de nieuwe wet moet passen in het kader van de bevordering van de kwaliteit en de humani sering van de arbeid. Een werk- en rusttijdenregeling is in haar visie dan ook een on derdeel van het arbeidsom standighedenbeleid. Een nieuwe regeling op dit ge bied kan volgens de overheid daarom eventueel een onder deel vormen van de Arbeids omstandighedenwet. De werkgevers willen de oor spronkelijke doelstelling van de huidige Arbeidswet, te we ten de bescherming van de ar beider, handhaven. Zij vrezen dat de invloed van de overheid bij het verrichten van arbeid te groot wordt als de bevorde ring van de kwaliteit van de ar beid de doelstelling van een nieuwe regeling wordt. De werkgevers willen dit overla ten aan de afspraken tussen werkgevers en werknemers. Daarbij moeten de randvoor waarden die de overheid in het kader van de bescherming van de arbeiders geeft uiter aard wel in acht worden geno men. Verder zijn de werkge vers bang dat de flexibiliteit bij het vaststellen van de ar beidstijd in het gedrang komt, indien steeds de kwaliteit van de arbeid moet worden verbe terd. Die flexibiliteit hebben ze namelijk hard nodig. Hoe diepgaand dit verschil van opvatting is blijkt wel uit de normen die beide partijen voor de maximale arbeids duur hebben opgesteld en de motiveringen die zij hiervoor geven. De overheid denkt aan het vol gende normenstelsel: - per dag mag iedereen maxi maal 10 uur werken, in be paalde gevallen 1 2 uur; - per 4 weken niet meer dan 1 80 uur; - per jaar niet meer dan 1 850 uur. In dit voorstel wordt de grote vrijheid per dag door de maxi mering van het aantal per 4 weken al enigszins afgezwakt. Op jaarbasis tenslotte wordt de ruimte, die in de 4-weken- normering zit verder afge zwakt. 1850 uur per jaar bete kent, na aftrek van vakantie en feestdagen, gemiddeld 40 uur per week. De overheid zegt in haar toelichting dat bij het opstellen van deze norme ring drie doelen een rol heb ben gespeeld: - de bevordering van de kwa liteit van de arbeid - het mogelijk maken van fle xibele arbeidspatronen - het bevorderen van de werkgelegenheid. Werkgevers hebben verschil lende mogelijkheden voor normering aangegeven. De belangrijkste details hieruit zijn: - per dag mag niet meer dan 10 uur of (in een ander model) 12 uur worden gewerkt - per 4 weken mag niet meer dan 1 80 of (in dat andere mo del) 200 uur worden gewerkt. Een jaarmaximum wijzen werkgevers af, omdat de doel stelling van de nieuwe Ar beidswet de bescherming van de arbeider moet zijn en deze wet niet gebruikt mag worden als een instrument in het ka der van de werkgelegenheid. Uit het voorgaande blijkt dat de overheid en de werkgevers duidelijke, fundamentele ver schillen van inzicht hebben over doel en uitwerking van de nieuwe Arbeidswet. Deze verschillen van inzicht worden vooral veroorzaakt door uiteenlopende opvattin gen over de rol die de overheid in ons dagelijks leven moet of mag spelen. Werkgevers vin den dat de overheid in haar wetgeving uitsluitend de 'bui tenlijnen van het voetbalveld' mag trekken. Hoe er dan ver volgens gevoetbald wordt maken werkgevers en werk nemers samen wel uit. De overheid is grensrechter en mag pas fluiten als de bal bui ten de lijnen komt. De overheid vindt daarente gen dat zij niet alleen de bui tenlijnen moet bepalen, maar ook als scheidsrechter moet optreden. Tevens wil zij door haar wetgeving en aanwijzin gen de kwaliteit van het spel verbeteren. Vooral de laatste tijd is overigens ook de over heid zelf van mening dat zij niet teveel regels moet uit vaardigen. Dit verschijnsel wordt ook wel 'deregulering' genoemd. Toch gaapt er nog een belangrijke kloof tussen de standpunten van overheid, werkgevers en werknemers. Het standpunt van de werkne mersorganisaties gaat waar schijnlijk wat meer in de rich ting van dat van de overheid, omdat hierdoor de positie van de werknemers vaak wordt versterkt. Ook deze visie is echter wat aan het verande ren, omdat de vakorganisaties thans wat meer de neiging hebben de rol van de over heid terug te drukken wan neer werkgevers en werkne mers het eens zijn geworden. Al met al is nu het wachten op de discussie in de Stichting van de Arbeid. Het zal zeker nog wel een paar jaar duren voordat een herziene Arbeids wet, in welke vorm dan ook, in werking zal kunnen treden. Mr. H. M. J. Janssen Arbeidsvoorwaarden/ Rechtspositie w A/i 3/O/

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 13