-SF voortdurend nieuwe e'rsen. Ik stip dus alvast enkele punten aan: - Onze dienstverlenings doelstelling. Dat lijkt zo'n dorre term die iedereen kan gebruiken. Maar pas op, dat dorre verdwijnt als je, zoals de Raboban- ken, die dienstverlening aan je leden en cliënten tot je doel, tot de zin van je bestaan maakt. Dan wordt het een doelstel ling die heel de bedrijfsfi losofie doortrekt. Het be tekent 'cliëntgericht' ban kieren, 'méér cliëntge richt' dan andere bank instellingen. Daarvoor hebben we de eigen schappen in huis, want de Rabobank is 'dichter bij', kent kortere beslis- singslijnen, staat lang achter de cliënt (ook bij moeilijkheden), geeft 'per soonlijke' adviezen, heeft leden met zeggenschap, biedt gunstige(r) prijs/- kwaliteitsverhouding. Eigenschappen, die voort durend waar gemaakt moeten worden, die ei genlijk een taakstelling zijn. Een taak die met na me op de schouders van de medewerkers ligt. Al leen als zij de 'bedrijfsfilo sofie' goed voor ogen hebben, er persoonlijk achterstaan en zich we ten te verplaatsen in de behoefte van de cliënt, kunnen we de grote mo gelijkheden van het 'meer cliëntgericht zijn' uitbui ten. Op de juiste mentali teit en de intentie komt het aan, want dat heeft alles met de identiteit van de Rabobank te maken. - De ledenbetrokkenheid. Zonder leden geen 'auto nomie' en geen 'demo cratisch bestel' bij onze banken. Daarom wordt er duchtig aan gewerkt om de contacten met de le den frequenter en stevi ger te maken. Vooral ook door de Algemene Verga deringen van de lokale banken te verlevendigen. Een interessante opgave om daar als Rabobank in je werkgebied iets van te maken. Een uniforme 'oplossing' is niet te ge ven, maar dat is niet erg, want iedere bank zal in haar eigen situatie haar eigen mogelijkheden we ten op te sporen. Zo werkt dat bij ons. Verrassend is, dat ook op ogenschijnlijk puur bank- technisch gebied de coö peratieve aanpak tot een extra aanzet leidt. In het 'coöperatieve', het 'sa menwerken', is vanouds het evenredigheidsbegin sel besloten. Laat ieder het zijne ontvangen en het zijne betalen. Je diensten moeten goed zijn, maar dan mogen de kosten er ook best voor in rekening gebracht wor den. De ene prestatie is naar evenredigheid de an dere waard. Dit redelijk heidsbeginsel zal ook in de tariefstructuur en bij de analyse van de cliënt- rentabiliteit mogen door klinken. Wie met deze vaak vrij ingewikkelde za ken te maken krijgt, weet al vast wat de achter grond is. Dat komt van pas als je het de cliënt moet uitleggen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1986 | | pagina 4