieuwe premiepercentages etc. waren erg laat bekend. Het is ons daarom niet gelukt dit artikel eer der op te nemen. De op 1 januari 1987 van kracht geworden wijzigingen die we hier bij onder uw aandacht brengen zijn: - afschaffing loonbelastingtabel '4 uur en minder'; - aanpassing andere loonbelastingtabellen; - premies voor de sociale wetten; - samentelling van uitkering met loon en/of aanvulling voor de sociale wetten. Tenslotte zullen we aan de hand van enige voorbeeld-salaris- afrekeningen laten zien wat de wijzigingen betekenen voor het netto-salaris. Bij de inhouding van loonbelasting moet rekening worden gehou den met de periode waarvoor het loon is overeengekomen. Het aantal uren dat in die periode is gewerkt doet niet ter zake. Iemand die elke week 2 uur werkt, en waarmee een maandloon van f 100,- wordt overeengekomen, wordt belast volgens de maand- tabel. Voor wisselende dienstverbanden wordt vaak een uurloon overeengekomen. Hiervoor moet dan de loonbelasting worden be rekend volgens de dagtabel, rekening houdend met het aantal da gen waarop werkelijk werd gewerkt. Tot 1 januari 1987 moest er nog verschil worden gemaakt tussen dagen waarop meer dan 4 uur werd gewerkt en dagen waarop 4 uur of minder werd gewerkt. De tabel voor de laatstgenoemde periode, 4 uur en minder, is nu afgeschaft. Voor personen die op uurloon-basis werken en die ge middeld veelal minder dan 4 uur per dag werken, zal daardoor de inhouding van loonbelasting met ingang van 1 januari wat lager zijn. De andere loonbelastingtabellen zijn aangepast met de zogenaam de inflatiecorrectie (1,8 en de verhogingen van de belastings- vrije sommen. Deze belastingvrije sommen zijn: Tariefgroep bedrag 1987 bedrag 1986 I f 7.474,- f 7.341,- II f 11.211, f 1 1.012, III f 14.948, f 14.682,- IV f 13.454,- f 13.214, Arbeidstoeslag f 415,- f 407,- Aanvullende arbeidstoeslag (maximaal) f 802,- f 787,- Aanvullende alleenstaande oudertoeslag (maximaal) f 4.517,- f 4.437,- De met ingang van 1 april 1983 ingestelde 'tijdelijke' belastingver hoging blijft ook voor 1987 gelden. 10

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1987 | | pagina 10