Staan de Nederlandse banken
echt op winst?
Werkgelegenheid
Baten en lasten
'Stroppenpot'
De circa 100.000 werkne
mers hebben een zeer nauwe
band met het wel en wee van
de banken. De toekomst van
de werkgelegenheid is direct
gekoppeld aan de mate waar
in de banken op allerlei ont
wikkelingen weten in te spe
len. Ontwikkelingen die in be
langrijke mate beïnvloed wor
den door de automatisering
en door de toenemende con
currentie, ook van andere dan
de traditionele partijen op de
bancaire markt. Zo zuigen le
vensverzekeringsmaatschap
pijen - geholpen door de be
lastingwetgeving - niet alleen
aanzienlijke bedragen aan
spaarmiddelen weg bij de
banken, zij hebben zich ook
- net als de pensioenfond
sen - een plaats veroverd op
de hypothekenmarkt.
Alleen een innovatieve bena
dering, waarbij een terugloop
van werkzaamheden zoveel
mogelijk wordt gecompen
seerd door het aanbieden van
nieuwe diensten en het be
werken van nieuwe marktseg
menten, kan hier een oplos
sing bieden. Onder meer kan
worden gedacht aan automa-
tiserings- en informatiedien
sten (nieuwe technologieën
kunnen ook positieve effecten
hebben voor de werkgelegen
heid!).
Het mag duidelijk zijn dat deze
innovatieve aanpak de nodige
investeringen vergt. Het be
lang van een goede rentabili
teit van de banken ligt voor de
werknemers dan ook zeker
niet uitsluitend in salarisver
hoging of in verdere arbeid
stijdverkorting, maar ook in
het creëren van voldoende fi
nanciële ruimte voor noodza
kelijke investeringen.
Sterke en rendabele banken
zijn dus van belang voor grote
groepen direct betrokkenen.
Deze stelling leidt uiteraard
onmiddellijk tot de vraag of de
banken in ons land op winst
staan, ook als gekeken wordt
naar de factoren die de ko
mende jaren de resultaten en
de hoogte van het vermogen
kunnen beïnvloeden.
Ongeveer driekwart van de in
komsten van de banken wordt
gevormd door rentebaten.
Naast de hoogte van de be
dragen aan toevertrouwde en
uitgezette middelen is de zo
genaamde rentemarge (het
verschil tussen de rente die de
bank ontvangt en die zij be
taalt) een bepalende factor
voor de hoogte van die rente
baten.
De rentemarge is de afgelo
pen tien jaar fors gedaald
(grafiek 1Naar verwachting
zal die dalende tendens voor
lopig doorzetten. Enerzijds
zijn de toevertrouwde midde
len voor de banken duurder
geworden. Belangrijkste oor
zaken hiervan zijn de toene
mende belangstelling voor
hoogrentende spaarvormen
en een grotere concurrentie
tussen de partijen die de
gunst van de spaarder willen
winnen. Anderzijds is concur
rentie er ook de oorzaak van
dat de banken aan de uitzet
tingenkant een zo laag moge
lijke rente hanteren.
In een aantal jaren tijd is het
verschil tussen debet- en cre
ditrente een half procentpunt
kleiner geworden. Een verdere
daling van de rentemarge met
0,5 zou - bij overigens ge
lijkblijvende omstandigheden
- hebben betekend dat de
banken vorig jaar netto in een
verliessituatie zouden zijn be
land.
Gezien de ontwikkeling van de
rentemarge hechten de ban
ken in toenemende mate be
lang aan de provisie-inkom
sten. Ook daarom is het zaak
dat nieuwe produkten worden
ontwikkeld.
Ondanks toenemende aan
dacht voor kostenbeheersing
zijn de banken erde afgelopen
jaren niet in geslaagd om de
groei van de lasten om te bui
gen in een daling. De perso
neelskosten - ongeveer twee
derde deel van de lasten -
vertonen een voortgaande, zij
het beperktere stijging. Een
zorgwekkende situatie, met
name ook omdat moet wor
den betwijfeld of de batenont
wikkeling een verdere lasten
stijging kan compenseren.
Efficiencybevorderende maat
regelen (met name in de sfeer
van de automatisering) kun
nen leiden tot een lastenver
mindering, maar zullen on
herroepelijk ten koste gaan
van het aantal arbeidsplaat
sen en van de nagestreefde
persoonlijke dienstverlening.
Zoals reeds is gesteld, kunnen
de negatieve effecten voor de
werkgelegenheid worden be
perkt als compensatie wordt
gevonden in nieuwe diensten
en nieuwe marktsegmenten.
De banken hebben de afgelo
pen jaren door de economi
sche omstandigheden in toe-
In ruime kring bestaat het beeld dat het met de miljoenen
winsten van de Nederlandse banken niet op kan. Ook dit jaar
is dat weer in diverse situaties gebleken. Zo bond Konsu-
menten Kontakt bij voorbaat de strijd aan tegen eventuele
tariferingsmaatregelen voor het betalingsverkeer met als
belangrijkste argument dat de bankwinsten ruim voldoende
zijn om de kosten van het gebruik van de privérekening op te
vangen.
Maar zijn die bankwinsten wel zo geweldig? Het is zinvol die
vraag nader te bezien, want de belangen zijn groot. In veel
gevallen zijn personen en ondernemingen zelfs rechtstreeks
afhankelijk van de mate waarin de banken hun positie we
ten te handhaven en te versterken.
Daarbij moet zeker niet alleen gedacht worden aan de aan
deelhouders die met hun beleggingen in aandelen van de
handelsbanken proberen een behoorlijk rendement te berei
ken. Er zijn immers tal van andere belanghebbende partijen.
De spaarders bijvoorbeeld, die op basis van het vertrouwen
dat ze in de banken hebben, hun middelen beschikbaarstel
len. En wat zou er terecht komen van de economie als parti
culieren en ondernemingen niet op een vertrouwde plaats
zouden kunnen aankloppen voor leningen en kredieten?
Grafiek 1
Rentemarge in van het gem. balanstotaal
vier grote banken
1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984