Kritiek op advieskracht banken 'Banken geven soms bar slechte advie zen', meldt de laatstverschenen editie van de Consumentengeldgids. Het blad doet verslag van een onderzoek dat de Consumentenbond instelde bij enkele tientallen bankkantoren, waaronder ook vestigingen van de Rabobank. Is de kwa liteit van onze dienstverlening werkelijk in het geding? En zo ja, wat kunnen we er aan doen om onze advieskracht te ver sterken? Raboband wil een bijdrage leve ren aan het beantwoorden van die vra gen, in eerste instantie met een samen vatting van de bevindingen van de onder zoekers. Hoewel er best kanttekeningen te plaatsen zijn bij de wijze waarop het onderzoek werd uitgevoerd, is er alle aanleiding om de resultaten serieus te nemen. Juist het handelen van de Rabobank is gebaseerd op een dienstverleningsdoelstel ling, het behartigen van de financiële belangen van leden en cliënten. Bij zo'n doelstelling staat de kwaliteit van de dienstverlening voorop en de advisering van de cliënt speelt daarin een hoofdrol. Nu eerst de bevindingen van de Consumentenbond, die be zoeken bracht aan kantoren van ABN, Amro Bank, NMB, Postbank, Nutsspaarbank 's-Gravenhage, Verenigde Spaar bank en Rabobank. Er werden vragen voorgelegd over spa ren, over leningen, over het bewaren en verkopen van effecten en over het verzilveren van Eurocheques. 'De door ons verzonnen situaties waren niet moeilijk', meent de Consumentenbond. 'De antwoorden moesten, zo niet uit het hoofd, dan toch zeker na raadpleging van eigen folder of 'handboek baliepersoneel' gemakkelijk kunnen worden gegeven.' Een directe beantwoording van de vragen bleek bij de Post bank niet mogelijk. De medewerkers van de postkantoren beperken zich tot het uitreiken van folders. Een cliënt met vragen wordt doorverwezen naar speciale telefoonnum mers, waar - aldus de Consumentenbond - deskundige voorlichters kwalitatief goede adviezen geven. De vragen over effecten en het Eurochequeprobleem konden niet aan de Postbank worden voorgelegd, omdat men zich daar niet met deze onderwerpen bezighoudt. 'Wat doen we met f 5000,- aan spaargeld dat we in ieder geval twee jaar, maar waarschijnlijk zelfs vijf jaar niet nodig hebben?' vroegen de onderzoekers, die hieraan nog toe voegden dat ze het betalen van belasting over de rente graag wat naar de toekomst wilden verschuiven. In meer dan de helft van de gevallen leidde het spaaradvies niet rechtstreeks naar de meest geschikte spaarvorm, het spaarbewijs. De - overigens volkomen legale - vraag over de belastingbetaling wekte de nodige achterdocht. De Consumentengeldgids laat een steekje vallen als gecon cludeerd wordt dat alle onderzochte banken, behalve de Ra bobank, een dergelijk tussentijds inwisselbaar spaarbewijs in huis hadden. Onze termijnplanbrief die de cliënt na 2, 3 of 4 jaar kan inwisselen, komt wel degelijk tegemoet aan de wensen van de vragensteller. Andere proefpersonen informeerden bij de banken naar het verschil tussen een persoonlijke lening en een doorlopend krediet en naar de kosten die in rekening worden gebracht voor effectentransacties. Ook werd - als niet-rekening- houder - gevraagd om een Eurocheque te verzilveren die men van een kennis als betaling had ontvangen. Volgens de Consumentengeldgids lieten ook bij deze onder werpen de adviezen van de banken veel te wensen over. In zijn algemeenheid doet de ene bank het niet duidelijk beter of slechter dan de andere. Op één punt kunnen de bankmedewerkers een compliment incasseren van de onderzoekers: 'Wat ons wel aangenaam trof was, dat we in vrijwel alle gevallen uiterst vriendelijk, welwillend en voorkomend te woord werden gestaan.' In aanvulling op het persoonlijke advies kunnen produktfol- ders een bron van informatie zijn voor een vragensteller. Daarom hebben de onderzoekers ook gekeken naar juist heid, duidelijkheid, volledigheid en actualiteit van het schrif telijk materiaal. Men is niet erg te spreken over de folders van de NMB, terwijl - helaas - ook kanttekeningen wor den geplaatst bij met name de tariefsinformatie (inlegvellen) en actualiteit van de Rabobankfolders. De banken hebben de Consumentengeldgids meegedeeld dat ruime aandacht wordt besteed aan de scholing van me dewerkers. De onderzoekers adviseren om in de opleidingen meer nadruk te leggen op produktkennis. Niet alle vragen hoeven overigens uit het hoofd te kunnen worden beant woord, meent de Consumentengeldgids, maar dan moet wel op het juiste moment 'het balieboek' of de specialist geraadpleegd worden. Tot zover het relaas van de Consumentengeldgids. Zowel bij de plaatselijke banken als bij Rabobank Nederland moet nu worden beoordeeld of er werkelijk aanleiding is om maatre gelen te treffen of dat er sprake is van incidenten. Overigens is het natuurlijk niet zo dat pas door het onder zoek van de Consumentenbond aandacht ontstaat voor kwaliteitsverhoging van onze advisering. Het optimaliseren van de advieskracht is een continu proces. Ingrijpende aan passingen van het folderbeleid (inhoudende een op elkaar afgestemd systeem van segmentbrochures en produktfol- ders) is in gang gezet. Daarnaast is vastgesteld dat de pro- duktdocumentatiesystemen aan herziening toe zijn. Aan passingen in het opleidingspakket voor baliemedewerkers zijn in voorbereiding: begin volgend jaar verschijnt een nieuw introductieprogramma. In de nieuwe daarop aanslui tende vervolgcursussen ligt een sterk accent op produkt- technische zaken. Graag vernemen wij hoe lezers van Raboband over dit on derwerp denken. Uw mening en eventuele suggesties kunt u schriftelijk kenbaar maken aan de redactie. R. Cramer Voorlichting en Externe Betrekkingen 10

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1986 | | pagina 10