Samenvattend verslag van de 10e vergadering van de
CAAR op 20 augustus 1985
1. Regeling Hypothecaire
geldlening op personeels-
voorwaarden
Medegedeeld wordt dat, nu
de voorgenomen fiscale
maatregelen op dit punt geen
doorgang zullen vinden, de
CAAR in haar vergadering van
22 oktober 1985 van gedach
ten zal kunnen wisselen en
eventueel advies zal kunnen
uitbrengen omtrent een ge
heel herziene regeling Hypo
thecaire geldlening op perso-
neelsvoorwaarden.
2. Verhuiskostenregeling
De CAAR besloot de Raad van
Beheer positief te adviseren
inzake een voorstel om in de
huidige Verhuiskostenrege
ling de mogelijkheid in te bou
wen om voor medewerkers,
die op verzoek van de bank
verhuizen, het negatieve ver
schil tussen de hoogte van de
financiering en de opbrengst
van de oude woning financier
baar te maken.
2. CAO voor het bankbedrijf
Medegedeeld werd dat naar
verwachting in de week van
26 augustus het overleg over
de CAO voor het Bankbedrijf
op initiatief van de werkne
mersorganisaties zal worden
hervat. In dit verband werd
melding gemaakt van een uit
nodiging van de gezamenlijke
werknemersorganisaties aan
de CAAR om over de CAO,
alsmede over de salarisstruc
tuur van gedachten te wisse
len. Besloten werd aan de
werknemersorganisaties een
nadere toelichting te geven
omtrent de taak en de samen
stelling van de CAAR. Indien
daarna bij de vakbonden als
nog behoefte bestaat aan
overleg, zal dit in beginsel op
informatieve basis kunnen
plaatsvinden.
3. Salarisstructuur
In een notitie werd aan de
CAAR een toelichting gege
ven op de salarisstructuur,
zoals deze onderdeel uit
maakt van de nog af te sluiten
CAO voor het Bankbedrijf.
Daarop werd aangevuld dat
over de salarisstructuur aan
de onderhandelingstafel tus
sen werknemers- en werkge
versorganisaties overeen
stemming is bereikt. De sala
risstructuur - als onderdeel
van de CAO - is derhalve niet
voor amendementen en wijzi
gingen vatbaar. De desbetref
fende notitie diende slechts
ter kennisneming.
Invoering van het nieuwe sala
rissysteem per 1 januari 1986
zal slechts kunnen plaatsvin
den indien aan een drietal
voorwaarden zal zijn voldaan:
1Er dient overeenstemming
te bestaan over een nieuwe
CAO.
2. Er dient een correlatiefor
mule vastgesteld en goedge
keurd te zijn, waaruit het ver
band blijkt tussen het BASYS
en de in de Rabobankorgani-
satie gehanteerde methoden
van functiewaardering.
(BASYS is het model functie
waarderingssysteem voor het
bankbedrijf.)
3. Het gewijzigde salaris
systeem van de Rabobankor-
ganisatie dient ter toetsing
aan de partijen bij de CAO te
zijn voorgelegd en vastge
steld.
In het nieuwe salarissysteem
is niet langer sprake van de
graderingen a, b, c en d. Het
salaris zal bestaan uit een
functiesalaris en een flexibel
salarisdeel. Voor de vaststel
ling van dit laatste zal op basis
van een beoordelingssyste-
matiek een percentage tussen
0 en 15 worden vastgesteld.
Hieromtrent is meer vermeld
onder punt 4 'Prestatiebeoor
deling'. Bovendien zal op kor
te termijn de noodzakelijke in
formatie aan de aangesloten
banken, alsmede aan de me
dewerkers worden toegezon
den.
Het ligt in het voornemen om
via een conversie de salaris
sen in het huidige systeem om
te zetten naar het nieuwe sa
larissysteem. Dit zal zodanig
geschieden dat de feitelijke
salarissen onveranderd blij
ven. Het huidige salarisbe
drag zal aldus via een bepaal
de methodiek worden ge
splitst in een functiesalaris en
een beoordelingstoeslag.
Van werknemerszijde werd
onder meer opgemerkt dat
het aanvangssalaris in het
nieuwe systeem in alle geval
len lager is dan het huidige
aanvangssalaris in de a-gra
dering.
Hierop werd geantwoord dat
geen vergelijkend verband
mag worden gelegd tussen
het huidige systeem en het
nieuwe systeem. Nadat de
omzetting naar het nieuwe
systeem zal hebben plaatsge
vonden, kan niet meer worden
gedacht in graderingen a tot
en met d, doch in een functie
salaris en een nader vast te
stellen beoordelingstoeslag.
Elke vergelijking met de inde
ling van het bestaande
systeem gaat derhalve mank.
Hetzelfde geldt voor de om
vang van de periodieken. Het
nieuwe systeem kent perio
dieken, die via een prestatie
beoordeling met een bepaald
percentage kunnen worden
verhoogd. Een dergelijke
systematiek past in het tijds
beeld waarin steeds meer na
druk wordt gelegd op belo
ning naar kwaliteit en kwanti
teit van de geleverde presta
tie. Benadrukt werd dat de
splitsing van het oude salaris
in een functiesalaris en een
beoordelingstoeslag geen fei
telijke salarisverlaging kan be
tekenen. Zowel bij de invoe
ring van het salarissysteem,
als bij de jaarlijkse salarisope
ratie zal geen feitelijke salaris
verlaging plaatsvinden.
Tenslotte werd toegelicht dat
eventuele loonrondes zullen
worden berekend over het fei
telijke salaris, derhalve het in
concreto genoten salaris op
het moment dat een loonron-
de wordt toegepast.
4. Prestatiebeoordeling
In aansluiting op de toelich
ting op het nieuwe salaris
systeem en de conversie naar
dit nieuwe systeem werd een
notitie behandeld inzake de
prestatiebeoordeling, die
dient als basis tot vaststelling
van de beoordelingstoeslag
(0 tot 1 5 Ook dit is derhal
ve het directe gevolg van de
principe-overeenkomst die in
het kader van de CAO tussen
de werkgevers- en werkne
mersorganisaties is bereikt.
Daarboven heeft bij het opzet
ten van een nieuw beoorde
lingssysteem het inzicht een
rol gespeeld dat, zoals hier
voor reeds is gesteld, naast de
zwaarte van de functie de
kwaliteit en de kwantiteit van
de geleverde prestatie een
grotere rol dienen te spelen bij
de vaststelling van de belo
ning. De beoordelingsmetho
diek zal bestaan uit een jaar
lijks terugkerende prestatie
beoordeling, alsmede een
systeem van een functione
ringsgesprek. De prestatie
beoordeling zal ook dienen te
worden besproken met de
medewerker. Het functione
ringsgesprek zal eenmaal per
twee a drie jaar dienen plaats
te vinden en meer worden ge
richt op potentieelbeoorde-
ling, belangstellingsregistra
tie en loopbaanbegeleiding.
Vanuit de CAAR werden naar
aanleiding van dit voorstel en
kele opmerkingen gemaakt.
Allereerst werd gesteld dat
een ruime gewenningsperio
de nodig zal zijn om de beoor-
8