ONTWIKKELINGEN was overleg tussen (plaatse lijke) werkgever en werkne mers) noodzakelijk. - uitbetaling van (een gedeel te van) de RVU diende in be ginsel niet te worden toe gestaan. - voor de regeling was in stemming van de onderne mingsraad vereist. De Raad van Beheer nam het advies over en leidde dit op de gebruikelijke wijze door naar de plaatselijke banken. Op 4 september moest een ex tra vergadering worden belegd omdat gebleken was dat een nieuwe CAO definitief van de baan was. De CAAR diende ad vies uit te brengen over een pakket arbeidsvoorwaarden, dat gelijk was aan het eindbod van de werkgevers. Na een tweetal schorsingen besloot de CAAR geen inhoudelijk stand punt in te nemen maar de Raad van Beheer te verzoeken een advies aan de plaatselijke ban ken te geven. Van werknemers zijde, gebillijkt door de werkge versdelegatie, werd met klem aangedrongen op heropening van de onderhandelingen. Het zal duidelijk zijn dat dit advies allerminst in aanmerking kwam voor een schoonheidsprijs. Het was, gegeven de omstandighe den, het minst slechte compro mis dat gesloten kon worden. In december tenslotte werd er kennis van genomen dat voor de eerste helft van 1986 een zelfde regeling wordt toege past als het halfjaar daarvoor. Sociaal beleid bij reorganisatie In januari werd van de zijde van Rabobank Nederland een noti tie over dit onderwerp toege zegd, waarin ook de rol van de interne arbeidsmarkt betrokken zou worden. In december werd een handleiding met gedragsre gels aangeboden, die in de plaats kwam van het sociaal beleidsplan bij automatisering en de sociale paragraaf uit de fusieleidraad. Bij de bespreking van deze handleiding werd uit voerig gediscussieerd over de voorgenomen wijziging van de vroegere salarisuitloopgarantie in een salarisgarantie. De CAAR stemde hier tenslotte mee in, omdat in de regeling een zogenaamde hardheids clausule is vervat die aperte on billijkheden in individuele geval len weg moet nemen. Boven dien bleek dat collectieve ver hogingen ook worden toege kend aan degenen op wie de salarisgarantie van toepassing is. Hypothecaire geldlening op personeelsvoorwaarden Door de CAAR werd er in het begin van het jaar op gewezen dat de bestaande regeling in 1985 afliep. In de vergadering van maart stond centraal de vraag of de bestaande regeling diende te worden aangepast of dat een fundamentele herzie ning de voorkeur verdiende. De CAAR besloot tot het laatste, zich realiserende dat daarbij een strikte scheiding zou wor den aangebracht tussen de rol die een bank als bankier heeft en die als werkgever. In oktober werd de nieuwe concept-regeling uitvoerig be sproken. De CAAR adviseerde positief nadat zij een aantal aan- vullings- en/of wijzigingsvoor stellen had ingediend. De be langrijkste hiervan waren: - mogelijkheid tot wijziging van het leningbedrag, waar op de korting van toepas sing is, bij structuele wijzi ging van het aantal ar beidsuren; - geen toepassing van de voorwaarden voor top of combi-hypotheken bij de eenmalige omzetting; - de positie van de zogenaam de 'starters' mag niet wor den verslechterd; - bij de vaststelling van de duur van het dienstverband is het tijdstip van indienst treding bepalend; - uitgegaan dient te worden van de tarieven zoals elke in dividuele bank die hanteert jegens haar cliënten. Over de vraag of bij de eenmali ge omzetting al dan niet provi sie in rekening wordt gebracht, bleven beide delegaties ver schillende standpunten inne men. Verhuiskostenregeling Al langer bestaat behoefte aan een nieuwe regeling. Enerzijds om tot harmonisatie van de voorwaarden tussen Rabobank Nederland en plaatselijke ban ken te komen. Anderzijds ook om hiermee de mobiliteit bin nen de organisatie niet te be lemmeren. Gepleit werd dan ook voor een spoedige her ziening. Na aanvankelijk een nieuwe concept-regeling te hebben besproken bleek dat het kabi net haar voornemens tot be paalde fiscale vrijstellingen bij verhuizing introk. Daarom moest in december een nieuw concept worden behandeld. Naast een financieringsclausu le bij een negatief verschil tus sen de hoogte van de financie ring en de opbrengst van de bestaande woning bij verhui zing op verzoek van de bank, biedt de nieuwe regeling in be paalde situaties een keuzemo gelijkheid in de vaststelling van de hoogte van de vergoeding. Ook deze voorstellen werden door de CAAR van een positief advies voorzien. Opleidingen In de mei-vergadering werd de notitie 'Kwaliteitsverbetering van de organisatie door in vesteren in medewerkers' be handeld. Er was in hoge mate eenstem migheid over het grote belang van opleidings-inspanningen teneinde met vertrouwen ook op toekomstige ontwikkelingen binnen het bankbedrijf te kun nen inspelen. Voorts werd tijdens die verga dering verslag gedaan van een integraal opleidingsproject waarmee binnen de regio Ber gen op Zoom ervaringen waren opgedaan. Dit project beoogt de commerciële slagvaardig heid van een bank te vergroten door alle geledingen van die bank hierbij te betrekken. Prestatie-beoordeling In samenhang met een nieuwe salarisstructuur is door de CAO-partijen een aantal hoofd lijnen vastgesteld voor een prestatiebeoordelingssysteem, dat beoogt de individueel gele verde prestaties te meten. De resultaten van deze beoorde ling zijn in belangrijke mate be palend voor de hoogte van de beoordelingstoeslag als onder deel van het salaris. Naast deze jaarlijkse prestatie beoordeling zou om de twee a drie jaar, weliswaar aangepast, het huidige functioneringsge sprek dienen te blijven plaats vinden. Na behandeling in haar verga dering in augustus adviseerde de CAAR tot invoering van de prestatiebeoordeling met in gang van 1986 zodat de uit komsten hiervan mede bepa lend worden voor de salaris vaststelling per 1 januari 1987. Op een later tijdstip wordt aan dacht besteed aan de koppe ling tussen deze prestatiebe oordeling en het functione ringsgesprek. Interne arbeidsmarkt De juiste man of vrouw op de juiste plaats, een streven waar zowel de banken als de mede- werk(st)ers veel belang bij heb ben. Het stimuleren van doorstroming is dan ook geen luxe, maar een van de instru menten om de continuïteit van de organisatie, ook op langere termijn, te waarborgen. Het goed functioneren van de inter ne arbeidsmarkt, d.w.z. de opti male afstemming tussen vraag naar en aanbod van arbeid, kwam daarom regelmatig ter sprake. De vacaturebanken als kwaliteitsbanken, dat zal het doel blijven waarnaar gestreefd wordt. Ten slotte Evenmin als vorig jaar is dit ver slag een volledige weergave van de behandelde onderwer pen. Gekozen is voor die the ma's, die relatief de meeste aandacht kregen. Van een aan tal heeft realisering inmiddels plaatsgevonden. Andere verkeren nu in een uit voeringsstadium en weer ande re komen op enigerlei wijze nog terug. Ook dat is kenmerkend voor een dynamische organisatie als de onze en toont ten overvloe de aan dat ook de CAAR hoge prioriteit geeft aan behoud en zo mogelijk versterking van de ze dynamiek. Peter Liebregts, Secretaris

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1986 | | pagina 15