systeem, beschreven in het
vorige nummer.
Wanneer een werknemer na
drie jaar met ontslag gaat,
is zijn pensioenrecht bij
evenredige affinanciering
f 1 697,50 waard en bij
minder dan evenredige affi
nanciering f 1 465,-. Hij
krijgt dan ook van zijn werk
gever maar een premievrije
polis tot dit laatste bedrag
mee. Daarmee hoeft zijn
verlies nog niet compleet te
zijn, want nu komen we tot
de tweede vorm van pen
sioenbreuk:
Niet indexeren van
slapers-rechten
We blijven bij het hierboven
omschreven voorbeeld. On
ze werknemer heeft na drie
jaar een premievrije polis
meegekregen van f 1 465,-,
terwijl dat eigenlijk
f 1 697,50 had moeten zijn.
Deze polis geeft op de pen
sioendatum aanspraak op
een jaarlijks pensioen tot dit
bedrag. U voelt wel wat er
nu gaat volgen. Dit bedrag
wordt in de loop der jaren
niet aangepast aan de prijs-
of loonontwikkeling, het
wordt 'bevroren', en verliest
daarom langzaam of snel
zijn waarde. We bestuderen
dit probleem aan de hand
van een tweetal tekeningen
(zie pagina 8).
In tekening 1 is een werkne
mer op 35-jarige leeftijd van
werkgever veranderd en
heeft van zijn oude werkge
ver een premievrije polis
meegekregen. Bij zijn nieu
we werkgever is hij belang
rijk meer gaan verdienen.
Zijn pensioenrechten stegen
dan ook vanaf het moment
van indiensttreding bij de
nieuwe werkgever behoor
lijk, tekening 1 laat dit zien.
Deze stijging heeft echter
uitsluitend betrekking op de
toekomstige dienstjaren. Het
opgebouwde pensioenrecht
bij de oude werkgever wordt
niet aangepast aan de hand
van de salarisstijging bij de
nieuwe werkgever. Dit levert
de pensioenbreuk op die in
tekening 1 is aangegeven.
In tekening 2 zijn twee situ
aties geschetst. Allereerst is
de premievrije polis bij de
oude werkgever geïndex
eerd, waardoor een gedeel
te van de pensioenbreuk
wordt opgelost. Tekening 2
laat ook zien dat onze werk
nemer na zijn indiensttre
ding bij de nieuwe werk
gever, behalve een hoger
aanvangssalaris, salarisver
hogingen heeft ontvangen,
waarover hij hogere pen
sioenrechten krijgt. Deze
pensioenverhogingen blij
ven beperkt tot de dienstja
ren bij de nieuwe werkgever.
Wij vervolgen ons voorbeeld
en gaan naar de derde vorm
van pensioenbreuk:
Niet indexeren van
ingegane pensioenen
De werkgever heeft in deze
situatie in zijn pensioenre
geling een bepaling opgeno
men, die inhoudt dat uitslui
tend de pensioenen van di
rect uit de dienst gepensio
neerde werknemers aange
past worden aan, bijvoor
beeld, de prijsontwikkelin
gen. Werknemers die voor
tijdig met ontslag zijn ge
gaan ontvangen over hun
opgebouwde pensioenaan
spraken geen toeslagen.
Deze blijven na ingang 'be
vroren'. Dit betekent dat
deze pensioenaanspraken
door de inflatie steeds min
der waard worden.
De drie pensioenbreuken die
wij u hiervoor lieten zien,
komen in de praktijk ook on
afhankelijk van elkaar voor.
De meeste pensioenfond
sen, zeker de grotere, hante
ren wel een systeem van
evenredige affinanciering
van pensioenrechten. Een
pensioenvermindering door
deze oorzaak komt dan ook
niet vaak voor. Nagenoeg
algemeen is de tweede pen
sioenbreuk, het niet indexe
ren van pensioenrechten
van hen die voortijdig met
ontslag zijn gegaan. Een
aantal grote pensioenfond
sen in Nederland, zoals het
ABP en het PGGM (Pen
sioenfonds voor de Gezond
heid, Geestelijke en Maat
schappelijke belangen), in
dexeren de pensioenrechten
van 'slapers' echter wel.
