Samenvattend verslag van de 15e vergadering van de CAAR,
gehouden op 15 april 1986
1Mutaties CAAR
De heer J. Moesbergen, re
giocommissie Rotterdam,
woonde voor de eerste
maal de vergadering bij. De
heer Moesbergen treedt in
de plaats van de heer J.
Smit, die de Rabobankorga-
nisatie heeft verlaten. Ook
de heer G. Riemersma, re
giocommissie Leeuwarden,
heeft de organisatie verla
ten, waardoor zijn lidmaat
schap van de CAAR ein
digt. Ten slotte woonde de
heer P. G. van Maldegem,
lid van de werkgeversdele
gatie, voor de laatste maal
een CAAR-vergadering bij.
De Centrale Kringvergade
ring zal op 7 mei a.s. in de
ze vacature voorzien.
2. CAO voor het
Bankbedrijf
Medegedeeld werd dat
door de Werkgeversvereni
ging voor het Bankbedrijf,
de UNIE BLHP en de VKBV
de CAO 1986 is onderte
kend. Op 14 april bleek het
overleg tussen de werkge
vers en de vakbonden niet
te kunnen leiden tot het on
dertekenen van de CAO
door alle betrokken vakor
ganisaties.
Aan de Dienst Collectieve
Arbeidsvoorwaarden is de
CAO ter registratie aange
boden en is voorts een al
gemeen verbindendverkla
ring gevraagd. Indien deze
algemene verbindendver
klaring zal worden afgege
ven, zal de CAO voor alle
werkgevers en werkne
mers in het bankbedrijf gel
dingskracht hebben.
Binnenkort zullen de aan
gesloten banken een circu
laire ontvangen, waarin na
der wordt ingegaan op de
wijze van toepassing en
uitvoering van de CAO. On
der meer zal daarbij een na
dere aanduiding worden
gegeven van de mogelijke
varianten die zijn overeen
gekomen ten aanzien van
de invulling van de arbeids-
duur-verkorting. In deze cir
culaire zal voorts aan de di
recteuren van de plaatselij
ke banken worden ver
zocht om de medewerkers
te informeren over de in
houd van de CAO en de uit
voering daarvan.
3. Schade-afwikkeling
ziektekostencontract
Interpolis
Door het invoeren van een
nieuw automatiseringssy
steem bij Interpolis is een
aanzienlijke achterstand
ontstaan in de afwikkeling
van de schadeclaims in het
kader van het ziektekosten
contract. Naar aanleiding
daarvan werd medege
deeld dat bij de totstandko
ming van het ziektekosten
contract aan Interpolis na
drukkelijk te kennen is ge
geven dat de verzekering
nemers onder het oude
contract gewend waren
aan een vlotte en correcte
afwikkeling van de schade
claims. Deze afwerking zou
onder het nieuwe contract
geen vertraging mogen on
dervinden. Desondanks
blijkt thans dat Interpolis
aan deze eis niet tegemoet
heeft kunnen komen. Rabo
bank Nederland zal nog
eens schriftelijk aan Inter
polis doen weten dat de
huidige gang van zaken niet
acceptabel is.
4. Herziening
Pensioenreglement
Aan de CAAR werd een no
titie voorgelegd waarin, als
verlengstuk van het behan
delde op een voor de leden
van de CAAR en van de re
giocommissies gehouden
themadag over pensioe
nen, een aantal ontwikke
lingen in pensioenland was
beschreven. Daarnaast
werd aangegeven welke
uitgangspunten zouden
kunnen gelden ten aanzien
van de gedachtenwisselin-
gen omtrent een mogelijke
herziening van het Pen
sioenreglement.
