0jagn°se Vetzucht CAAR Regiocommissie Arnhem Werkgelegenheid Bij het geven van cijfers over de werkgelegenheid binnen de Rabobankorganisatie wordt het steeds belangrijker het onderscheid te maken in: personeelsbezetting in aan tallen en personeelsbezetting in volledige banen, ook wel mensjaren genoemd. Na een daling binnen de orga nisatie in 1983 trad er in het afgelopen jaar een stijging op met 347 mensjaren, inclusief onze buitenlandse vestigin gen en inbegrepen de Adca- bank. In Nederland groeide onze organisatie met 373 mensjaren. Deze groei werd bereikt ondanks een daling van het aantal mensjaren bij Rabobank Nederland met 87. In aantal personeelsleden werd het personeelsbestand Een licht aantrekkend activi teitenniveau en het effect van de roostervrije dagen zijn mijns inziens de verklaring voor het feit dat toch nog groei heeft plaatsgevonden. Wat de prognose voor 1 985 betreft, is zeker nog groei te verwachten in deeltijdfunc ties. In 1 984 hebben wij ons bij Rabobank Nederland sterk bezig moeten houden met ons eigen functioneren. De orga nisatie zal zich dit jaar extra gaan bezighouden met de es sentie van het coöperatieve functioneren van onze Rabo bankorganisatie in het huidige tijdsbestek. Bij dit functione ren zijn ook de medewerkers nauw betrokken. Een belang rijke discussie dus om lokaal en centraal tot een duidelijke voor de totale organisatie in Nederland met 680 mede werkers uitgebreid tot 28.808 personen. In het bui tenland is het aantal mede werkers met 54 personen ge daald (vermindering bij Adca met 66 personen). Ronduit spectaculair te noe men was de toename van het aantal deeltijdbanen nl. 997. Hiermee werd het record van 1983 - toen een toename met 1.050 deeltijdbanen - bijna geëvenaard. Binnen de organisatie is nu 16 van de personeelsleden in deeltijd werkzaam. De verwachting was dat ondere andere door het werken in deeltijd in 1984 het aantal volledige mens jaren bij de aangesloten ban ken in beperkte mate zou teruglopen. dienstverleningsdoelstelling te komen! Inspelen op nieuwe kansen Aan het einde van zijn betoog herhaalde de heer Lardinois nogmaals dat verdere marge- verkrapping en kostenstijging veel zullen vergen in de ko mende jaren. Het beleid zal gericht moeten blijven op het doorvoeren van rationalisaties in bestaande processen en te gelijk op het inspelen op nieu we kansen. Hij meende dat het gezonde uitgangspunt en dezelfde inzet en flexibiliteit als in het afgelopen jaar ten toongespreid is, daartoe een garantie vormt. KdM De consument in Nederland besteedde in 1983 ongeveer 1 5 miljoen gulden aan verma- geringsprodukten, dat was 10 miljoen gulden minder dan het jaar daarvoor. De oorzaak van deze consumptiedaling was het succes van het brood- of wisseldieet. Gezien de be langstelling voor slankma kers, vermageringsdiëten e.d. willen wij eens stilstaan bij een advies dat een commissie uit de Gezondheidsraad eind 1 984 aan de regering heeft uitgebracht over vetzucht. Opluchting voor 'dikkerds' Uit het advies van die com missie blijkt dat het lichaams gewicht, waarbij sprake is van risico's voor de gezondheid, hoger ligt dan vaak werd ge dacht. 'Dik' zijn lijkt dan ook minder erg dan tot nu toe werd aangenomen. Er is geen sprake van een ideaal li chaamsgewicht, maar van vrij ver uit elkaar liggende gren zen, waarbinnen het li chaamsgewicht - gezond- heidskundig - normaal kan worden genoemd. Het effect van vermageren is gezondheidskundig gezien onzeker nu uit onderzoek blijkt dat er maar heel weinig mensen zijn die erin slagen blijvend te vermageren. Tach tig tot negentig procent van de mensen die proberen te vermageren staan na verloop van tijd weer op hun oude ge wicht. Dat is niet zo verwon derlijk, omdat het vermageren als zodanig vaak begonnen wordt onder invloed van de opvattingen in de maatschap pij: dik zijn is een taboe. Afval len/vermageren gebeurt veel minder vaak vanuit een door de 'dikkerd' zelf gevoelde be hoefte. Minder kilo's leiden dan ook gauw tot meer ge mopper. Therapie Of er al sprake is van vetzucht zal voor ieder afzonderlijk be zien moeten worden; verschil lende factoren zijn daarbij van belang, bijvoorbeeld lengte, gewicht, leeftijd, erfelijkheid etc. Men kan daarover het beste advies vragen aan een arts. Deze kan de eventuele 'dikkerds' ook gericht advise ren over dieet, lichaamsbewe ging of andere behandelings methoden en daarbij even tueel andere deskundigen in schakelen. Bedrijfsgezondheidsdienst Voor alle contactpersonen uit de Regio Arnhem vindt op donderdag 14 maart om 14.30 uur op het Regiokan toor in Velp een bijeenkomst plaats. Tijdens deze bijeen komst zullen de CAAR-leden uit de Regio worden voorge steld. Verder worden de taken van de CAAR en de Regio commissie nader verklaard en wordt een overzicht gegeven van de behandelde onderwer pen en wijzigingen in het af gelopen jaar. Ook aan de rol van de contactpersoon wordt aandacht besteed. Nadere in lichtingen bij Henk van Aken, secretaris Regiocommissie (Rabobank Lichtenvoorde, te lefoon (05443) 20 61).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1985 | | pagina 6