Lardinois: Goede conditie ook in de
toekomst zien te behouden
De ontwikkeling bij onze organisatie in
1984 vertoont vele gelijkenissen met die
van onze economie, zo kenschetste ir.
P. J. Lardinois, voorzitter van de Hoofd
directie van Rabobank Nederland, de
gang van zaken in het afgelopen jaar.
Hij sprak tijdens de traditionele nieuw
jaarsbijeenkomsten voor medewerkers
van de centrale bank in Utrecht en Eind
hoven op 7 en 8 januari.
Behalve aan de bedrijfsontwikkeling in
de organisatie besteedde hij ook aan
dacht aan de voortgang van de automati
sering en de werkgelegenheid bij centra
le bank en aangesloten banken. Over de
resultaten van 1984 gaf hij enkele voorlo
pige indrukken, waaruit bleek dat het
balanstotaal enkele procenten meer is
gestegen dan in het voorgaande jaar en
dat mede dank zij de beperkte kostenstij
ging een brutowinst zal worden gereali
seerd, die iets hoger uitvalt dan in het jaar
1983.
Het internationale
bedrijf
Groei kredietverlening
bevredigend
Op bepaalde punten is er
sprake van positieve ontwik
kelingen, bijvoorbeeld ten
aanzien van de debiteurenver-
liezen bij de aangesloten ban
ken, het toenemend markt
aandeel bij niet-agrarische
bedrijven en het lichte herstel
in de groei van de toever
trouwde middelen. Een aantal
structurele problemen zal
evenwel in de komende jaren
nog veel aandacht en energie
vragen. In de kern komt het
erop neer dat wij onze kosten-
en opbrengstenstructuur - en
dus de organisatie van onze
activiteiten - verder zullen
moeten aanpassen aan een si
tuatie van beperkte groei en
nu daadwerkelijk verkrappen-
de rentemarges als gevolg
van verscherpende concur
rentie. Gelukkig verschillen
we bij dit alles in een opzicht
heel duidelijk van onze natio
nale economie: wij behoeven
ons niet aan te passen om
weer enigszins levensvatbaar
te worden; wij moeten slechts
onze goede conditie ook in de
toekomst zien te behouden.
De groei van de kredietverle
ning bij de aangesloten ban
ken in 1 984 was bevredigend.
Exclusief schuldvernieuwin
gen werden nagenoeg even
veel nieuwe leningen verstrekt
als in 1 983. Als gevolg van de
EEG-maatregelen nam de kre-
dietvraag vanuit de agrarische
sector in de loop van het jaar
geleidelijk af. Dit werd even
wel gecompenseerd door een
relatief hoog verstrekkingsni
veau in de woningsector. Hier
konden wij ons vergroot
marktaandeel goeddeels
handhaven, ondanks de
enigszins afnemende aan
trekkingskracht van de Rente
Stabiel Hypotheek in de twee
de helft van het jaar.
Ook bij de niet-agrarische be
drijven is sprake van een gun-
stige ontwikkeling in ons
marktaandeel.
De beperkende maatregelen
voor belangrijke sectoren bin
nen de landbouw zullen een
fors remmende invloed heb
ben op de groeimogelijkhe
den van vele van onze banken
in de komende jaren. Een be
langrijke opdracht voor de ko
mende jaren bestaat er dan
ook in hiervoor compensatie
te vinden met een vergelijk
baar kwaliteitsniveau.
De grotere bedrijven onder
onze cliënten hebben in het
algemeen een ruime liquidi
teitspositie en zij streven te
recht naar een verbetering
van de vermogensverhoudin
gen. Bij Rabobank Nederland
was hierdoor de groei van de
kredietverlening wederom
zeer beperkt. Voor een be
langrijk deel kwam die dan
nog tot stand bij kantoor New
York, waar we er meer en
meer in slagen toegang te krij
gen tot de markt voor interna
tionale agrarische kredietver
lening. Dit leidde ook tot een
verdere verbetering van het
bedrijfsresultaat van dit kan
toor, zodat voor het eerst na
genoeg break-even gedraaid
kon worden. De uitbouw van
ons internationale bedrijf be
gint ook overigens duidelijk
gestalte te krijgen. Na de
overname van de Duitse
Adca-bank eind vorig jaar
werd in november met de
opening van kantoor Antwer
pen onze aanwezigheid in
België een feit. In de loop van
dit jaar zal vervolgens onze
vertegenwoordiging in Lon
den worden omgezet in een
compleet bankkantoor. Mo
menteel wordt nagegaan wel
ke de beste vorm is om in het
Verre Oosten een eigen
steunpunt op te bouwen.
In deze context is het overi
gens niet overbodig er op te
3