Het ABP en het PGGM han
teren hierbij de loonindex.
De derde pensioenbreuk,
het niet indexeren van een
maal ingegane pensioenen
van 'slapers', behoort bij de
grote pensioenfondsen tot
de uitzonderingen. Het
komt voornamelijk voor in
pensioenregelingen met een
gering aantal deelnemers,
ook al zijn hier weinig con
crete cijfers over bekend.
Blijft over dat de pensioen
rechten van 'slapers' mees
tal niet worden geïndexeerd
en dat is iets waar veel
werknemers wel eens mee
te maken hebben gehad. In
welke mate levert dit nu een
serieus probleem op? In het
vorige nummer hebben we
gezien dat het totale inko
men van de doorsnee werk
nemer na pensionering
bestaat uit de AOW en zijn
bedrijfspensioen. In de lage
re salariscategorieën vormt
de AOW, die door de over
heid voortdurend aan de
prijsontwikkelingen wordt
aangepast, een zeer groot
deel van dit pensioeninko
men. Pensioenverlies door
dat ontslagrechten bij ver
andering van werkgever niet
worden geïndexeerd kan
dan ook voor werknemers in
de lagere salariscategorieën
een betrekkelijk klein pro
bleem zijn. Anders ligt het
voor de hogere inkomensca
tegorieën. Vandaar dat we
in de inleiding van dit artikel
schreven dat de pensioen
breuk een klein probleem
voor velen en een groot pro
bleem voor weinigen is.
Voor de hogere inkomens
groepen is het verhaal na
melijk omgekeerd.
De aanvullende pensioenen
maken in hun situatie een
veel groter deel uit van het
totale pensioeninkomen dan
bij de lagere inkomensgroe
pen. Pensioenverlies in sa
menhang met het niet in
dexeren van ontslagrechten
kan hier zeer grote vormen
aannemen, uiteraard afhan
kelijk van de groei van hun
salaris en de ontwikkeling
van de inflatie. Hier staat
soms tegenover dat een
werknemer, die vrijwillig van
baan verandert, dit meestal
pas doet, als hij een betere
baan kan vinden met een
hoger salaris of tenminste
betere perspectieven. Hij is
dan geneigd het pensioen
verlies maar op de koop toe
te nemen onder het motto:
'hier laat ik wat en daar krijg
ik wat (meer)'. De meesten
rekenen echter niet uit wat
hun pensioenverlies zal zijn.
Dat is begrijpelijk omdat dit
hoofdzakelijk afhankelijk is
van de inflatie en toekomsti
ge salarisverhogingen, die
zeker voor de wat verder
weg liggende toekomst on
bekend zijn.
Waarom noemt men met
name deze vorm van pen
sioenbreuk als gevolg van
het niet indexeren van ont
slagrechten wel 'georgani
seerde diefstal'? U moet
zich realiseren dat ieder
pensioenfonds kapitaal re
serveert om te zijner tijd het
pensioen te kunnen uitke
ren. Over dit kapitaal maakt
het fonds beleggingswinst.
Bij het berekenen van het
totaal benodigde kapitaal is
men al uitgegaan van een
beleggingsopbrengst van
4%. Wanneer deze beleg
gingen nu meer opbrengen
dan deze 4%, is het fonds
bij 'slapers' goed af. Het
hoeft de pensioenrechten
van deze 'slapers' niet te in
dexeren. De beleggingen
brengen echter meer op dan
gepland. Deze hogere op
brengst, overrente ge
noemd, wordt meestal niet
aan de 'slapers' uitgekeerd,
vandaar de term 'georgani
seerde diefstal'. Degenen
die dit zeggen vergeten ech
ter dat deze overrente vaak
wordt gebruikt om kortin
gen op de te betalen pre
mies te geven. Dit gebeurt
door uit te gaan van een
bepaalde beleggingsop
brengst. Wanneer nu ach
teraf blijkt - en dat is
7