De invloed van de plaatselijke
Rabobanken op de CAO-
onderhandelingen
Herziening van de
hypotheekregeling
Wat doen onze
bedrijfspsychologen
De onderhandelingen over de
Collectieve Arbeidsovereen
komst (CAO) voor het Bank
bedrijf vinden altijd plaats
'aan de Overlegtafel'. Dit is de
naam voor de vergaderingen,
waarin vertegenwoordigers
van werkgevers en werkne
mers praten over de CAO. De
ze Overlegtafel is paritair sa
mengesteld, dat wil zeggen
dat het aantal vertegenwoor
digers van werkgevers gelijk
is aan het aantal werknemers
vertegenwoordigers.
De in de bedrijfstak van de
banken erkende vakorganisa
ties hebben vijf vertegen
woordigers aan de Overleg
tafel zitten. De werkgevers
hebben vier vertegenwoordi
gers, gekozen uit het Bestuur
van de Werkgeversvereniging
voor het Bankbedrijf, en de al
gemeen secretaris.
De Rabobankorganisatie
wordt aan de Overlegtafel ver
tegenwoordigd door het
hoofd van het werkgebied So
ciale Zaken en Logistiek van
Rabobank Nederland. De
voorzittersrol aan de Overleg
tafel berust eveneens bij hem.
Tot zover een korte schets van
het orgaan waarin de CAO-
onderhandelingen gevoerd
worden.
Om de vertegenwoordiger
(onderhandelaar) van de
Rabobankorganisatie te on
dersteunen is in 1980 de
Stuurgroep CAO ingesteld.
Deze Stuurgroep heeft tot
taak alle plaatselijke banken,
die de CAO op hun medewer
kers van toepassing hebben
verklaard, te representeren bij
de voorbereiding van de CAO-
onderhandelingen.
Daarnaast fungeert de Stuur
groep als klankbord voor de
vertegenwoordiger van onze
organisatie.
De Stuurgroep bespreekt
daartoe altijd samen de voor
stellen van de vakorganisa-
14
ties. De standpunten van de
verschillende andere banken
en de Werkgeversvereniging
komen dan tegelijkertijd op
tafel, waarna het door onze
organisatie in te nemen
standpunt besproken wordt.
Vaak gebeurt het dat tijdens
de CAO-onderhandelingen
bepaalde ingenomen stand
punten bijgesteld moeten
worden. Daarvoor komt de
Stuurgroep dan opnieuw bij
elkaar. En voordat onze verte
genwoordiger met CAO-af-
spraken akkoord gaat, raad
pleegt hij natuurlijk ook eerst
de Stuurgroep.
De Stuurgroep CAO is dus het
orgaan dat (via de vertegen
woordiger) de Rabobankor
ganisatie vertegenwoordigt
bij de CAO-onderhandelin
gen. De samenstelling is als
volgt:
- 2 leden namens de be
stuurscolleges van plaatselij
ke banken;
- 2 leden namens de directies
van plaatselijke banken; en
- 2 leden namens Rabobank
Nederland, te weten de verte
genwoordiger van de Rabo
bankorganisatie bij de Over
legtafel en het hoofd van het
directoraat Arbeidszaken.
De CAO voor het bankbedrijf
wordt voor de meeste banken
in Nederland opgesteld en af
gesproken. Dit houdt dus in
dat bijzondere wensen van
één enkele bank of bankorga-
nisatie meestal niet in de CAO
tot uitdrukking kunnen ko
men. Los van de mogelijke
verschillen in wensen van de
betrokken werkgevers is het
tenslotte ook nog eens zo, dat
de CAO vaak een compromis
is tussen de standpunten van
werkgevers en de vakorgani
saties.
C. Slijkhuis,
Overlegcoördinatie
De huidige hypotheekregeling
dateert van 1 juli 1982 en
heeft een geldigheidsduur
van drie jaar. Daarom wordt
nu bekeken hoe de regeling de
afgelopen tijd gefunctioneerd
heeft en in hoeverre bijstelling
nodig is.
In februari behandelden de
Hoofddirectie en de Raad van
Beheer een nota van een
werkgroep waaruit blijkt dat
de huidige regeling een aantal
knelpunten kent.
Als belangrijkste knelpunt
wordt de bepaling van de
hoogte van de te verstrekken
geldlening op personeels-
voorwaarden genoemd. In de
huidige regeling is de hoogte
afhankelijk van:
- de koopsom c.q. de waarde
van de woning;
- het jaarsalaris van de me
dewerker (de jaarlijkse lasten
mogen niet meer bedragen
dan 25 van 12 x het bruto
maandsalaris).
Dit betekent dat hoe lager de
rente is, hoe hoger de te ver
strekken geldlening kan zijn.
Aangezien de rente ook weer
kan gaan stijgen, kan dit - ge
koppeld aan de toenemende
aflossingsverplichtingen - lei
den tot niet meer op te bren
gen lasten voor de medewer
ker. Bij de herziening van de
regeling zal naar andere nor
men gezocht worden die niet
of nauwelijks door de hoogte
van de rente beïnvloed wor
den.
Verder sluit de regeling niet
helemaal aan bij het beleid
van onze organisatie om deel
tijdarbeid te bevorderen. Aan
gezien de hoogte van de le
ning onder andere afhankelijk
is van het jaarsalaris zal hetdi-
rect gevolgen hebben voor de
hoogte van de personeelshy-
potheek als op dit moment
een medewerker minder gaat
werken.
Op basis van deze en andere
gesignaleerde knelpunten
gaat een werkgroep aan de
slag om de regeling te her
zien.
Naar alle waarschijnlijkheid
zal de herziene regeling toch
nog grote overeenkomsten te
zien geven met de huidige re
geling. Definitieve zekerheid
bestaat daarover pas op 1 juli
a.s.
In maart zal de CAAR de eva
luatie-nota bespreken en voor
1 juli zal zij zich eveneens
over de herziening van de re
geling moeten uitspreken.
drs. J.P.M. Oosterveer,
Arbeidsvoorwaarden/
Rechtspositie
Sinds juni 1 984 kennen wij in on
ze organisatie als onderdeel van
de Bedrijfsgezondheidsdienst de
aktiviteit Bedrijfspsychologie.
Om wat meer inzicht in de werk
zaamheden van deze aktiviteit te
krijgen, spraken wij met het
hoofd, drs. F. B. G. van Slagmaat.
Van Slagmaat zette uiteen dat het
team van drie bedrijfspsycholo
gen zich richt op vraagstukken
die te maken hebben met mensen
in hun werksituatie. In een tijd
waarin zich veel veranderingen
voordoen en waarin mensen zich
voor grotere opgaven en uitda
gingen geplaatst zien, is het niet
verwonderlijk dat men zich wel
eens afvraagt: 'Hoe kan ik het al
lemaal bijbenen?' De bedrijfspsy
chologen zien het als hun taak
medewerkers en organisatie te