De basisfilosofie van de hui
dige pensioenvoorziening is
gestoeld op de verzorgings
gedachte, waarbij het pensi
oen is afgeleid van het
laatstverdiende salaris. Ge
schetst werd dat een nieu
we basisfilosofie zou kun
nen berusten od de stellino
dat het pensioen een uit
gesteld loon is, waarbij de
verzorgingsgedachte overi
gens niet geheel uit het oog
wordt verloren. Een dergelij
ke filosofie zou een andere
opbouw van het pensioen
tot gevolg hebben. De deel
nemer bouwt dan over ieder
jaar een pensioen op, dat is
afgeleid van de pensioen
grondslag van dat jaar.
Ook werd nader ingegaan
op een eventueel te wijzigen
definiëring van het begrip
deelnemer, de pensioenda
tum, de pensioenpremie,
alsmede het weduwenpen-
sioen. Deze onderwerpen
zullen in de nabije toekomst
afzonderlijk onderwerp van
bespreking zijn in de ver
schillende overlegorganen
binnen de Rabobankorgani-
satie, onder andere in de
CAAR. Nader werd nog in
gegaan op de wijze van be
taling van de pensioenpre
mie. Thans vindt deze ge
heel plaats door de werkge
ver en vindt jaarlijks een ver
evening plaats. Denkbaar
zou zijn dat de medewerker
op basis van een nieuwe
pensioenfilosofie, de moge
lijkheid zou worden gebo
den om naar eigen keuze
voorzieningen te treffen te
gen bijbetaling van premie.
Gesteld werd dat voor de
pensioenvoorziening in we
zen drie verantwoordelijk
heidsaspecten kunnen wor
den onderscheiden. Aller
eerst zorgt de overheid
voor een basispensioen: de
AOW. Daarboven zorgt de
werkgever voor een pen
sioenvoorziening, terwijl ten
slotte de werknemer verant
woordelijk zou kunnen wor
den gesteld voor eventuele
aanvullende voorzieningen.
De CAAR besloot de inhoud
van de notitie vooralsnog
voor kennisgeving aan te
nemen en de gedachtenwis-
seling over dit onderwerp
voort te zetten aan de hand
van de nog uit te brengen
deelnotities.
5. Deelnemersraad
Pensioenfonds
OyprppnknmQtin p»on Hocho.
treffende toezegging was
voor deze vergadering een
notitie geagendeerd over de
voor- en nadelen van de in
stelling van een deelne
mersraad voor het Pensi
oenfonds. Het alternatief
hiervoor zou zijn om de
CAAR te betrekken bij de
behandeling van pensioen
aangelegenheden.
Van de zijde van de werkne
mersdelegatie werd als
standpunt naar voren ge
bracht dat zowel de aan
gesloten banken als Rabo
bank Nederland via de daar
voor bestaande organen in
vloed hebben op de besluit
vorming ten aanzien van
pensioenaangelegenheden.
De deelnemers hebben een
dergelijk orgaan niet. Zij die
nen zelf hun oordeel over
bepaalde in de statuten be
schreven onderwerpen des
gevraagd schriftelijk ken
baar te maken.
Het doen structureren van
de deelnemersmedezeggen-
schap via de CAAR heeft
als bezwaar dat dit orgaan
ook niet-deelnemers heeft.
Bovendien kan de CAAR
door zijn beperkte zit
tingsperiode niet de conti
nuïteit van de vereiste ken
nis op het pensioenterrein
garanderen. Verder zal, als
de CAAR een rol ten aan
zien van pensioenaangele
genheden zou gaan spelen,
toch de raadpleging van
de individuele deelnemers
noodzakelijk zijn. Als een
deelnemersraad zou worden
ingesteld, kan aan de voren
genoemde bezwaren tege
moet worden gekomen. De
ze raad kan namens de deel
nemers worden geraad
pleegd omdat zij een
rechtstreeks gekozen verte
genwoordiging van hen is
en bovendien kan voorzien
in de vereiste deskundig
heid. Ook verschillende an
dere bedrijven en instellin
gen kennen een deelne
mersraad.
Van werkgeverszijde werd
voorkeur uitgesproken voor
het vormgeven van de me-