Samenvattend verslag van de 11e vergadering van de
CAAR d.d. 22 oktober 1985
1. Medegedeeld werd dat
door een maatregel van de
overheid vanaf 1 oktober
1985 de meeste WAO'ers
verplicht in het ziekenfonds
verzekerd worden. Dit brengt
in veel gevallen een financieel
nadeel voor de betrokkenen
met zich mee, terwijl boven
dien hun gezinsleden niet al
tijd automatisch in het zieken
fonds meeverzekerd zullen
zijn. Toegelicht werd dat hier
in geen tegemoetkoming mo
gelijk is, omdat de werkgever
zich op het standpunt stelt dat
overheidsmaatregelen, die
nadelig zijn voorde medewer
kers, niet automatisch aange
vuld dienen te worden.
Wel zal aan de besturen van
de SHMK en de SHPR worden
gevraagd in overleg met de
ziektekostenverzekeraar, te
besluiten een soepel accepta-
tiebeleid te voeren bij de in
gang van hun pensioenda
tum, aangezien zij per deze
datum immers weer in het
collectieve ziektekostencon
tract dienen te worden opge
nomen.
i. Hypothecaire geldlening
op personeelsvoorwaarden
De CAAR heeft in haar verga
dering van 19 maart 1985 de
Raad van Beheer geadviseerd
de hypotheekregeling voor
personeelsleden fundamen
teel te herzien. In een notitie
werd aan de CAAR een nieu
we regeling 'hypothecaire
geldlening op personeels
voorwaarden' voorgelegd.
Hierin is het uitgangspunt ver
werkt dat aan personeelsle
den de in de organisatie gang
bare vormen van hypothecai
re geldleningen worden ver
strekt, waarbij door de werk
gever een korting op het ren
tepercentage gegeven wordt.
Aan personeelsleden wordt
van 1 januari tot en met 31
mei 1986 éénmalig de moge
lijkheid geboden om het totaal
aan lopende hypothecaire
geldleningen op personeels
voorwaarden per 1 juli 1986
om te zetten in de nieuwe re
geling. Hierbij zal 25 %van de
gebruikelijke provisie voor
omzetting in rekening worden
gebracht.
Van werknemerszijde werd
onder meer opgemerkt dat
het als zinvol ervaren wordt
dat voortaan meerdere hypo-
theekvormen kunnen worden
gehanteerd bij de hypotheek
verstrekking aan personeels
leden. Door uit te gaan van
condities, die ook voor cliën
ten gelden, wordt de regeling
echter minder aantrekkelijk.
Met name de toepassing van
de rente- en aflossingsvoor-
waarden betreffende tophy-
potheken is een verslechte
ring, in het bijzonder als deze
voorwaarden ook gelden bij
de éénmalige omzetting.
Daardoor zullen 70 a 80%
van de medewerkers geen ge
bruik kunnen maken van de
andere aangeboden hypo-
theekvormen. De meeste per-
soneelshypotheken bevatten
immers ook tophypotheken
voor zover ze niet met ge
meentegarantie zijn verstrekt.
Omzetting betekent dan een
lastenverzwaring.
Voorts merkte de werkne
mersdelegatie op dat bij wijzi
ging van het dienstverband
van part-timers in een groter
aantal arbeidsuren een (deel
van de) hypothecaire geldle
ning op cliëntenvoorwaarden
onder de condities van deze
regeling moet kunnen worden
gebracht.
Tenslotte verzocht de werk
nemersdelegatie bij de één
malige omzetting geen provi
sie in rekening te brengen.
Van werkgeverszijde werd ge
steld dat bij het uitgangspunt
'bancair produkt met korting'
de condities consequent van
toepassing zullen zijn. Om te
bereiken dat lager gesala-
rieerden ook van de voorge
stelde regeling gebruik kun
nen maken is een aantal con
dities aangepast. Het uit
gangspunt 'bancair produkt
met korting' blijft echter over
eind.
Ten aanzien van de problema
tiek met betrekking tot de
éénmalige omzetting van be
staande hypotheken, waar
door veelal ook tophypothe
ken aan de orde zullen zijn,
werd opgemerkt dat omzet
ting niet verplicht is.
Om zoveel mogelijk de over
gang naar de nieuwe regeling
te bevorderen werd van werk
geverszijde voorgesteld voor
bestaande hypotheekhouders
bij de éénmalige omzetting
niet de voorwaarden bij top-
of combi-hypotheken toe te
passen.
De CAAR kon met dit voorstel
instemmen.
Met betrekking tot de provisie
bij de éénmalige omzetting zal
de banken geadviseerd wor
den 25% van de provisie in
rekening te brengen die de
betrokken bank aan cliënten
in rekening pleegt te brengen
bij omzetting van een hypo
theek.
Voorts verzocht de werkne
mersdelegatie om de toetre-
dingsgrens van 23 jaar te wij
zigen in 'meerderjarigheid',
aangezien voor cliënten ook
geen ondergrens van 23 jaar
geldt.
Van werkgeverszijde werd er
de voorkeur aan gegeven de
grens van 23 jaar te hanteren.
Een binding op jongere leef
tijd acht men ongewenst.
De CAAR besloot de Raad van
Beheer, met inachtneming
van de voorgestelde wijzigin
gen, positief te adviseren om
trent de regeling 'hypothecai
re geldlening op personeels
voorwaarden' en voor te stel
len deze regeling op 1 januari
1986 te doen ingaan.
De voornaamste kenmerken
van deze nieuwe regeling zijn:
- Het personeel kan kiezen
uit het totaal van de door
Rabobank Nederland gead
viseerde hypotheekvormen.
Er wordt evenwel per jaar
één rentekortingspercenta
ge vastgesteld. Dit ene kor
tingspercentage geldt voor
alle hypotheekvormen. De
korting is gelijk aan 30%
van het gemiddelde van de
op 1 juni en 1 december van
elk jaar geadviseerde varia
bele rentepercentages.
Voor hypotheken op basis
van levensverzekering geldt
echter een kortingspercen
tage van 20%.
- De hoogte van de geldle
ning, waarvoor de korting
geldt, is 90 of 95% van
de stichtingskosten c.q. de
koopsom of de taxatiewaar
de op basis van vrijwillige,
onderhandse verkoop.
- Voor een geldlening, die
meer bedraagt dan 70%
van de executiewaarde zal
de bancair gebruikelijke
rente-opslag in rekening
worden gebracht (tophypo-
theek of combi-hypotheek).
- Afhankelijk van het inko
men mogen de lasten aan