29 CAAR-JAARVERSLAG aan de CAAR toegevoegd 'taakafbakening: - adviezen van de CAAR zijn niet van toepassing op de hoogste functionarissen van plaatselijke banken en Rabobank Nederland wanneer die rechtstreeks bij het bepalen van het ondernemings beleid zijn betrokken; - de CAAR rekent het ook tot zijn taak te bevorderen dat de binnen de organisatie geldende c.q. geadviseerde arbeidsvoorwaar den en wettelijke regelingen na geleefd worden en geeft gecon stateerde afwijkingen door aan Rabobank Nederland; - nadat is geadviseerd over uit- conferentie aan de orde. Regiocommissies Aanvankelijk waren niet alle com missies helemaal bezet, maar na enkele maanden waren de nog bestaande vacatures vervuld. In het najaar namen de leden deel aan een soortgelijk scholingspro gramma als in april voor de CAAR was georganiseerd. Na de eerste zittingsperiode zal een evaluatie van het functioneren van de CAAR en de regiocommissies plaatsvinden. De gewenste sa menstelling van de regiocommis sies zal dan nog nader worden bezien. hoeve van OTW in aangepaste vorm beschikbaar stellen voor medewerkers van plaatselijke banken; - geen onnodige (leeftijdsbe perkingen opnemen in de selec tie-eisen; - in de eerste helft van 1985 een nieuwe evaluatie van de IAM aan de CAAR voorleggen. Verhuiskostenregeling Voor de plaatselijke banken en voor Rabobank Nederland golden afzonderlijke regelingen. Als ge volg van het streven naar harmo nisatie van arbeidsvoorwaarden en nieuwe belastingbepalingen op dit terrein kreeg de CAAR een gangspunten voor een nieuwe of gewijzigde regeling toetst de CAAR de op basis hiervan uitge werkte richtlijnen. 'reglement: - in de vergadering van oktober 1984 zijn het reglement van de CAAR en de positieregeling van de leden definitief vastgesteld; deze zijn als losse bijlage bij Raboband gepubliceerd. Scholing en vorming Op 12 en 1 3 april is een introduc tieconferentie voor de CAAR-le- den gehouden. Het programma daarvoor was ontwikkeld door de secretaris, in samenwerking met een opleidingsfunctionaris van Rabobank Nederland. De struc tuur van onze organisatie, de hoofdlijnen van het sociale beleid en de positie van de medezeg genschap kwamen tijdens deze Arbeidsduurverkorting Een enkele keer vroeg de CAAR aandacht voor de toepassing van de CAO-bepalingen omtrent ar beidsduurverkorting, omdat er twijfels waren gerezen of die toe passing klopte. Onderzoek door Rabobank Nederland wees ech ter uit dat zich weinig problemen bij de uitvoering van het CAO-ak- koord over ADV hebben voorge daan. Interne arbeidsmarkt Regelmatig kwam het functione ren van de interne arbeidsmarkt (IAM) aan de orde. De CAAR deed een aantal aanbevelingen om dat functioneren te verbeteren: - zoveel mogelijk bekendheid geven aan de interne arbeids markt; - een vacaturebank voor Rabo bank Nederland instellen; - het opleidingstraject ten he- nieuwe integrale concept-rege ling voorgelegd. In de vergade ring van 29 mei bracht de CAAR hierover een positief advies uit nadat was toegezegd dat een ne gatief opbrengstverschil bij ge dwongen verkoop van de oude woning ook voor financiering in aanmerking zal komen. De uitgewerkte regeling is door de CAAR op 23 oktober van een positief advies voorzien. Nationaal betalingscircuit De CAAR kreeg de mededeling dat invoering van het Nationaal Betalingscircuit nauwelijks of geen nadelige gevolgen zal heb ben voor de werkgelegenheid binnen onze organisatie. Deson danks werd toegezegd dat de CAAR nader zou worden geïnfor meerd zodra sociaal-organisato rische implicaties daartoe aanlei ding zouden geven. Functiewaardering Over een aantal voorgenomen procedurewijzigingen met be trekking tot functiewaardering is in het verslagjaar aan de CAAR advies gevraagd. Deze voorge stelde wijzigingen moeten waar borgen dat functies bij plaatselij ke banken en Rabobank Neder land op gelijk niveau op eenzelfde wijze worden gewaardeerd. De CAAR werd in de gelegenheid ge steld kandidaten voor te dragen voor de landelijke toetsingscom missie voor functiewaardering van onze organisatie. Pensioenen In de decembervergadering be sprak de CAAR het jaarverslag 1 983 van de Stichting Pensioen fonds Rabobankorganisatie (SPR). De heren Bakker en De Hoon, leden van de directie van de SPR, waren uitgenodigd om hierop een toelichting te geven. Er vond een uitvoerige discussie plaats over de vraag of het al dan niet wenselijkzou zijn een deelne mersraad in te stellen. Omdat de opvattingen hierover verschilden is besloten nader on derzoek te verrichten waarna de ze zaak opnieuw in de CAAR aan de orde zal komen. Voorts bleek het pensioenregle ment als gevolg van wettelijke en maatschappelijke ontwikkelin gen aan een ingrijpende herzie ning toe te zijn. 'Het Pensioen' zal dan oók regel matig onderwerp van bespreking worden in de CAAR. Bedrijfsspaarregeling Naar aanleiding van een aantal redactionele aanpassingen van het huidige reglement, die de CAAR voorgelegd kreeg, stelde de werknemersdelegatie voor hierin ook op te nemen: - de gelijke behandeling van ge huwden en anderszins samenwo nenden; - de uitbreiding van bestedings doeleinden; - de verruiming van mogelijkhe den de bedrijfsspaaregeling voort te zetten bij beëindiging van het dienstverband. Omdat het bedrijfssparen is ge bonden aan een aantal wettelijke condities valt niet te verwachten dat deze wensen op korte termijn kunnen worden gehonoreerd. Peter Liebregts, secretaris ISllliSl

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1985 | | pagina 29