Grenzen verleggen
in de Ardennen
m
Midden in de Ardennen. Beboste heuvels, langs de rivier
tjes groene oevers. Een landschap dat stilte en rust uit
ademt, maar ook inspireert om ontdekt te worden. Een
groep mensen zoekt zich een weg door een smal dal. Het
riviertje is een gids, maar ook een hindernis. Soms vertakt
het zich en moet men oversteken. Een dunne boomstam is
de brug. De eersten gaan er vlot overheen, anderen aarze
len en moeten geholpen worden. De leider ziet erop toe dat
de groep bij elkaar blijft. Uren lang ploetert men voort. De
bepakking lijkt steeds zwaarder. De energie en het tempo
nemen af. Het eindpunt is nog steeds niet in zicht. Moe
heid en dorst nemen toe. De zon brandt onbarmhartig.
Wie zijn deze mensen en
wat beweegt hen dit te
doen?
Het zal u verbazen dat het
mensen van de Rabobank
zijn. Elf directeuren van
plaatselijke banken en twee
opleidingsmedewerkers.
Het zal u ook verbazen dat
ze er vrijwillig zijn en er be
wust voor hebben gekozen
om deze activiteit te onder
nemen. Avonturiers zult u
denken, die elkaar toevallig
gevonden hebben. Het zalu
wellicht nog meer verbazen
dat het niets met een hobby
te maken heeft, maar dat
deze mensen een cursus
volgen. Deze lange en zwa
re voettocht is een onder
deel van het cursuspro
gramma. Een bijzondere
cursus, dat wel. Een cursus
waarbij mensen aan den lij
ve ondervinden wat het be
tekent samen een moeilijke
opdracht te vervullen, tegen
belemmeringen aan te lopen
en weerstanden te overwin
nen, nieuwe mogelijkheden
te zoeken en te proberen.
Grensverleggend bezig zijn
dus. Nu zijn er meer cursus
sen waarin daaraan gewerkt
wordt, maar het bijzondere
van deze cursus is dat de
werkelijkheid niet nage
bootst wordt met behulp
van oefeningen, maar dat
de situatie de werkelijkheid
is. 'Wat doe ik hier eigenlijk;
geef ik op of ga ik door;
luister ik naar de ander of
volg ik mijn eigen zin; zie ik
het alleen nog zitten of zien
de anderen dat ook?'
Het heeft geregend en de ri
vier de Ourthe kolkt en
schuimt. De kajaks zijn een
speelbal van het water, ze
slaan om en lopen tegen de
oever. De mensen in de ka
jaks worstelen tegen het
water en tegen zichzelf.
Rotsen in het water worden
ternauwernood ontweken.
Ze zijn volkomen op zichzelf
aangewezen. Niemand kan
hen helpen. Vluchten kan
niet meer. Men moet vech
ten om de kajak overeind te
houden. Moeizaam ontdekt
men hoe met de peddel om
te gaan. Nog moeilijker is
het om met z'n tweeën de
boot te besturen. Men voelt
de afhankelijkheid van de
ander, de bittere noodzaak
om een team te vormen, om
tot samenwerking te ko
men, wil men kunnen over
leven. Maar men voelt ook
de voldoening van langzaam
maar zeker het water de
baas worden. En van het
plezier dat men daaraan be
leeft. Drie uur later wordt er
aangelegd. Men is moe,
maar vooral ook trots op de
ze prestatie. Samenwerking
en doorzettingsvermogen
zijn levende begrippen ge
worden.
In de nabespreking komen
de gevoelens los. De angst
om in het kolkende water te
vallen en ondanks deze
angst toch door te moeten
gaan, het gevoel van over
geleverd te zijn aan de rivier
en alle zekerheid die men
doorgaans opbouwt verlo
ren te hebben. De twijfel
over het met een ander sa
men kunnen werken, nu
men het alleen niet aan kan.
Maar bovenal het gevoel de
moeilijkheden overwonnen
te hebben, van meer zelf
kennis en zelfvertrouwen.
Hoe is men tot deze cursus
gekomen?
Een van de deelnemers, de
heer A. van den Acker, di
recteur van de Rabobank
10