13 60000 50000 40000 30000 salaris 20000 25 35 TEKENING B systeem. Om de veranderingen die we hieronder gaan bespreken, goed te kunnen begrijpen, moet u wel op de hoogte zijn, omdat u anders de effecten niet goed kunt inschatten. De nu al vaak ge noemdeveranderingen kunnen in een drietal groepen worden on derverdeeld, te weten: - veranderingen op grond van Europese Richtlijnen - veranderingen op grond van te verwachten wettelijke maatrege len - veranderingen in de reglemen ten zelf. Europese Richtlijnen Doordat Nederland lid is van de Europese Economische Gemeen schap (EEG) zijn wij verplicht de in EEG-verband afgesproken richtlijnen na te volgen. In het ka der van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen verplicht de zogenaamde Derde Richtlijn alle lidstaten hun wetgeving zo aan te passen dat mannen en vrouwen een gelijke en zelfstan dige aanspraak op AOW krijgen. Kreeg eerst de gehuwde man op de leeftijd van 65 jaar 100% AOW, per 1 januari 1985 krijgen beide echtelieden waarschijnlijk 50%. De consequentie zal u dui delijk zijn. Op grond van ons pen sioenreglement wordt de AOW- uitkering aangevuld tot 70% van het laatstgenoten salaris. Als de AOW wordt gehalveerd moet het Pensioenfonds meer aanvullen. tijdstip pensionering leeftijd 55 65 Een reglementswijziging is dan ook op termijn noodzakelijk om dit te voorkomen. De Vierde Richtlijn heeft tot ge volg dat wij in de toekomst geen onderscheidt meer mogen ma ken tussen mannen en vrouwen in ons pensioenreglement. Dat be tekent dat over een aantal jaren mannen en vrouwen (of hun na bestaanden) gelijke aanspraken op pensioen kunnen krijgen. Er mag dan bijvoorbeeld ook geen onderscheid meer worden ge maakt tussen een weduwen- en een weduwnaarspensioen. Te verwachten wettelijke maatregelen De stelselherziening sociale ze kerheid, waarover u momenteel zoveel in de krant kunt lezen, heeft als gevolg dat uitkeringen op grond van arbeidsongeschikt heid zullen worden terugge bracht van 80% naar 70% van het salaris. Ons WAO-reglement (een onderdeel van de reglemen ten van ons Pensioenfonds) is momenteel gebaseerd op het uit gangspunt dat de werknemer in onze organisatie bij arbeidsonge schiktheid 80% van zijn laatst verdiende salaris op grond van de WAO ontvangt en op basis van het reglement een aanvulling krijgt van 10%. Een tweede punt is dat de regering in het kader van de zogenaamde 'pensioenbreuk' voorstellen heeft gedaan die voor ons pensioenfonds met het le- vensjarenbeginsel nogal wat pro blemen gaan opleveren. Pen sioenbreuk ontstaat als men voor de pensionering van werkgever verandert; men krijgt dan een uitgesteld recht op pensioen. De ze aanspraken worden meestal niet geïndexeerd, met andere woorden: ze worden in de loop der jaren steeds minder waard. Dit kan tot een fors pensioenver- lies leiden. De regering heeft nu het voorstel gedaan om de pen sioenaanspraken van mensen die voor de pensionering met ontslag gaan verplicht te indexeren. Zoals hierboven is uiteengezet, vangt het levensjarenbeginsel juist het probleem op dat pensioenaan spraken uit een vorige dienstbe trekking niet worden geïnde xeerd. Dat gebeurt via de al ui teengezette achterbalkonrege ling. Wanneer de regering vas thoudt aan haar plannen en toch tot een indexatieplicht overgaat zonder voor pensioenfondsen met het levensjarenbeginsel een uitzondering te maken, zullen wij in ons reglement deze indexatie moeten verwerken. Een andere mogelijkheid is af te stappen van het levensjarenbeginsel, omdat dit door de regeringsmaatregel overbodig is geworden. Veranderingen op landelijk dan wel bedrijfstakniveau Onze pensioenaanspraken zijn gebaseerd op het laatstgenoten loon voor de pensionering. We noemden dit hierboven het eind loonstelsel. Dit stelsel is geba seerd op de gedachte dat het laatste salaris ook inderdaad het hoogste salaris is geweest. Het niet uitbetalen van de prijscom pensatie zorgt ervoor dat het sa laris minder waard wordt, waar door het eindloonstelsel ineens minder aantrekkelijk en billijk lijkt. Wanneer namelijk iemand in 1980 is gepensioneerd, is zijn pensioen voortdurend aangepast aan de stijging van de prijzen. Wanneer zijn collega met hetzelf de salaris wordt gepensioneerd in 1984, is diens pensioen al minder waard, omdat hierin de prijscompensatie niet is verwerkt. Ditzelfde probleem gaat zich voordoen, als tengevolge van een algemene arbeidsduurverkorting loon wordt ingeleverd. Voor per soneelsleden die vlak voor hun pensionering staan zou deze loonsverlaging leiden tot een ver laging van hun pensioen, on danks het feit dat zij voor dat pen sioen bijvoorbeeld wel 38 jaar lang 40 uur per week hebben ge werkt. Voor uw geruststelling: in ons pensioenreglement is de be paling opgenomen dat pensioen aanspraken die zijn gefinancierd niet kunnen worden aangetast. De verhoging van de werknemer spremies voor de sociale verzeke ringen heeft de afgelopen jaren nog voor een heel bijzonder effect gezorgd bij de berekening van pensioenuitkeringen. Omdat ge pensioneerden deze premies niet betalen ontvangen gepensio neerde werknemers, met name in de lagere inkomensgroepen, een hoger netto pensioen dan hun laatstgenoten netto salaris. 'Mooi meegenomen' zult u den ken, maar toch is het wat raar dat een bruto pensioen dat, inclusief de AOW, 70% van het laatste salaris bedraagt, meer dan 100% netto salaris als pensioenuitke ring oplevert. Er zal dan ook ge studeerd moeten worden op de bruto en neetto hoogten van pen sioenaanspraken en misschien is het wel noodzakelijk om in het re glement een bepaling op te ne men, die zegt dat een pensioen uitkering nooit hoger mag zijn dan het netto loon bij werken. In het pensioenreglement van de ambtenaren is deze bepaling al opgenomen. Onze pensioenleeftijd is momen teel 65 jaar en de pensioenaan spraken zelf zijn gebaseerd op de gedachte dat er een opbouw plaatsvindt tussen het 25e en het 65e levensjaar. Misschien is het in de toekomst wel noodzakelijk om niet zo sterk vast te houden aan deze leeftijd van 65 jaar. Dit kan een belang zijn van zowel de werkgever als van de werknemer of van beiden. Een vervroegde achter back kolom service R R back service Z pensioen Z pensioen R

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 13