Zonnige meisjes e Waarvan doen ze het? vervaardigd wordt. En zoals de reggae-muziek thuishoort op Jamaica, zo is de steelmu- ziek van vlakbij naar ons over gewaaid uit Trinidad. Onze muziek in de oorspronkelijke vorm is letterlijk overal uit voerbaar. Tot op de meest af gelegen plaatsen toe. Je hebt niet eens elektriciteit nodig.' Negentien jaar was Richard- son bij zijn komst naar Neder land in 1965. Opzettelijk lijkt hij het woord komen te ge bruiken in plaats van gaan. 'Nederland trok, ondanks de ligging van Aruba vlakbij de States. Heel ons onderwijs is afgestemd op Nederland. Je leert aardrijkskunde, de ge schiedenis van Nederland. Dat maakt nieuwsgierig. Ik weet nog goed, je had een ge voel of het er altijd glad was. Ook al heb je een andere huidskleur, je achtergrond blijft toch Nederlands. En au tomatisch denk je ooit een kijkje te kunnen nemen in het moederland.' De verloren zoon Die kans deed zich voor toen diverse Nederlandse bedrij ven op de Antillen werkvolk kwamen werven. Het avon tuur trok Marius Richardson wel, zeer tot verdriet van fami lieleden. 'Voor hen ben je ver loren. Ouders houden hun kin deren graag bij zich. Levens lang, snap je, blijf je hun (vol wassen) kind. Dat hangt sa men met de familieband, de onderlinge zorg, broeder schap.' Ver van het geboorteland en midden in de uitdagingen waar hij zo naar had uitgeke ken, bleef toch het verlangen sluimeren een stukje van de eigen cultuur aan te houden. En zo hoefde er nog maar wei nig'te gebeuren of de Steel- en Showband High Chaparral was een feit. Het indeuken en uitbeitelen van de benodigde olietonnen met allemaal hun eigen toonhoogte, maar ook het branden - een karweitje dat buitengewoon nauw luis tert omdat het de toon van het ijzer de vereiste strakheid geeft - alles gebeurde in eigen beheer. Inmiddels om vat het vaste repertoire van de groep een kleine honderd nummers. Alles drijft, wan neer we Marius Richardson mogen geloven, voornamelijk op ritme en swing. En dan nog iets: 'Veel bands bestaan maar eventjes. Zonder stipt heid hou je geen twintig jaar stand zoals wij. Je krijgt lang zaamaan naam. Onze optre dens hebben kleur en fleur; het karakter blijft anders, wel ke muzieksoorten je ook door elkaar gooit'. De hoofdschotel blijft Zuid amerikaans, wat niet wil zeg gen dat de muzikanten hun neus verachtelijk ophalen voor composities als La Bam ba, een onverslijtbaar When the Saints, The rivers of Baby- Ion, Belafonte's Island in the sun of opwindende Calypso klanken. Een limbo-specialist en een paar zonnige meisjes die - licht en een beetje fleurig gekleed - wel dansen willen, worden achter de hand ge houden. Voor mensen die op hun avond iets bijzonders wil len regelen. Eén nadeel kleeft er wel aan de band: wil men alle beschikbare apparatuur verslepen dan mag men wel twee bussen huren. Vandaar dat ('economisch bekeken') de bas-tonnen nog weieens het veld ruimen voor een bas gitaar. 'Gerommel' is er verder niet bij. Teveel verarming zou het betekenen. Richardson zelf bespeelt de solopan en fungeert tegelijk als zanger bij het groepje. Behalve op een eigen grammofoonplaatje kan High Chaparral inmiddels ook op verschillende TV- en radio optredens terug zien. Wapperende beentjes 'Gezellig met elkaar' luidt de veelzeggende titelsong van het eerste plaatje. De 'wappe rende beentjes' waarvan spra ke is in het lied hebben direct te maken met het sfeertje dat Marius Richardson zo dier baar is en waarin hij Neder land liefst massaal wil laten delen. Een hele opgave, ver onderstellen we. Of zijn de verschillen in volksaard niet onoverbrugbaar? Richardson zet zich schrap. Wordt hem naar zijn eerlijke mening ge vraagd? Graag, als dat zou kunnen. Vooruit dan. 'Het gaat uiteindelijk allemaal om de zelfde vreugde en gezellig heid. Maar die kun je beleven op zoveel verschillende ma nieren. ledereen kiest zijn ma niervan doen. Hij is het zo ge wend. Over het algemeen komt een Hollander moeilij ker, trager op gang. Maar uit eindelijk heeft ritme geen leeftijd. Het pakt alle oren, of ze willen of niet. Nederlanders bekijken eerst alles. Ze willen wel, maar durven niet als eer ste. Zo gaat het op de Antillen niet. In één keer rennen ze al lemaal gelijk naar de vloer. Nederlanders blijven op een avondje dikwijls 'zitten'. Een stukje kaas eten, moppen ver tellen. Lachen. Je kent het wel. Een feest waar niet ge danst wordt is toch niet hon- er zich veelvuldig op. De aan passingen verlopen moeilij ker, stroever. De kans op bot singen is groot, andersom is de overgang soepel. Een Ne derlander ginds gaat zich vrij voelen. Als je op Aruba niet naar iemands verjaardag gaat, vatten vrienden het op als een belediging. In Nederland hoort er uitdrukkelijk een uit nodiging aan vooraf te gaan. Even vanzelfsprekend is het op de Antillen dat de speelka meraadjes van onze kinderen mogen mee-eten. Ze horen erbij. In Nederland ligt dat vaak toch anders. Nederlan ders op de Antillen vragen zich af 'waar doen ze het van?', als ze zien hoe in een m derd procent. Wat de feest gangers betreft, kennen we op de Antillen ook geen leef tijdsverschillen. Dat onder scheid zit hier wel. Dans je met een ouder iemand, dan staart men je aan. Wat is dat nou? Er zit toch niks achter, zeker?' Marius Richardson moet toe geven dat een twintigjarig ver blijf hier hem danig heeft ver hollandst. Hij kent de manier van denken, heeft ermee om leren gaan. 'Veel gewoontes blijken te voldoen in Neder land, dus waarom zou je dat kritiseren?' Nieuwkomers echter, zo merkt hij, verkijken arm land iedereen er toch gro te auto's op nahoudt. Als je amper belasting betaalt, gaat het. Maar in Nederland hoefje aan een grote wagen niet te beginnen. Ja, heel eventjes misschien. Maar daarna is het afgelopen met die wegenbe lasting. Je rijbewijs halen kost hier een kapitaal. Daar krijg je gratis les van een broer of zo. Als rij-instructeur op de Antil len zou je beslist verhongeren. Mensen die gewend zijn zich geen zorgen te maken en ner gens naar te kijken, ondervin den de meeste moeilijkheden. Die kunnen niet tegen dat voortdurende 'dit moet niet, dat mag nietWA

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1985 | | pagina 13