I
I
Heusdense bedrijfsleven plus
alle ouders van schoolgaande
kinderen. De belangstelling
overtrof ieders verwachtin
gen. Wim Zoer: 'Voor onze
kinderen is nablijven deze da
gen een voorrecht geweest.
Op tijd naar huis mogen, gold
als een straf.
Vragenlijsten
Vooruitlopend op de tentoon
stelling hield de school een
enquête. Men wilde graag we
ten welke meningen er onder
ouders bestonden met be
trekking tot de computer.
Ruim 31 procent gaf te ken
nen dat men wel iets over het
onderwerp wist. Een kwart
daarentegen stond er totaal
onwetend tegenover. Onge
veer driekwart van alle ouders
ziet in de computer een posi
tieve ontwikkeling voor onze
samenleving. Van de onder
vraagde Heusdense opvoe
ders vindt 88 procent het uit
stekend wanneer leerlingen al
tijdens het basisonderwijs
met computers te maken
krijgen. Ook werd gevraagd in
hoeverre men de computer
ziet als een bedreiging voor de
sociale ontwikkeling van kin
deren. Ruim 64 procent voor
ziet geen problemen; meer
ff
dan 17 procent ervaart het
wel als zodanig.
Speelkameraad?
Uiteraard kwam de jeugd zelf
eveneens bij de voorbereidin
gen aan bod met vragen als:
wat is een computer, wat denk
je dat een computer kan, in
welke apparaten zitten com
puters verwerkt, en wat zou je
er zelf mee willen doen? De
antwoorden varieerden van
huiswerkhulp tot alternatief
speelkameraadje.
Onderwijzend personeel inte
resseerde vanzelfsprekend
vooral de bruikbaarheid van
uiteenlopende 'machines'
voor onderwijsdoeleinden. Uit
eigen ervaring signaleert Wim
Zoer onder leveranciers voor
namelijk de tendens: koop
nou maar ons apparaat, en al
les komt goed. Hij is zeker niet
bereid daar gewoon maar ge
noegen mee te nemen. Voor
hem komt het erop aan of fa
brikanten tevens lesprogram
ma's bouwen die inderdaad
toepasbaar zijn. Teveel nog
worden volgens hem de com
puterlessen op reken- en taal
gebied gemaakt vanuit een
volwassen invalshoek en niet
vanuit de kinderlijke denk
wereld. WA