niag"J"L doo De bril Blokjespuzzel Voor bijna alle administratie ve werkzaamheden is goed kunnen zien erg belangrijk. Door de invoering van beeld schermen zijn de eisen aan het gezichtsvermogen alleen maar groter geworden. Om de aan het eind van dit stukje ge geven adviezen te kunnen be grijpen is het nodig iets te we ten van de problemen, diezich kunnen voordoen bij het scherp zien. De werking van het oog is te vergelijken met een video camera. Een lens vormt een beeld van de werkelijkheid op een lichtgevoelig vlies (het netvlies), waar het beeld wordt omgezet in een elek trisch signaal, dat via de oog zenuw naar de hersenen gaat. Om zowel van voorwerpen veraf als dichtbij een scherp beeld op het netvlies te kun nen krijgen moet de sterkte van de lens (bij het oog) of de afstand lens-lichtgevoelig op pervlak (bij de camera) varia bel zijn (het instellen van de afstand bij de camera). Problemen met scherp zien ontstaan als de sterkte van de lens niet klopt met de afstand lens-netvlies. Bij bijzienden is de lens te sterk, waardoor zij in de verte niet scherp kunnen zien, maar dichtbij wel. Met een bril met negatieve glazen of met negatieve kontaktlen- zen wordt dit probleem opge lost. Bij verzienden is de lens te zwak. Deze mensen kunnen dus in de verte scherp zien, maar dichtbij niet. Zij worden geholpen met positieve len zen. Het vermogen van de lens om sterker te worden voor het dichtbij zien neemt af met de leeftijd. Zo tussen de 40 en 50 jaar is het voor de meeste mensen onmogelijk gewor den op 30 cm scherp te zien en wordt dus het lezen moei lijk. Dit is te verhelpen door een bril met positieve glazen, die - in tegenstelling tot bij vermoeidheid - alleen gedra gen wordt bij het zien op korte afstand (lezen, breien enz.). Dit leeftijdsverschijnsel ('oud- ziendheid') kan voorkomen in combinatie met vermoeidheid of bijzienheid. Als we nu kijken naar het wer ken met beeldschermen, dan is het duidelijk dat bijzienden en vermoeiden geen proble men hoeven te hebben als ze maar de juiste bril dragen. Voor oudzienden kan wel een probleem onstaan, omdat ze voor het veraf zien en het dichtbij zien twee verschillen de brillen nodig hebben. Bij het werken met beeldscher men kan een probleem ont staan, doordat het beeld scherm op een grotere af stand staat (ca. 60 cm) dan het concept (ca. 30 cm). Om het probleem van het iedere keer weer op- en afzetten of verwisselen van bril te onder vangen, zijn er brilleglazen be schikbaar met twee (bifocaal) of zelfs drie (trifocaal) ver schillende sterkten. Men kan ook glazen krijgen met een geleidelijk toenemende sterk te van boven naar beneden in het glas (variolux of multifo- caal). Het nadeel van dit soort brillen is dat voor een bepaal de afstand slechts een deel van het brilleglas geschikt is, waardoor het hoofd in een be paalde houding gedwongen wordt. Vooral bij beeldscher men, waarbij een goede ont spannen houding van het hoofd en lichaam belangrijk is, is dit een groot bezwaar. Voor het werken met beeld schermen zijn bifocale, trifo- cale of variolux-brillen dan ook eigenlijk niet geschikt. Doordat het beeld verandert met de plaats waar men door het brilleglas kijkt is afstand schatten met deze brillen ook vaak een probleem. Voor werkzaamheden waar dit be langrijk is, bijvoorbeeld fijn De eerste letter van het eerstewoord.dat in de puzzel moet wor den ingevuld, komt in het vakje met het cijfer 1 te staan. De tweede letter komt in het vakje te staan, dat door een lijn is aan gegeven, enz. Als u alle woorden hebt ingevuld, leest u een spreekwoord. 1beest; 2. boom; 3. koord; 4. bijbeldeel; 5. deel van een schip; 6. drank; 7. in loco; 8. titel; 9. gewicht; 10. rustplaats; 11. zit meubel; 12. voegwoord; 1 3. lidwoord; 14. niet geneigd tot wer ken; 15. bovenbeen; 16. rund; 17. daar ter plaatse; 18. een zekere. Oplossing uiterlijk 30 augustus insturen aan de redactie. Onder de goede inzendingen worden drie boekenbonnen verloot. De oplossing van de puzzel uit Ra boband 1985/9 is: Winnaars van deze puzzel: Wim Mulder (Rabobank Nederland Zeist), Anja van Oosterom (Rabobank Noordwest Groningen) en Edith van der Poe! (Rabo Makelaars Rotterdam). montage-werk, zijn ze dan ook minder geschikt. Men is voor het werken met beeldschermen dus ook aan gewezen op de 'gewone' lees bril, die dan aangepast moet zijn aan de wat grotere kijkaf- stand (60 cm). Dat betekent dat hij vaak minder sterk moet zijn dan de normale leesbril (voor 30 cm). Vandaar dat de oude leesbril nogal eens een oplossing blijkt te zijn. Mocht u, na het lezen van dit stukje, vragen over uw ogen en uw werk hebben, dan kunt u natuurlijk altijd terecht bij de Bedrijfsgezondheidsdienst.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1985 | | pagina 15