9 3). Verandert de werknemer echter vanuit een pensioen systeem gebaseerd op le vensjaren wederom van werkgever, dan kan hetzelf de probleem ontstaan. Hij krijgt ontslagrechten mee die niet worden geïn dexeerd. Dat levert een pen sioenbreuk op, tenzij hij wederom in dienst treedt van een werkgever, die het levensjarenbeginsel han teert. De derde methode die men kan volgen is het systeem van reserve-over dracht. Hierover hebben we tot op heden in het geheel nog niet gesproken. Van daar een wat uitgebreidere uitleg. Zoals we al eerder zagen staat er tegenover een pensioenrecht een stukje kapitaal om vanaf de pensioendatum het pen sioen te kunnen betalen. Wanneer iemand met ont slag gaat blijft dit kapitaal bij de oude pensioenverzeke raar. Deze moet dit immers reserveren voor een pen sioenuitkering als de ver trokken werknemer 65 is geworden. Wanneer nu dit gereserveerde kapitaal aan de nieuwe pensioenverzeke raar wordt overgedragen, kunnen er met behulp van dit kapitaal bij deze verzeke raar pensioenrechten wor den ingekocht. Men noemt dit het inkopen van fictieve dienstjaren. 'Fictief', omdat de werknemer nog niet bij de nieuwe werkgever werk te, maar toch pensioenjaren gaat inkopen over de perio de voor zijn indiensttreding. Op deze manier wordt de pensioenbreuk ook groten deels ontlopen. De werkne mer krijgt immers, als zijn salaris en de pensioenvoor ziening bij de oude en de nieuwe werkgever gelijk zijn, van zijn nieuwe werk gever een pensioen alsof hij gedurende zijn gehele car rière bij hem heeft gewerkt. Uiteraard is er ook hier een grote 'maar'. Het systeem van reserve-overdracht voor onderstelt een nieuwe werkgever. Als die er niet is valt er niets over te dragen en blijft er een pensioen breuk bestaan. Het ingrijpen van de overheid In 1982 neemt de overheid, gehoord de discussies in pensioenland, uiteindelijk haar verantwoordelijkheid. Staatssecretaris de Graaf neemt een initiatief van zijn voorgangster, mevrouw Da- les over en biedt de Tweede Kamer een pensioennota aan. Hierin worden, uitgaan de van een pensioensys teem gebaseerd op dienst jaren, een aantal oplossin gen voor de pensioenbreuk aangedragen. Zo zouden bij ontslag evenredige aanspra ken op pensioen moeten worden meegegeven. Deze aanspraken zouden geïn dexeerd moeten worden evenals de ingegane pen sioenen. De financiering hiervan zou dienen te ge schieden door middel van toeslagen uit de overrente. Studies wezen de afgelopen jaren echter uit dat dergelij ke maatregelen op dit mo ment niet door alle pen sioenfondsen kunnen wor den opgebracht. Daarom heeft de regering thans op advies van de SER gekozen voor een tussenoplossing. Door middel van een wijzi ging van de Pensioen- en Spaarfondsenwet wordt al lereerst de eerste pensioen breuk, het niet evenredig affinancieren bij tussentijds ontslag, afgeschaft, leder pensioenfonds moet aan een werknemer die tussen tijds met ontslag gaat, een premievrije aanspraak mee geven die evenredig is aan de doorgebrachte diensttijd bij deze werkgever. Voor de oplossing van de derde pen sioenbreuk wordt eveneens het voorstel van de SER ge volgd: direct uit de dienst gepensioneerden en 'sla pers' die 65 jaar geworden zijn moeten op gelijke wijze worden behandeld. Dat be tekent dat als direct uit de dienst gepensioneerden toe slagen op hun pensioen krij gen deze ook aan gepen sioneerde 'slapers' moeten worden gegeven. De twee de pensioenbreuk, het niet indexeren van rechten van slapers blijft dan nog be staan. De regering is van mening dat ook dit pro bleem opgelost moet wor den en wel door het in dexeren van rechten van slapers. Men wil hier echter pas toe overgaan als het be drijfsleven er niet in zou sla gen deze breuk op een andere wijze te repareren. Momenteel zijn er namelijk plannen in de maak om een landelijk circuit van reserve overdracht op te richten. Na invoering hiervan is er een gedeeltelijke oplossing ont staan voor deze tweede pensioenbreuk. Er worden immers in deze constructie pensioenrechten bij de nieu we werkgever ingekocht over 'fictieve' dienstjaren. Als dit circuit van de grond komt, en daar lijkt het sterk op, zullen de drie vormen van pensioenbreuk binnen afzienbare tijd grotendeels tot het verleden gaan beho ren. Helaas echter alleen voor die werknemers, die na inwerkingtreding van dit systeem van werkgever ver anderen. Ook deze oplos sing repareert geen pen sioenbreuken ontstaan in het verleden. Interessant is om hierbij te vertellen dat er al sinds 1 juli 1977 een sy steem van reserve-over dracht in het bankbedrijf bestaat. Wanneer een werk nemer van bankwerkgever verandert, dragen de pen sioenfondsen volgens een in de CAO geregelde procedu re en methodiek het gere serveerde pensioenkapitaal over aan de pensioenverze keraar van de nieuwe bank. In dit nummer hebben we u weer een groot aantal inge wikkelde dingen verteld. We legden uit wat een pen sioenbreuk inhoudt en wat er tot op heden aan gedaan is. Ook dit artikel laat zich niet erg makkelijk lezen: u moet er wel even voor gaan zitten. Als u dat doet, zult u zien dat deze ingewikkelde stof toch wel meevalt. De volgende keer komt ons ei gen pensioensysteem aan de orde. Jan de With en Wout Beekman, Pensioenfonds Harry Janssen, Arbeidszaken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1986 | | pagina 9