9
3). Verandert de werknemer
echter vanuit een pensioen
systeem gebaseerd op le
vensjaren wederom van
werkgever, dan kan hetzelf
de probleem ontstaan. Hij
krijgt ontslagrechten mee
die niet worden geïn
dexeerd. Dat levert een pen
sioenbreuk op, tenzij hij
wederom in dienst treedt
van een werkgever, die het
levensjarenbeginsel han
teert.
De derde methode die
men kan volgen is het
systeem van reserve-over
dracht. Hierover hebben we
tot op heden in het geheel
nog niet gesproken. Van
daar een wat uitgebreidere
uitleg. Zoals we al eerder
zagen staat er tegenover
een pensioenrecht een
stukje kapitaal om vanaf de
pensioendatum het pen
sioen te kunnen betalen.
Wanneer iemand met ont
slag gaat blijft dit kapitaal bij
de oude pensioenverzeke
raar. Deze moet dit immers
reserveren voor een pen
sioenuitkering als de ver
trokken werknemer 65 is
geworden. Wanneer nu dit
gereserveerde kapitaal aan
de nieuwe pensioenverzeke
raar wordt overgedragen,
kunnen er met behulp van
dit kapitaal bij deze verzeke
raar pensioenrechten wor
den ingekocht. Men noemt
dit het inkopen van fictieve
dienstjaren. 'Fictief', omdat
de werknemer nog niet bij
de nieuwe werkgever werk
te, maar toch pensioenjaren
gaat inkopen over de perio
de voor zijn indiensttreding.
Op deze manier wordt de
pensioenbreuk ook groten
deels ontlopen. De werkne
mer krijgt immers, als zijn
salaris en de pensioenvoor
ziening bij de oude en de
nieuwe werkgever gelijk
zijn, van zijn nieuwe werk
gever een pensioen alsof hij
gedurende zijn gehele car
rière bij hem heeft gewerkt.
Uiteraard is er ook hier een
grote 'maar'. Het systeem
van reserve-overdracht voor
onderstelt een nieuwe
werkgever. Als die er niet is
valt er niets over te dragen
en blijft er een pensioen
breuk bestaan.
Het ingrijpen van de
overheid
In 1982 neemt de overheid,
gehoord de discussies in
pensioenland, uiteindelijk
haar verantwoordelijkheid.
Staatssecretaris de Graaf
neemt een initiatief van zijn
voorgangster, mevrouw Da-
les over en biedt de Tweede
Kamer een pensioennota
aan. Hierin worden, uitgaan
de van een pensioensys
teem gebaseerd op dienst
jaren, een aantal oplossin
gen voor de pensioenbreuk
aangedragen. Zo zouden bij
ontslag evenredige aanspra
ken op pensioen moeten
worden meegegeven. Deze
aanspraken zouden geïn
dexeerd moeten worden
evenals de ingegane pen
sioenen. De financiering
hiervan zou dienen te ge
schieden door middel van
toeslagen uit de overrente.
Studies wezen de afgelopen
jaren echter uit dat dergelij
ke maatregelen op dit mo
ment niet door alle pen
sioenfondsen kunnen wor
den opgebracht. Daarom
heeft de regering thans op
advies van de SER gekozen
voor een tussenoplossing.
Door middel van een wijzi
ging van de Pensioen- en
Spaarfondsenwet wordt al
lereerst de eerste pensioen
breuk, het niet evenredig
affinancieren bij tussentijds
ontslag, afgeschaft, leder
pensioenfonds moet aan
een werknemer die tussen
tijds met ontslag gaat, een
premievrije aanspraak mee
geven die evenredig is aan
de doorgebrachte diensttijd
bij deze werkgever. Voor de
oplossing van de derde pen
sioenbreuk wordt eveneens
het voorstel van de SER ge
volgd: direct uit de dienst
gepensioneerden en 'sla
pers' die 65 jaar geworden
zijn moeten op gelijke wijze
worden behandeld. Dat be
tekent dat als direct uit de
dienst gepensioneerden toe
slagen op hun pensioen krij
gen deze ook aan gepen
sioneerde 'slapers' moeten
worden gegeven. De twee
de pensioenbreuk, het niet
indexeren van rechten van
slapers blijft dan nog be
staan. De regering is van
mening dat ook dit pro
bleem opgelost moet wor
den en wel door het in
dexeren van rechten van
slapers. Men wil hier echter
pas toe overgaan als het be
drijfsleven er niet in zou sla
gen deze breuk op een
andere wijze te repareren.
Momenteel zijn er namelijk
plannen in de maak om een
landelijk circuit van reserve
overdracht op te richten. Na
invoering hiervan is er een
gedeeltelijke oplossing ont
staan voor deze tweede
pensioenbreuk. Er worden
immers in deze constructie
pensioenrechten bij de nieu
we werkgever ingekocht
over 'fictieve' dienstjaren.
Als dit circuit van de grond
komt, en daar lijkt het sterk
op, zullen de drie vormen
van pensioenbreuk binnen
afzienbare tijd grotendeels
tot het verleden gaan beho
ren. Helaas echter alleen
voor die werknemers, die na
inwerkingtreding van dit
systeem van werkgever ver
anderen. Ook deze oplos
sing repareert geen pen
sioenbreuken ontstaan in
het verleden. Interessant is
om hierbij te vertellen dat er
al sinds 1 juli 1977 een sy
steem van reserve-over
dracht in het bankbedrijf
bestaat. Wanneer een werk
nemer van bankwerkgever
verandert, dragen de pen
sioenfondsen volgens een in
de CAO geregelde procedu
re en methodiek het gere
serveerde pensioenkapitaal
over aan de pensioenverze
keraar van de nieuwe bank.
In dit nummer hebben we u
weer een groot aantal inge
wikkelde dingen verteld. We
legden uit wat een pen
sioenbreuk inhoudt en wat
er tot op heden aan gedaan
is. Ook dit artikel laat zich
niet erg makkelijk lezen: u
moet er wel even voor gaan
zitten. Als u dat doet, zult u
zien dat deze ingewikkelde
stof toch wel meevalt. De
volgende keer komt ons ei
gen pensioensysteem aan
de orde.
Jan de With en
Wout Beekman,
Pensioenfonds
Harry Janssen,
Arbeidszaken