ca 22% van de arbeidstijd in beslag nemen en vervolgde: Tot nu toe is het vooral de werkgever die de opleidings- kosten voor zijn rekening neemt. Mag ik echter opmer ken, dat het opleiden een ge deelde verantwoordelijkheid moet zijn, te dragen in begin sel door zowel werkgever als werknemer. Het geschikt hou den van mensen voor snel wij zigende functies respectieve lijk het zich bekwamen voor nieuwe, dikwijls hogere func- menlijke verantwoordelijk heid moet aan de CAO-over- legtafels gebeuren. Naar ik hoop - en dan spreek ik naar mijn stellige verwachting me de namens u - zal dit overleg tot resultaat leiden.' ADV flexibel invullen Over een onderzoek binnen de organisatie naar de proble men rond de arbeidsduurver korting zei hij nog: 'Gebleken is dat een uniforme toepas een opleidingsmodel ontwik keld. Het opleidingsprogram ma gaat er vanuit dat alle per soneelsleden van een bank hieraan deelnemen. De mede- werk(st)ers van de verschil lende afdelingen van de ban ken volgen elk in totaal 9 opleidingsdagen, verdeeld in drie blokken over een periode van één jaar. Verwacht mag worden, dat een groot aantal banken de komende jaren hierop zal inte kenen. Uit dit nieuwe opleidingspro gramma blijkt dat er grote in vesteringen verbonden zijn aan het versterken van de commerciële kracht van onze organisatie. Zo besteedde on ze organisatie vorig jaar reeds f 60 miljoen aan personeels- opleidingen. Gemiddeld gin gen de medewerk(st)ers in 1984 zo'n 3 dagen 'op cursus'. Ik noemde u daarnaast een tijdsbeslag van 9 opleidings dagen binnen een jaar voor het nieuwe project. Dit bete kent dat dan in totaal per bank zo'n 5 van de arbeidstijd en dus ook van de loonkosten aan opleidingen wordt be steed.' De heer Lardinois becijferde vervolgens, dat vakantie, ziek teverzuim, de geldende ADV, VUT en andere faciliteiten daar bij opgeteld in totaal cir- ties, is tenslotte in beider be lang. Naar mijn mening kan hieraan vorm worden gegeven door een deel van de roostervrije dagen voor opleidingen aan te wenden. Met name zou deze bijdrage van onze mede- werk(st)ers gevraagd mogen worden omdat het tijdsbeslag voor opleiden sterk toeneemt. Het realiseren van deze geza- sing van de arbeidsduurver korting in eenheden van ten minste vier uren in een aan zienlijk aantal situaties niet uitvoerbaar is. Vooral bij de plaatselijke banken komen veel specialistische en com merciële functies voor, die per bank of per vestiging slechts door één persoon worden ver vuld. In de praktijk blijkt dat in dergelijke gevallen of de roos tervrije tijd of de vakantieda- 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1985 | | pagina 6