was dat de leiding van het be
drijf - om een zo goed moge
lijke kans te scheppen voor de
honderden betrokkenen bij
OTW-Personeel - een absolu
te stop had gezet op de exter
ne vervulling van vacatures. Er
werd een dringend beroep ge
daan op de collectieve verant
woordelijkheid voor het her
plaatsingsproces, zowel naar
het management toe als naar
de medewerkers, die soms
werden geconfronteerd met
een extra werkbelasting van
Ondernemingsraad
Het was de Ondernemings
raad van Rabobank Neder
land die door velen werd ge
zien als een juist instrument
om die tekortkomingen bij de
herplaatsing en bij de begelei
ding van de vele tientallen
OTW-ers te melden.
De Ondernemingsraad heeft
de gemaakte fouten op beide
de hiervoor geschetste tekort
komingen bij een aantal
OTW-ers zwaar hebben ge
wogen. Het gaat dan niet om
de zuiverheid of onzuiverheid
tijdelijke aard.
Er mag niet worden verheeld
dat wellicht mede door deze
vacaturestop de neiging om
medewerkers uit het ABO- of
Rotatie-traject aan te nemen
niet steeds even groot was.
De neiging om in dit opzicht
kandidaten al te kritisch te be
naderen was soms aanwezig.
Van een externe sollicitant is
immers minder'negatieve' in
formatie aanwezig dan van
mensen, waarmee men rede
lijk bekend is. Kleine hebbe
lijkheden, die elders niet mee
wegen, blijken dan onoverko
melijke hobbels te zijn.
Een ander negatief aspect van
OTW-Personeel is gelegen in
de niet steeds vlekkeloze ad
ministratieve afhandeling. Le
ren leven met onzekerheid is
dan wel een eis, die voor korte
tijd mag worden gesteld,
maar als het te lang gaat du
ren wordt de twijfel aan de
werkgeefster en aan allen die
daarvoor staan wel steeds
groter, om nog maar niet te
spreken van het verdwijnende
zelfvertrouwen. Niet altijd
werd door de begeleidende
instanties onderkend hoe
zwaar die onzekerheid over de
toekomst heeft gedrukt op de
betrokken collega's en hun
gezinnen.
Aan het wegnemen van deze
negatieve aspecten moet ge
werkt worden tot ook de laat
ste kandidaat zijn plekje heeft
gevonden.
terreinen dan ook voortdu
rend aan de orde gesteld, zo
wel in formele gesprekken
met de bestuurder in de Over
legvergadering, als in wat
minder formele gesprekken
met medewerkers van het
Project, als het ging om indivi
duele gevallen.
In het voorjaar 1 984 heeft de
OR een korte enquête gehou
den onder de personeelsle
den, die het Rotatie-traject
hadden doorlopen en in de zo
mer van dit jaar zijn de ABO-
cursisten door de OR met een
enquête benaderd.
Hoewel men zonder twijfel
aanmerkingen zal kunnen ma
ken op de wetenschappelijke
waarde van deze enquêtes
kan er geen misverstand over
bestaan dat door deze onder
zoeken duidelijker werd dat
van de statistieken, maar om
het subjectieve beeld dat van
de afgelopen twee jaar is
achtergebleven bij een deel
van degenen, die of via Rota
tie, of via ABO een nieuwe
functie moesten vinden in ons
bedrijf.
Toekomst helder
Het is goed vast te stellen, dat
er fouten zijn gemaakt in het
ingewikkelde en veelomvat
tende OTW-proces. On
getwijfeld zal door het bedrijf
nog worden geëvalueerd of
het OTW-project Rabobank
Nederland heeft geleid naar
de doelstellingen, die in 1983
zijn geformuleerd.
Er zal in de analyse van het
achter ons liggende OTW-
proces ook ruimte moeten zijn
voor het onderzoeken van de
gemaakte fouten in de behan
deling van het altijd zo cen
traal gestelde 'human capital'.
Daarbij zal het belangrijk zijn
te onderkennen of de ploeg
medewerkers die het OTW-
project in al zijn zwaarte heb
ben moeten trekken wel vol
doende geëquipeerd was voor
dat zeer moeilijke karwei. Hier
dient overigens wel vastge
steld dat allen een grote mate
van persoonlijke betrokken
heid hebben getoond bij het
wel en wee van degenen, die
ze onder hun hoede hadden.
Ten slotte zal een evaluatie
ook kunnen uitmaken, wat er
op langere termijn bij Rabo
bank Nederland aan scho-
lingsvormen nodig is om de zo
broodnodig geachte flexibili
teit levend te houden.
De toekomst zal leren of alle
moeite van de totale werkor
ganisatie van Rabobank Ne
derland, maar ook de indivi
duele pijn en zorg van vele
medewerkers, zal worden be
loond met het resultaat dat
voor ogen stond: een gezond
en stevig coöperatief bankbe
drijf, waarin werk is voor allen
en straks liefst nog voor een
paar meer! KdM
7