Jaarverslag CAAR 1985 ONTWIKKELINGEN In sociaal-organisatorische zin mersdelegatie, gesproken over was 1985 een gedenkwaardig de continuïteit van de CAAR. jaar. Voor het eerst bleken Immers, zo ervaart een aantal werkgevers en werknemersor collega's, het lidmaatschap van ganisaties niet bij machte om dit college betekent, naast de voor het personeel in het bank functie binnen de eigen bank. bedrijf een nieuwe collectieve een belasting. In de eerste arbeidsovereenkomst af te slui plaats natuurlijk voor de be ten. Akties, zoals die enkele ja trokkene. Maar ook de desbe ren geleden werden uitgevoerd, treffende banken worstelen bleven uit, maar velen waren met het dilemma tussen aktie- teleurgesteld over de zonder ve bijdrage aan deze vorm van succes gebleven schermutse participatie en de voortgang lingen tussen de partijen. van het eigen werk. Ongetwij De CAAR zette haar werk voort feld zal in het verkiezingsjaar en voltooide het afgelopen jaar hierover, maar dan fundamen tweederde van haar zittings teler en plenair, doorgesproken periode. worden. En op het moment dat u van dit Om op verantwoorde wijze de jaarverslag kennis neemt zijn beraadslagingen en besluitvor de voorbereidingen voor de ming van de CAAR vast te leg verkiezingen, die aan de twee gen, waren 67 pagina's ver de zittingsperiode voorafgaan, slaggeving noodzakelijk. Teza al gestart. In erg globale zin is, men met de overige verga met name binnen de werkne- derstukken kan opnieuw een Samenstelling CAAR per 1 januari 1985 voorzitter 0. W. A. van Verschuer secretaris P. Liebregts werknemersvertegenwoordigers: Naam Namens H. van Aken Rc.1) Arnhem F. Bakema Rc. Zwolle G. Douma Rc. Groningen J. Haverkamp Rc. Bergen op Zoom W. Heppe Rc. Haarlem P. van der Heijden Rc. Arnhem A. den Hoed Rc. Rotterdam H. Jacobs Rc. Roermond M. Jongbloed-Brands OR Rabobank Nederland V. Kerkhoff Rc. Haarlem J. Kerstens Rc. Bergen op Zoom M. Linssen Rc. Roermond H. Minten Rc. Arnhem K. de Mol OR Rabobank Nederland H. van Reeven Rc. Rotterdam G. Riemersma Rc. Leeuwarden I. Romkes Rc. Leeuwarden J. Smit Rc. Rotterdam A. Smits Rc. Eindhoven E. Strating Rc. Zwolle J. Vlaming-Ruiter Rc. Haarlem K. Zuidema Rc. Groningen In de loop van het jaar eindigde reglementair het lidmaatschap voor I. Romkes. Hij werd opgevolgd door: L. Kuipers Rc. Leeuwarden Werkgeversvertegenwoordigers: P. Burghouts C. ten Donkelaar J. van Geloven P. van Maldegem 1) Regiocommissie) B. van Zeijts 14 barstensvolle ordner worden toegevoegd aan het persoonlijk archief. Daarnaast hebben ook de afzonderlijke delegaties en de regiocommissies regelmatig vergaderd om er onder andere voor te zorgen dat de kwaliteit en voortvarendheid van de CAAR van het gehalte blijft zo als we dat vanaf het begin heb ben ervaren. Aan het slot van deze inleiden de opmerkingen is dan ook een woord van dank op zijn plaats aan het adres van de banken en de collega's die ons in staat stellen vorm en inhoud te ge ven aan medezeggenschap bin nen onze organisatie. Het lijkt mij de belangrijkste voorwaar de om inspirerend te werken voor banken en medewerk- (st)ers, zowel voor wat betreft het eigen plaatselijke en indivi dueel belang als het deelge noot zijn van een groot samen werkingsverband. Want is niet het geheel méér dan de som van de afzonderlijke delen? Aantal vergaderingen De CAAR kwam zevenmaal in vergadering bijeen. Hiervan had de vergadering op 4 september een bijzonder karakter omdat deze moest worden gehouden als gevolg van het definitief af breken van de CAO onderhan delingen. Zoals inmiddels gebruikelijk kwamen de afzonderlijke dele gaties voor elke vergadering af zonderlijk bijeen. Afhankelijk van de verschillende regio's be raadslagen de desbetreffende commissies met een maande lijkse of tweemaandelijkse fre quentie. Werkwijze CAAR Het eerste jaar werd hieraan door de CAAR regelmatig en uitgebreid aandacht besteed. Tijdens dit verslagjaar was even sprake van de instelling van een commissie 'werkwijze CAAR', bedoeld om te onder zoeken of door en uit het colle ge vaste commisies moesten worden ingesteld. Het voorstel werd als het ware in de kiem gesmoord. De werknemersde legatie zou echter wel een aan tal vergaderingen plannen om tot een fundamenteler voorbe reiding te komen. Voorts werden tijdens het jaar afspraken gemaakt over de af wikkeling van correspondentie en de toezending van relevante circulaires aan de leden. Tenslotte werd de taakstelling van de agendacommissie ge formaliseerd. Scholing en vorming In de loop van het jaar werden twee studiedagen georgani seerd. Op 12 juni werd een voorlichtingsdag gehouden over pensioenen. Aan de orde kwamen de hoofdlijnen van on ze huidige pensioenvoorzie ning, begrippen en regels die in de pensioenmaterie een rol spelen en een aantal wettelijke en maatschappelijke ontwikke lingen die nu en in de toekomst onze pensioenreglementen zul len beïnvloeden. Op 26 november werd speciaal aandacht geschonken aan het thema arbeidsduurverkorting als maatschappelijk verschijn sel. Na plaatsing van dit feno meen in een historisch perspectief werd vanuit ver schillende invalshoeken geke ken naar heden en toekomst. Arbeidsduurverkorting Geen vergadering ging voorbij of dit thema kwam op de een of andere wijze ter sprake. Na dat in januari een onderzoeks rapport was besproken, waarin voldoende toepassingsmoge lijkheden werden onderkend mits flexibel ingevuld, werd in maart kennis genomen van de interim-regeling voor de eerste helft van het jaar. Deze regeling was vastgesteld door werkgevers- en werkne merspartijen en zou worden geïntegreerd in de nadien te sluiten CAO. Omdat in juni nog allerminst zeker was of een dergelijk akkoord er zou komen werd de CAAR die maand uit genodigd advies uit te brengen over een interim-regeling voor het tweede halfjaar. In hoofdlijnen zag het advies er als volgt uit: - toewijzing van 36 uren bij een voltijd-dienstverband, toe te kennen in blokken van tenminste 4 uren. Desge wenst en waar mogelijk werd een aaneensluitende aanwending toegestaan. - indien hiervan om bedrijfsor ganisatorische redenen moest worden afgeweken,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1986 | | pagina 14