Voorproefje van de lente in
Bovenkarspel
Flora floreert
Bont naast zwartbont, maar net zo flore-
rend. Tot die conclusie geraakte voorzit-
.ter Lardinois van de Rabobank-hoofddi-
rectie toen hij onlangs te gast was in
.Bovenkarspel. De hoge bezoeker maakte
.tijdens z'n rondgang geen geheim van z'n
.bewondering voor het puikje van de
.Noordhollandse veestapel dat te pronk
.stond op de Westfriese Flora. Voor hem
.en meer dan honderdduizend andere be-
.zoekers viel er volop te kijken en te
.keuren.
Aandacht voor
verschuivingen
Terwijl het nog wel even duurt
alvorens de bollenstreek tra
ditioneel herschapen zal zijn
in een bonte lappendeken,
kreeg het talrijke publiek afge
lopen maand tijdens de mani
festatie in West-Friesland al
vast een voorproefje van de
lente.
Een heersende epidemie van
mond- en klauwzeer maakte
vorig jaar het inrichten van
een tentoonstellingsstal on
mogelijk. Dit jaar echter werd
de florissante publiekstrekker
weer haastig in ere hersteld.
En aldus kreeg jaargang 52
van de Westfriese Flora met
recht het predikaat 'als van
ouds'.
Geheel juist was de constate
ring trouwens niet, want de
gezamenlijke Rabobanken uit
de streek zorgden voor een
nieuwtje. Ze stellen met in
gangvan 1985 zeven jaar lang
een kunstzinnige trofee be
schikbaar, vervaardigd in de
ateliers van de Koninklijke Be
geer BV te Voorschoten. Het
kleinood bestaat uit een aan
tal vergulde tulpebollen, bij
een gehouden door een viertal
ringen van perspex en op een
voetstuk van natuursteen ge
plaatst. Het stichtingsbestuur
van de Westfriese Flora mag
onder leiding van de kersverse
voorzitter Jaap Boon zelf uit
maken wie de trofee jaarlijks
te beurt valt. Ir. Lardinois over
handigde de gloednieuwe
12
prijs aan het slot van de ope
ningsceremonie, waarbij hij
optrad als gastspreker.
In zijn toespraak stond de HD-
voorzitter geruime tijd stil bij
recente ontwikkelingen in de
bloembollenteelt. Over de
laatste vijftien jaar blijkt een
sterke afname van het aantal
bedrijven. Tegen 9 000 in
1970 zijn het er thans nog
ruim 4 000. Tegelijkertijd
steeg de gemiddelde bedrijfs-
grootte van 1,4 tot 3,5 hec
tare.
Daarbij doet zich de tendens
voor dat wat betreft de pro-
duktie van bloembollen het
accent steeds meer in de rich
ting van West-Friesland ver
schuift. Het traditionele bol-
lengebied heeft door zijn lig
ging in de randstad al menige
veer moeten laten. Veel grond
ging verloren aan wegen- en
stedebouw. Zonder zich te
wagen aan een harde stelling-
name, liet de Rabobank-spre-
ker toch weten dat een even
tuele inpoldering van de Mar
kerwaard de bollentelers
hoogst welkom zou zijn ter
uitbreiding van de teeltgebie-
den. Met name het zoge
naamde Enkhuizerzand blijkt
voor bollenteelt uiterst ge
schikt.
De provincies Noord- en Zuid-
Holland bezitten een bollena-
reaal van achtereenvolgens
circa 9 000 en 3 000 hecta
ren. Met ruim 4 000 ha zijn in
Noord-Holland de tulpen ver
uit koploper. Dan volgen de
lelies (1 295 ha), de irissen
(952 ha) en de narcissen, die
met 838 ha nog net iets meer
plaats beslaan dan de hyacin
ten en de gladiolen samen.
Onstuitbare opmars
snijbloemen
De omvang van de vaderland
se bloembollenteelt neemt in
tegenstelling tot de andere
takken in de sierteeltsector
nauwelijks toe. Binnen de
sierteelt zijn de bollen in om
vang overvleugeld door de
snijbloemen. Circa twintig jaar
geleden maakte de bollenteelt
- gemeten naar produktie-
waarde - nog de helft uit van
de complete sierteelt. Inmid
dels heeft de snijbloemensec
tor haar positie aanmerkelijk
versterkt. Ze beslaat thans cir
ca 75 procent. De bloembol
lenteelt is met haar aandeel
teruggevallen tot rond 15%
terwijl de positie van de
boomkwekerij rond 10 blijft
schommelen. De bloemen
teelt heeft dank zij een mo
dern en efficiënt afzet-appa-
raat een sterke concurrentie
positie opgebouwd, mede
mogelijk gemaakt door het
wegvallen van de grenzen in
EG-verband. Niettemin aar
zelde ir. Lardinois geen mo
ment om de bloembollenteelt
samen met de boomteelt te
karakteriseren als bakermat
voor de hele sector: 'Niet al
leen is de bloembollenteelt de
oudste tak binnen de sierteelt,
het succes is ook een stimu
lans geweest voor het ontlui
ken van nieuwe takken. Voor
een deel was het succes van
de bloembollenteelt zelfs een
voorwaarde voor de verdere
ontwikkelingen. Ik denk dan
met name aan de bolbloe-
menproduktie. De bloembol
lenteelt kan letterlijk de basis
industrie daarvan worden ge
noemd. Indirect heeft dit ook
bijgedragen aan de expansie
van de overige snijbloemen.
De energie- en lichtarme pro-
duktievan bolbloemen buiten
het traditionele seizoen van
de overige snijbloemen, vormt