Trends binnen de
Rabobankorganisatie
TRENDS
langd wordt. Verwacht wordt
een grotere vrijheid van inrich
ten van het werk en de indivi
duele toegevoegde waarde
wordt in steeds sterkere mate
bezien en beoordeeld.
Zoals reeds aangegeven zullen
de onder 'TRENDS' beschre
ven - waarschijnlijke - ont
wikkelingen hun invloed doen
gelden op de Rabobankorga
nisatie.
A. Heroriëntatie
Ook binnen de Rabobankorga
nisatie zal er sprake zijn van
een voortzetting van het pro
ces van heroriëntatie. Deze her
oriëntatie richt zich enerzijds
op het eigen karakter van de
Rabobankorganisatie en ander
zijds op de wijze van marktbe
nadering.
De coöperatieve identiteit
De komende jaren zal tijd en
energie worden besteed aan
het eigen karakter van de Rabo
bankorganisatie, te weten de
coöperatieve identiteit.
Er is een visie in ontwikkeling
op de aard en het karakter van
onze coöperatieve bankinstel
ling. Deze visie of denkrichting
berust op een aantal wezenlijke
uitgangspunten, zoals:
1. de dienstverleningsdoelstel
ling ten behoeve van leden
en cliënten;
2. de zeggenschap en betrok
kenheid van de leden;
3. de autonomie van de plaat
selijke bank;
4. een dienende en tegelijker
tijd ondernemende opstel
ling van directie en mede
werkers van de banken.
Vanuit het verleden tot op he
den is de ontwikkeling van de
Rabobank weer te geven als
een 'open samenwerkingsver
band'. In dit samenwerkings
verband behoren de inspannin
gen van alle betrokkenen, le
den, bestuurders, directie en
medewerkers te zijn gericht op
het bij voortduring verstrekken
van goede financiële diensten
tegen gunstige voorwaarden.
Het dienstbetoon, uiteraard op
zakelijke basis, staat in de visie
op het coöperatieve karakter
centraal. Het onderscheidend
karakter van de Rabobank
wordt in belangrijke mate be
paald door de medewerkers. De
integratie van zakelijkheid en
een op vertrouwen gebaseerde
mentaliteit zal dagelijks door de
medewerkers gerealiseerd die
nen te worden. De medewer
kers dienen daarvoor te be
schikken over een professione
le kennis van produkten en
diensten en de bekwaamheid
en bereidheid zich ten dienste
van leden en cliënten in te zet
ten. Bij werving zal met beide
kwaliteiten rekening worden
gehouden. In de werksituatie
kan ruimte worden geschapen
om directe zeggenschap waar
te maken. Ook zal verdere uit
werking worden gegeven aan
het prestatiebeginsel.
Cliëntgerichtheid
De marktbenadering kenmerkt
zich door een integrale cliënt
benadering, waarbij ook de
cliëntenrentabiliteit een steeds
grotere rol is gaan spelen. Deze
benadering uit zich in de kwali
teit van de hiertoe bij zowel Ra
bobank Nederland als bij vele
plaatselijke banken aangepaste
organisatiestructuur en de
kwaliteit van het serviceverle
nende personeel. Er zullen
steeds zwaardere eisen worden
gesteld aan de medewerkers.
Maar ook de kwaliteit van de
informatie-voorziening speelt in
toenemende mate een belang
rijke rol.
De heroriëntatie brengt een
'accentverschuiving' met zich
mee van het rentebedrijf naar
het dienstenbedrijf. De provi
siebaten stijgen sneller dan de
rentebaten, die steeds sterker
onder druk komen te staan
door toenemende concurrentie.
De Rabobankorganisatie zal als
bedrijf qua karakter verande
ren. Voortdurende inspanning
om produkten en diensten af te
zetten zal gevraagd worden.
Het belang van de informatie
voorziening wordt bij toene
mende concurrentie steeds
groter. Het efficiënt en effectief
handelen wordt grotendeels
door de informatievoorziening
bepaald.
Deze prioriteit met betrekking
tot de informatievoorziening
stelt hoge eisen aan de kwali
teit van medewerkers. De me
dewerkers die in toenemende
mate een doelmatig gebruik
van de informatievoorziening
kunnen maken zullen een meer
centrale plaats in het bedrijf in
gaan nemen. De nadruk komt
steeds meer te liggen op het re
sultaat van het commerciëel
handelen.
B. Flexibiliteit en
effectiviteit
De laatste jaren is de nadruk al
komen te liggen op de flexibili
teit van de organisatie. Hier en
daar hebben zich reeds organi
satorische aanpassingen voor
gedaan. Dit accent op flexibili
teit zal zich blijven doorzetten.
De markt vraagt dit van de Ra
bobankorganisatie. De organi
satie zal dit op haar beurt moe
ten vragen van het manage
ment en medewerkers. Proce
dures, richtlijnen en arbeids
voorwaarden zullen steeds
meer speelruimte gaan verto
nen, zodat binnen bepaalde
grenzen passende invullingen
kunnen plaatsvinden. In dit ka
der zal er sprake zijn van een
toenemende verzelfstandiging
met betrekking tot de besluit
vorming en het inrichten van de
werkzaamheden. De medewer
ker zal steeds meer invloed
hebben op het inrichten van
zijn eigen werkzaamheden en
de besluitvorming daarbinnen.
Organisatiestructuren zullen
minder strak beschreven wor
den opdat aanpassingen en
wijzigingen in takenpakketten
eenvoudiger te realiseren zijn.
Met deze toenemende ver
zelfstandiging gaat een verder
gaande verzakelijking gepaard.
De werkzaamheden worden
beoordeeld naar de toegevoeg
de waarde; resultaten staan
hier centraal. Management en
medewerkers zullen in toene
mende mate op hun toege
voegde waarde, hun prestaties,
beoordeeld worden. In deze lijn
doorgedacht zal de aandacht
meer op de factor arbeid ko
men te liggen. Verschillen in in
zet en prestaties zullen in belo-
18