nemers door middel van de CAAR. Het werd niet wen selijk geacht naast de toch al omvangrijke overlegstruc tuur in de Rabobankorgani- satie een nieuw orgaan in te stellen. Door Rabobank Nederland werd opgemerkt dat voor de Rabobankorganisatie de CAAR het aangewezen or gaan lijkt om de pensioen aangelegenheden te bespre ken. Andere bedrijven en in stellingen hebben een on dernemingsraad of een cen trale ondernemingsraad. De pensioenaangelegenheden kunnen daarin op grond van de WOR niet worden behan deld. Het instellen van een deelnemersraad ligt daar dan ook voor de hand. De Rabobankorganisatie heeft de CAAR, die op grond van zijn reglement de werkne mers ook ten aanzien van pensioenaangelegenheden kan representeren. De verschillende meningen en standpunten van werk nemers- en werkgeverszijde zullen naar de Raad van Be heer worden doorgeleid. Op grond hiervan zal de Raad van Beheer een besluit nemen. 6. Regeling 'Faciliteiten gepensioneerden en daarmee gelijkgestelden en weduwen' Tijdens de behandeling in de afgelopen jaren van enkele regelingen in het kader van de secundaire arbeidsvoor waarden is de vraag gere zen in hoeverre recente maatschappelijke ontwikke lingen, bijvoorbeeld ten aan zien van samenlevingsvor men, in deze regelingen zouden dienen te worden meegenomen. In de pre miespaarregeling, de hypo theekregeling en de ver huiskosten-regeling is dit in middels gerealiseerd. Bij an dere regelingen bleek dit nog niet mogelijk. Op ver zoek van de CAAR was een discussienota opgesteld waarin de vraag aan de orde was of de regeling 'Facilitei ten gepensioneerden en daarmee gelijkgestelden en weduwen' zou dienen te worden aangepast aan de bedoelde maatschappelijke ontwikkelingen. De notitie bevat de conclusie dat daar toe vooralsnog geen aanlei ding toe lijkt te bestaan om dat de thans in de maat schappij plaatsvindende dis cussies op dit terrein nog niet zijn uitgekristalliseerd. Van werknemerszijde werd er op gewezen dat de over heid en de wetgever in dit opzicht reeds een aantal maatregelen hebben geno men. Genoemd kunnen worden de voorzieningen voor tweeverdieners, voor deurdelers, alsmede de thans in bespreking zijnde herziening van het stelsel van sociale zekerheid. Op voorstel van de werkne mersdelegatie besloot de CAAR Rabobank Nederland te verzoeken om de gedach ten over dit onderwerp na der vorm te geven, mede aan de hand van datgene wat de rijksoverheid als werkgever van de ambtena ren op dit terrein reeds heeft verricht. Vanuit dit gegeven zouden te zijner tijd wellicht voorstellen kunnen worden geformuleerd voor nadere aanpassingen van in aan merking komende rege lingen. 7. Functiewaardering Besproken werd een notitie over de stand van zaken ten aanzien van de functiewaar dering bij de plaatselijke banken. Door de werknemersdelega tie werden enige opmerkin gen hierover gemaakt, naar aanleiding waarvan door Rabobank Nederland het volgende werd toegelicht. De model-functiebeschrij vingen die door Rabobank Nederland zijn opgesteld, dienen te worden gezien als hulpmiddel voor het maken van functiebeschrijvingen door de plaatselijke banken. Door hiervan gebruik te ma ken kan bij de banken een aanmerkelijke werkbespa- ring worden bereikt. In de praktijk blijken de aangedra gen modellen een waarde vol hulpmiddel te zijn. Elke individuele bank beschrijft de feitelijke situatie, op grond waarvan de functie beschrijvingen op onderde len kunnen afwijken van de model-beschrijvingen. De toetsingscommissie voert haar taken uit over eenkomstig een daartoe op gesteld reglement. De func ties worden gewaardeerd op basis van het aangele verde materiaal en het ad vies van de Activiteit Func tiewaardering. De indelin gen leiden niet tot afwijzen de reacties van de banken. Dit ligt enigszins anders bij Rabobank Nederland, waar sprake is van veelal ingrij pende inhoudelijke wijzigin gen van functies, mede ten gevolge van het OTW- project. Dat betekent in sommige gevallen dat niet wordt voldaan aan de ver wachtingen ten aanzien van bepaalde functies. Gesteld werd dat, wanneer binnen een bank of een af deling een functie wijzigt, in beginsel alle omliggende functies eveneens opnieuw dienen te worden gewaar deerd. De achtergrond hier van is dat dicht bij elkaar lig gende functies vaak een grote invloed op elkaar hebben. Over de hanteringsregels werd opgemerkt dat wan neer sprake is van herclassi ficatie en een functie wordt in een hogere groep inge deeld, er geen sprake is van promotie. De functie zelf wijzigt immers niet. In deze gevallen zal ook geen sprake zijn van het toekennen van een extra periodiek. Dit ligt anders wanneer een mede werker van functie wijzigt en een hogere functie gaat vervullen. De in de CAO neergelegde richtlijnen voor functiewaardering worden uiteraard gevolgd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1986 | | pagina 6