A(
Vier uur duurt de oversteek
naar wat met lichte ironie
wordt betiteld als 'de speel
plaats' van staatsbosbeheer
en rijkswaterstaat: het onbe
woonde eilandje Rottumer-
oog. Een lang menselijk lint
sjokt achter twee gidsen aan;
een verbindingsman fungeert
als hekkesluiter. Af en toe ma
tigt de kopgroep het tempo
om achterblijvers de gelegen
heid te geven in te lopen.
Hèhè, daar hebben we einde
lijk onze 65-plussers ook,
smaalt het peloton. De man
die het radiocontact met de
wal onderhoudt, heeft niet
overdreven. 'Wees gerust,
iedereen krijgt de broek nat'
beloofde hij. De liefhebbers
krijgen diverse geulen en prie
len te doorwaden. De rest
volgt gedwee of tegen wil en
dank. Mosselbanken en mar-
keringsstokken die fungeren
als bakens voor wie vertrouwd
is met het wad, zeggen de
landrotten niets. Zij zien alleen
rechts (herstel: oostwaarts)
het Duitse Borkum en in de
verte het karakteristieke ba
ken van de Rottumerplaat.
Voor de minst getrainden
duurt het een eeuwigheid eer
de befaamde zuiderduintjes in
zicht komen. Dan is het ergste
leed ook voor hen geleden en
volgt (volgens insiders een
grote gunst van de instanties)
kent een enkeling even alle
besef van tijd te zijn kwijt ge
weest. Wat willen kantoor
mensen, meestal door over
volle agenda's geleefd, nou
nog meer?
Avonturen op een vissers
schuit
Een rare gewaarwording blijft
het niettemin dat over luttele
uren weer zowat twee meter
water staat op de route die
we zopas hebben afgelegd, fi
losofeert iemand. Er klinkt te
gen beter weten in iets van
slist niet overeenkomstig het
draaiboek. Gelukkig smoren
de krachttermen vanuit het
stuurhuis goeddeels in het
gezang van de opvarenden.
En na de zoveelste mislukte
aanloop glijdt kotter Stientje
zowaar toch parmantig de ha
venmond in.
Praatjesmakers en geulen
lopers
Terwijl Wouter Nugteren en
de uitgehongerde Amstel-
veense ploeg weer bezit ne
men van de bus om vol gas
een ontspannen wandeling
over het merkwaardige ei
landje. Tijdens de mars naar
de wachtende UQ 22, alias de
kotter Stientje van schipper
Rudolf uit Usquert, blijkt het
met de vermoeienissen alle
maal nogal mee te vallen, le
dereen heeft naar hartelust
kunnen uitwaaien, en zelfs be-
ongeloof door in de stem. Als
tenslotte de open vissersboot
de steven wendt, heeft het ge
zelschap nog bijna drie uur
varen voor de boeg. Gelukkig
is er 'handel' aan boord: war
me worst, koffie of iets krach-
tigers voor de liefhebbers van
geestrijker vocht.
Eigenlijk krijgen oprechte na
tuurliefhebbers nu pas waar
voor hun inschrijfgeld. Op de
zandplaten in de verte liggen
tientallen zeehonden ter be
zichtiging, en sterke kijkers
halen ook bezienswaardig ge
vogelte naderbij. Onbedoeld
krijgt de thuisreis nog een
avontuurlijk tintje. Voornaam
ste ingrediënten: een venijnig
striemende regen, kille wind,
herhaaldelijk geschuur van de
scheepshuid over verraderlij
ke zandruggen, en een schijn
werper die in de duisternis
aarzelend zoekt naar het arm
tierig rijtje staken dat de toe
gang tot het minuscule ha
ventje van Noordpolderzijl
markeert. Diverse manoeu
vres van de schipper lijken be
richting warme hap te koer
sen, zoeken de meeste overi
gedeelnemers verkleumd nog
even hun heil in het 'Zielhoes'
vlak achter de dijk. De autorit
door de donkere verlatenheid
kan best nog even wachten.
En zo blijven de mythes rond
het wadlopen alsnog in stand.
Met het verstrijken van de
uren worden de gevraagde in
spanningen en de geleverde
prestaties groter en zwaarder.
Die middag had Henk Bolman
een flauwe glimlach ternau
wernood kunnen onderdruk
ken toen de moeilijkheids
graad van de tochten ter spra
ke kwam. Veel, zo had hij na
lichte aandrang toegegeven,
ÏW---