Doelstelling 3: Werving
De vacaturebank in de regio
Haarlem
|fill!!ll»fl!!lim «iftiiPifÉIM
De vier 'adviseurs personeel' van de regio
Haarlem, waarvan ondergetekende er
één is, hebben in 1984 20 medewerkers
via de regionale vacaturebank bemiddeld
naar een andere bank in hun regio. Ten
opzichte van de 134 gemelde en opge
vulde vacatures is dat betrekkelijk wei
nig. Van die 134 werden er, naast de 20
via de.vacaturebank, nog 56 op een ande
re manier opgevuld vanuit de Rabobank-
organisatie en 58 van daarbuiten. Wij
waren als adviseurs benieuwd waarom
er relatief zo weinig gebruik gemaakt
wordt van de vacaturebank. Daarom hiel
den we een kleine telefonische enquête
onder de 56 doorstromers die hem niet
gebruikten.
17
WERVING
BÉWIil iiaifci'S«ai
Onderzoek daarnaar zou welkom
zijn.
Het leek ons interessant deze bij
drage te besluiten met de ervarin
gen van een medewerker die via
de regionale vacaturebank is
doorgestroomd naar een andere
bank. Ik sprak daarover met Ernst
de Haas van de Rabobank Half-
weg-Zwanenburg.
Ernst (25 jaar) werkte vanaf ja
nuari 1981 bij de Rabobank
Haarlem. Na een korte inwerkpe-
riode werd hij opgenomen in de
bij de bank Haarlem bestaande
'vervangingspool kantoren'. Toen
hij dat een paar jaar gedaan had
wilde hij wel eens wat anders.
In gesprekken met zijn chef
maakte hij dat ook kenbaar. He
laas waren de doorstromingsmo
gelijkheden binnen de eigen bank
zeer beperkt. In die periode ging
de regionale vacaturebank Haar
lem van start en ontvingen alle
medewerkers van Rabobank
Haarlem een brochure met uitge
breide informatie over de proce
dures daaromtrent, etc.
Ernst zag wel wat in de vacature
bank en meldde zich bij zijn per
soneelschef. Na invulling van een
aantal formulieren werd hij bij het
regiokantoor aangemeld en op
genomen in de interne vacature
bank. Via een telefoontje namen
we contact met hem op in ver
band met een vacature die ont
staan was bij de Rabobank Half-
weg-Zwanenburg. Het betrof een
functie binnen de afdeling bank
zaken: medewerker financierin
gen.
Daarin had Ernst nog niet veel er
varing, zodat eerst een detache
ringsperiode van drie maanden
afgesproken werd. Het één en an
der was snel geregeld. Ernst ging
aan de slag en de periode van drie
maanden verliep prima: de deta
chering werd omgezet in een vast
dienstverband.
Nu zit Ernst al weer ruim een jaar
tot volle tevredenheid bij de bank
Halfweg-Zwanenburg.
Hoe heeft hij persoonlijk de vaca
turebank ervaren?
'Ik hoorde wel wat negatieve ge
luiden over de vacaturebank, het
zou een kneuzenbank zijn en zo,
maar ik wilde gewoon alle kana
len aanboren om op een interes
sante functie terecht te komen. Ik
zie de vacaturebank als een extra
hulpmiddel om gericht bezig te
zijn met verandering van baan. Je
moet wel zelf ook actief zijn en
niet alleen maar afwachten'.
En die detachering van drie
maanden?
'Ik had daar weinig problemen
mee. Op zich is het wel een span
nende periode, omdat je je waar
moet maken, maar ik was over
tuigd van mijn kunnen en de af
spraken waren duidelijk'.
Peter Deen
Tijdens onze bezoeken aan de
banken kregen we soms al een
vermoeden hoe men tegen de va
caturebank aankijkt, maar door
de enquête is het één en ander
duidelijker in beeld gekomen.
Vrijwel alle geënquêteerden wa
ren attent gemaakt op de vacatu
re door de oproep in het interne
vacatureblad van de Rabobank-
organisatie. De kans op promotie
of interessanter werk was de
hoofdreden om te solliciteren.
Het bestaan van de regionale va
caturebank was bij alle onder
vraagden bekend. Op de vraag
waarom van dit instrument geen
gebruik was gemaakt kwamen de
min of meer al verwachte ant
woorden. Men had een bepaald
beeld van de interne vacature
bank, dat tot uitdrukking komt in
opmerkingen als: 'Er was voor mij
geen noodzaak om weg te ko
men', 'Als je zelf solliciteert is dat
beter', 'De vacaturebank is net zo
iets als het arbeidsbureau' en 'Ik
wilde niet dat de directeur al wist
dat ik weg wilde'. Deze mensen
zochten en vonden dus zelf hun
weg naar een functie bij een an
dere bank; dat is prima.
Wat ons meer zorgen baart zijn
de vacatures die van buiten de or
ganisatie worden opgevuld. Na
tuurlijk bestaat een deel daarvan
uit startfuncties die terecht wor
den opgevuld door schoolverla
ters. En voor een flink aantal
zwaardere, met name commer
ciële functies, moet uiteindelijk
extern worden geworven, omdat
vanuit de organisatie zich geen
kandidaten melden. Wij vragen
ons echter af: 'Zijn er geen men
sen die naar dergelijke interes
sante functies willen doorstro
men of zijn ze er wel, maar be
staan er omstandigheden waar
door het één en ander niet aan
trekkelijk is?'